Insulae 2.2 - TH versie

1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

M&Tscience uitleg les §2.2
Benodigheden
- Werkboek
- Pen, potlood
- Rekenmachine
- Laptop
LessonUp: 
JA!
Telefoons in de telefoontas!

Slide 2 - Diapositive

Herhaling paragraaf 2.1

Slide 3 - Diapositive

Noem zoveel mogelijk stofeigenschappen

Slide 4 - Carte mentale

Fase bij kamertemperatuur
1. Zoek op wat het smeltpunt is in °C.
2. Zoek op wat het kookpunt is in °C.
3. Zet deze getallen op de juiste plek.




4. Zoek op waar de gevraagde temperatuur staat.
5. Bepaalde fase van de stof. 

Slide 5 - Diapositive

Laat zien wat de fase van calcium is bij 1221 °C?

Slide 6 - Question ouverte

Slide 7 - Lien

Slide 8 - Diapositive

verdampen
condenseren
stollen
smelten
rijpen
sublimeren
gas
vloeibaar
vast

Slide 9 - Question de remorquage

Doelen
L2 -5 Je kunt werken met formules volgens het stappenplan. 
L2 -6 Je noteert bij dit stappenplan altijd de eenheid bij getallen. 
L2 -7 Je kunt sommige gegevens opzoeken in tabellen in de bijlagen (dichtheid, symbolen, fasen, kleur). 
L2 -8 Je weet wat piramideformules zijn en kunt daarmee werken. 

Slide 10 - Diapositive

Woordformules

Slide 11 - Diapositive

Woordformule
Een woordformule is een berekening waarin duidelijk wordt welke grootheden er ingevuld moeten worden.

oppervlakte = lengte x breedte

Slide 12 - Diapositive

Zoek op: Wat is woordformule voor het berekenen van de afstand?

Slide 13 - Question ouverte

Aangezien wetenschappers echt veel liever lui zijn dan moe, kunnen we op het gebied van werken met formules heel veel tijd besparen.

Slide 14 - Diapositive

Symboolformule
Een symboolformule is een berekening waarin duidelijk wordt welke grootheden er ingevuld moeten worden. In het voorbeeld, waarin we het oppervlakte van het vierkant berekend hebben, maakten we gebruik van de volgende woordformule:

A = l · b

Slide 15 - Diapositive

Zoek op: Wat is symboolformule voor het berekenen van druk?

Slide 16 - Question ouverte

HAVO: Formule ombouwen
oppervlakte = lengte x breedte
lengte = oppervlakte : breedte
breedte = oppervlakte : lengte

Slide 17 - Diapositive

Symboolformule
In plaats van woorden zet je nu de symbolen van de grootheden neer.
A = l x b
l = A : b
b = A : l
A
l
b

Slide 18 - Diapositive

Berekening uitvoeren

Slide 19 - Diapositive

Uitvoeren van een berekening
Altijd via deze stappen
1. Gevraagd?
2. Gegevens?
3. Formule
4. Berekening
5. Antwoord + eenheid

Slide 20 - Diapositive

Voorbeeldopgave 2
Je kan/moet in je werkboek meeschrijven op blz. 31.

Slide 21 - Diapositive

Een grasveld heeft een lengte van 50 meter en een breedte van 70 meter. Bereken hoe groot het oppervlakte van dit grasveld is. 


Voorbeeldopgave 2

Slide 22 - Diapositive

Een grasveld heeft een lengte van 50 meter en een breedte van 70 meter. Bereken hoe groot het oppervlakte van dit grasveld is. 


1. Het oppervlakte

Voorbeeld - Gevraagd
1. A?

Slide 23 - Diapositive

Een grasveld heeft een lengte van 50 meter en een breedte van 70 meter. Bereken hoe groot het oppervlakte van dit grasveld is. 


1. Het oppervlakte
2. lengte = 50 meter en breedte is 70 meter

Voorbeeld - Gegevens
1. A?
2. l = 50 m en b = 50 m

Slide 24 - Diapositive

Een grasveld heeft een lengte van 50 meter en een breedte van 70 meter. Bereken hoe groot het oppervlakte van dit grasveld is. 


1. Het oppervlakte
2. lengte = 50 meter en breedte is 70 meter
3. oppervlakte = lengte x breedte

Voorbeeld - Formule
1. A?
2. l = 50 m en b = 50 m
3. A = l · b

Slide 25 - Diapositive

Een grasveld heeft een lengte van 50 meter en een breedte van 70 meter. Bereken hoe groot het oppervlakte van dit grasveld is. 


1. Het oppervlakte
2. lengte = 50 meter en breedte is 70 meter
3. oppervlakte = lengte x breedte
4. oppervlakte = 50 x 70

Voorbeeld - Berekening
1. A?
2. l = 50 m en b = 50 m
3. A = l · b
4. A = 50 · 70

Slide 26 - Diapositive

Een grasveld heeft een lengte van 50 meter en een breedte van 70 meter. Bereken hoe groot het oppervlakte van dit grasveld is. 


1. Het oppervlakte
2. lengte = 50 meter en breedte is 70 meter
3. oppervlakte = lengte x breedte
4. oppervlakte = 50 x 70
5. oppervlakte = 3500 m2
Voorbeeld - Antwoord + eenheid
1. A?
2. l = 50 m en b = 50 m
3. A = l · b
4. A = 50 · 70
5. A = 3500 m2

Slide 27 - Diapositive

Een grasveld heeft een lengte van 50 meter en een breedte van 70 meter. Bereken hoe groot het oppervlakte van dit grasveld is. 


5. oppervlakte = 3500 m2
Voorbeeld - Antwoord + eenheid
5. A = 3500 m2
Grootheid = waarde + eenheid

Slide 28 - Diapositive

Een grasveld heeft een lengte van 50 meter en een breedte van 70 meter. Bereken hoe groot het oppervlakte van dit grasveld is. 


5. oppervlakte = 3500 m2
Voorbeeld - Antwoord + eenheid
Grootheid = waarde + eenheid

Slide 29 - Diapositive

Zet de stappen van een berekening in de juiste volgorde
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Formule
Berekening
Gegevens
Gevraagd
Antwoord
Eenheid

Slide 30 - Question de remorquage

Laat met een berekening zijn wat oppervlakte (A) van dit voetbalveld is.

Slide 31 - Question ouverte

Laat met een berekening zien hoeveel liter water er in deze balk past.

Slide 32 - Question ouverte


Deze tafel heeft een oppervlakte van 15000 cm2. De breedte van de tafel is 80 cm. Laat met een berekening (volledig!!!) zien wat de lengte is. 

Slide 33 - Question ouverte


Laat met een berekening zien wat de inhoud van deze balk is in liter

Slide 34 - Question ouverte

Wat ga je nu doen?
TL:
Zelfstandig §2.2 lezen📚 en luisteren 👂🏽
📝maken opdracht 12 t/m 16
HAVO: 
Zelfstandig §2.2 lezen📚 en luisteren 👂🏽
📝maken opdracht 12 t/m 19
Huiswerk
- Maken en nakijken §2.2

Slide 35 - Diapositive

Een balk heeft een lengte van 4 meter, een breedte van 0,3 meter en hoogte van 0,2 meter. Bereken het volume van de balk.

Slide 36 - Question ouverte


Laat met een berekening zien hoe groot het vraagteken moet zijn!

Slide 37 - Question ouverte

Het symbool van straal is r.
De straal van een cirkel is 2 meter.
Bereken het oppervlakte van de cirkel.

Slide 38 - Question ouverte

Huiswerk
Volgende les
  • Maken en nakijken §2.2
  • Opdracht 12 t/m 19

Slide 39 - Diapositive