Insulae 2.2 HSX

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 2

Insulae 2.2

Wat heb je nodig voor deze les?

Ingelogd zijn op insulae

Rekenmachine

Werkboek

Pen en potlood

Maar eerst..

Eerst even een korte herhaling van de vorige stof.

Grootheden en eenheden

Noem voorbeelden van eenheden en van grootheden. Leg uit wat het verschil is.

https:

Symboolformule

In plaats van woorden zet je nu de symbolen van de grootheden neer.

A = l x b

l = A : b

b = A : l

A

l

b

verdampen

condenseren

stollen

smelten

rijpen

sublimeren

gas

vloeibaar

vast

Lesdoelen

Je kunt werken met formules volgens het stappenplan. 

Je noteert bij dit stappenplan altijd de eenheid bij getallen. 

Je kunt sommige gegevens opzoeken in tabellen in de bijlagen (dichtheid, symbolen, fasen, kleur)

Je weet wat woordformules, symboolformules en piramideformules zijn.

Woordformules

Woordformule

Een woordformule is een berekening waarin duidelijk wordt welke grootheden er ingevuld moeten worden. In het voorbeeld, waarin we het oppervlakte van het vierkant berekend hebben, maakten we gebruik van de volgende woordformule:

oppervlakte = lengte x breedte

Zoek op: Wat is woordformule voor het berekenen van de afstand??

Formule ombouwen

oppervlakte = lengte x breedte

lengte = oppervlakte : breedte

breedte = oppervlakte : lengte

Zoek op: Wat is symboolformule voor het berekenen van druk?

Berekening uitvoeren

Uitvoeren van een berekening

Altijd via deze stappen

1. Gevraagd?

2. Gegevens?

3. Formule

4. Berekening

5. Antwoord + eenheid

Voorbeeldopgave 2

Een grasveld heeft een lengte van 50 meter en een breedte van 70 meter. Bereken hoe groot het oppervlakte van dit grasveld is. 

Voorbeeldopgave 2

Een grasveld heeft een lengte van 50 meter en een breedte van 70 meter. Bereken hoe groot de oppervlakte van dit grasveld is. 

1. De oppervlakte

Voorbeeld - Gevraagd

Een grasveld heeft een lengte van 50 meter en een breedte van 70 meter. Bereken hoe groot de oppervlakte van dit grasveld is. 

1. De oppervlakte

2. lengte = 50 meter en breedte is 70 meter

Voorbeeld - Gegevens

Een grasveld heeft een lengte van 50 meter en een breedte van 70 meter. Bereken hoe groot het oppervlakte van dit grasveld is. 

1. Het oppervlakte

2. lengte = 50 meter en breedte is 70 meter

3. oppervlakte = lengte x breedte

Voorbeeld - Formule

Een grasveld heeft een lengte van 50 meter en een breedte van 70 meter. Bereken hoe groot het oppervlakte van dit grasveld is. 

1. Het oppervlakte

2. lengte = 50 meter en breedte is 70 meter

3. oppervlakte = lengte x breedte

4. oppervlakte = 50 x 70 

Voorbeeld - Berekening

Een grasveld heeft een lengte van 50 meter en een breedte van 70 meter. Bereken hoe groot het oppervlakte van dit grasveld is. 

1. Het oppervlakte

2. lengte = 50 meter en breedte is 70 meter

3. oppervlakte = lengte x breedte

4. oppervlakte = 50 x 70

5. oppervlakte = 3500 m2

Voorbeeld - Antwoord + eenheid

Zet de stappen van een berekening in de juiste volgorde

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

Stap 5

Formule

Berekening

Gegevens

Gevraagd

Antwoord

Eenheid

Laat met een berekening zien hoeveel liter water er in deze balk past.

Deze tafel heeft een oppervlakte van 15000 cm2. De breedte van de tafel is 80 cm. Laat met een berekening (volledig!!!) zien wat de lengte is. 

Kies één van de routes:

Route 1

Zelfstandig §2.2 lezen📚 en luisteren 👂🏽

📝maken opdracht 12 t/m 19

Route 2

Meedoen met uitleg van §2.2 en daarna zelfstandig maken §2.2

Huiswerk

- Maken en nakijken §2.2 opdr. 12 t/m 19

- §2.1 nog niet af? Maken opdracht 1 t/m 11

Een balk heeft een lengte van 4 meter, een breedte van 0,3 meter en hoogte van 0,2 meter. Bereken het volume van de balk.

Laat met een berekening zien hoe groot het vraagteken moet zijn!

Het symbool van straal is r.
De straal van een cirkel is 2 meter.
Bereken het oppervlakte van de cirkel.

Huiswerk

Volgende les

• Maken en nakijken §2.1 en §2.2
• Opdracht 1 t/m 19

Resumerend

De lesdoelen waren:

Je kunt werken met formules volgens het stappenplan.

Je noteert bij dit stappenplan altijd de eenheid bij getallen.

Je kunt sommige gegevens opzoeken in tabellen in de bijlagen (dichtheid, symbolen, fasen, kleur)

Je weet wat woordformules, symboolformules en piramideformules zijn.

Doelen bereikt?

EINDE