H2.1 en H2.2 Stof eigenschappen en formules

Uitleg les §2.1 en 2.2
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Uitleg les §2.1 en 2.2

Slide 1 - Diapositive

2.1 Stofeigenschappen
 

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen van 2.1
  1. Je kunt een stof herkennen aan de stofeigenschappen.
  2. Je weet wat kamertemperatuur is.
  3. Je weet wat smeltpunt en kookpunt betekenen.
  4. Je kunt opzoeken wat de fase van een stof is bij kamertemperatuur.

Slide 3 - Diapositive

Wat zijn stofeigenschappen?

Slide 4 - Question ouverte

Benoem de vier stofeigenschappen.

Slide 5 - Question ouverte

Welke stofeigenschappen zijn er?
Voorbeelden van stofeigenschappen:
  • kleur
  • geur
  • smaak 
  • fase bij kamertemperatuur 
  • smeltpunt en kookpunt
  • brandbaarheid 
  • ontbrandingstemperatuur
  • geleiding
  • dichtheid
  • wel of niet magnetisch

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Slide 8 - Lien

Slide 9 - Diapositive

verdampen
condenseren
stollen
smelten
rijpen
sublimeren
gas
vloeibaar
vast

Slide 10 - Question de remorquage

Leerdoelen van 2.1
  1. Je kunt een stof herkennen aan stofeigenschappen.
  2. Je weet wat kamertemperatuur is.
  3. Je weet wat smeltpunt en kookpunt betekenen.
  4. Je kunt opzoeken wat de fase van een stof is bij kamertemperatuur.

Slide 11 - Diapositive

2.2 - Werken met formules
Werken met formules

Slide 12 - Diapositive

Leerdoelen van 2.2
  1. Je kunt werken met formules volgens het stappenplan.
  2. Je noteert altijd de eenheid achter getallen.
  3. Je kunt met piramideformules werken.

Slide 13 - Diapositive

Hoe kan ik de oppervlakte van dit tafelblad berekenen?

Slide 14 - Question ouverte

Woordformule
Een woordformule beschrijft in woorden hoe je iets uitrekent.

Om bijv. de oppervlakte te berekenen, gebruik je de woordformule:
oppervlakte = lengte x breedte

Slide 15 - Diapositive

Zoek op: Wat is de woordformule voor het berekenen van de afstand?

Slide 16 - Question ouverte

3 m2
1 m
? m
Oppervlakte = lengte x breedte

Slide 17 - Diapositive

Formule ombouwen
oppervlakte = lengte x breedte
lengte = oppervlakte : breedte
breedte = oppervlakte : lengte

Slide 18 - Diapositive

Symboolformule
In plaats van woorden zet je nu de symbolen van de grootheden neer.
A = l x b
l = A : b
b = A : l
A
l
b

Slide 19 - Diapositive

Zoek op: Wat is symboolformule voor het berekenen van druk?

Slide 20 - Question ouverte

Berekening uitvoeren

Slide 21 - Diapositive

Uitvoeren van een berekening
Altijd via deze stappen
1. Gevraagd?
2. Gegevens?
3. Formule
4. Berekening
5. Antwoord + eenheid

Slide 22 - Diapositive

Voorbeeldopgave 2
Je kan/moet in je werkboek meeschrijven op blz. 31.

Slide 23 - Diapositive

Een grasveld heeft een lengte van 50 meter en een breedte van 70 meter. Bereken hoe groot het oppervlakte van dit grasveld is. 


Voorbeeldopgave 2

Slide 24 - Diapositive

Een grasveld heeft een lengte van 50 meter en een breedte van 70 meter. Bereken hoe groot het oppervlakte van dit grasveld is. 


1. Het oppervlakte
Voorbeeld - Gevraagd

Slide 25 - Diapositive

Een grasveld heeft een lengte van 50 meter en een breedte van 70 meter. Bereken hoe groot het oppervlakte van dit grasveld is. 


1. oppervlakte grasveld
2. lengte = 50 m, breedte = 70 m
Voorbeeld - Gegevens

Slide 26 - Diapositive

Een grasveld heeft een lengte van 50 meter en een breedte van 70 meter. Bereken hoe groot het oppervlakte van dit grasveld is. 


1. oppervlakte grasveld
2. lengte = 50 m, breedte = 70 m
3. oppervlakte = lengte x breedte
Voorbeeld - Formule

Slide 27 - Diapositive

Een grasveld heeft een lengte van 50 meter en een breedte van 70 meter. Bereken hoe groot het oppervlakte van dit grasveld is. 


1. oppervlakte grasveld
2. lengte = 50 m, breedte = 70 m
3. oppervlakte = lengte x breedte
4. oppervlakte = 50 m x 70 m
Voorbeeld - Berekening

Slide 28 - Diapositive

Een grasveld heeft een lengte van 50 meter en een breedte van 70 meter. Bereken hoe groot het oppervlakte van dit grasveld is. 


1. oppervlakte grasveld
2. lengte = 50 m, breedte = 70 m
3. oppervlakte = lengte x breedte
4. oppervlakte = 50 m x 70 m
5. oppervlakte = 3500 m2
Voorbeeld - Antwoord + eenheid

Slide 29 - Diapositive

Zet de stappen van een berekening in de juiste volgorde
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Formule
Berekening
Gegevens
Gevraagd
Antwoord
Eenheid

Slide 30 - Question de remorquage

Laat met een berekening zien hoeveel liter water er in deze balk past.

Slide 31 - Question ouverte


Deze tafel heeft een oppervlakte van 15000 cm2. De breedte van de tafel is 80 cm. Laat met een berekening (volledig!!!) zien wat de lengte is. 

Slide 32 - Question ouverte

Leerdoelen van 2.2
  1. Je kunt werken met formules volgens het stappenplan.
  2. Je noteert altijd de eenheid achter getallen.
  3. Je kunt met piramideformules werken.

Slide 33 - Diapositive