Week 38 - les 1

Bonjour!
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Bonjour!

Slide 1 - Diapositive

Traduis: alsjeblieft (iets geven)
A
merci
B
voilà
C
ici
D
alors

Slide 2 - Quiz

Traduis: Frans
A
la France
B
anglais
C
français
D
espagnol

Slide 3 - Quiz

Traduis: au revoir
A
ooievaar
B
sorry
C
tot ziens
D
dankjewel

Slide 4 - Quiz

Traduis: ici
A
bedankt
B
geen dank
C
sorry
D
hier

Slide 5 - Quiz

Traduis: een beetje
A
un peu
B
je suis
C
je parle
D
un camping

Slide 6 - Quiz

Traduis: il y a
A
de broer
B
de zus
C
dat is/het is
D
er is/er zijn

Slide 7 - Quiz

Traduis: alstublieft (iets vragen)
A
merci
B
s'il vous plaît
C
avec
D
de rien

Slide 8 - Quiz

Traduis: het zwembad
A
la piscine
B
l'hôtel
C
le garçon
D
la fille

Slide 9 - Quiz

Traduis: toujours
A
vaak
B
met
C
altijd
D
in

Slide 10 - Quiz

Traduis: j'aime
A
ik heb liever
B
klein
C
ik ben
D
ik vind leuk / houd van

Slide 11 - Quiz

Hoe vraag je aan iemand hoe hij/zij heet?
A
Comment tu t'appelles?
B
Tu habites où?
C
C'est quoi, Silvolde?
D
Bonjour, ça va?

Slide 12 - Quiz

Hoe zeg je waar je woont in het Frans?
A
Je m'appelle ...
B
Ça va bien.
C
C'est ...
D
J'habite à ...

Slide 13 - Quiz

Planning:
* Corriger les devoirs (huiswerk nakijken)
* Expliquer bloc D (uitleg bloc D)
* Expliquer les jours (uitleg dagen van de week)
* Au travail (aan het werk)
* La fin 

Slide 14 - Diapositive

Leerdoelen:
  • Je kent de woordjes van bloc A en B redelijk.  
  • Je weet wanneer je de zinnen van bloc C kan gebruiken.
  • Je weet wat je moet leren voor het SO en HOE je dat moet leren.
  • Je kan vertellen wanneer je welk lidwoord nodig hebt in het Frans. 
  • Je bent bekend met de dagen van de week in het Frans.  

Slide 15 - Diapositive

Wat moet je leren voor het SO?
  • Bloc A (p. 52), FR-NL en NL-FR
  • Bloc B (p. 52/53), FR-NL en NL-FR
  • Bloc C (p.54), FR-NL en NL-FR (de zinnen bij bloc A en B vormen samen de zinnen van bloc C)
  • Bloc D (p. 55), vandaag krijg je de uitleg!

Hoe ga je dit leren? 

Slide 16 - Diapositive

Corriger les devoirs
* Corriges les devoirs: ex. 10bcd, 11 et 12 
* Avec la correction
* Corriger à deux
* Questions? Posez-les!
* Après: expliquer bloc D (p.32)
* Prêt (klaar)? Regardez au page 32! 

Slide 17 - Diapositive

Voor de uitdaging:
Lidwoorden in het Frans: wie kent dit al?
-> begin dan vast met opdracht 16, 17 en 18 
(luisteropdrachten mag je overslaan!)

Ken je het nog niet? Dan luister je mee met de uitleg!

Slide 18 - Diapositive

Bloc D: la grammaire (p. 32)
* Ex. 16a
__________________________________________________________________
Titel: De lidwoorden (de/het/een)

De/het = le, la, l', les

Slide 19 - Diapositive

Vervolg grammatica
De vriend = le copain
De vriendin = la copine

Verschil? 


Slide 20 - Diapositive

Vervolg grammatica
le ami = de vriend

Klinkerbotsing tussen e en i, dus le wordt l'.

Regel: bij woorden die beginnen met klinker of stomme h in het enkelvoud gebruik je l' in plaats van le of la.

Slide 21 - Diapositive

Vervolg grammatica
Meervoudswoorden: gebruik les.
Het maakt dan niet uit of het woord begint met een klinker, medeklinker of stomme h.

Voorbeelden: les activités, les hôtels, les vacances, les amis

Slide 22 - Diapositive

Samenvatting:
Wen jezelf aan bij het woordjes leren om le en la ook in je hoofd te stampen bij de woordjes.
zelfstandig naamwoord
mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
le / l'
la / l'
meervoud
les
les 

Slide 23 - Diapositive

Nu gaan we checken of het ook echt is overgekomen bij jullie!
... copain
A
le
B
la
C
l'
D
les

Slide 24 - Quiz

Nog een:
... hôtel
A
le
B
la
C
l'
D
les

Slide 25 - Quiz

En nog een:
... piscine
A
le
B
la
C
l'
D
les

Slide 26 - Quiz

Nog eentje dan:
... vacances
A
le
B
la
C
l'
D
les

Slide 27 - Quiz

En de laatste alweer!
... hôtels
A
le
B
la
C
l'
D
les

Slide 28 - Quiz

Au travail! (p. 33)
* Faites ex. 16de et 17a.
* Temps: environ 10 minutes.
* Travail individuel ou à deux.
* Après: expliquer un et une.
* Prêt? Essaie ex. 17de :) 

Slide 29 - Diapositive

Vervolg la grammaire
* Ex. 17a
____________________________________________________
Een = un of une
un: bij mannelijke woorden
une: bij vrouwelijke woorden

* ex. 17c: écoutes bien!

Slide 30 - Diapositive

Au travail!
* Faites ex. 17de et 18.
* Travail individuel ou à deux.
* Temps: environ 20 minutes.
* Questions? Posez-les!
* Après: les jours de la semaine.
* Prêt (klaar)? Faites ex. 11a (p. 15). Probeer de dagen van de week in het Frans bij elkaar te puzzelen door de cijfercodes.

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Pour finir:
- Wanneer heb je nou le, la, l' of les nodig?
- En wanneer un of une?

* Les devoirs:
faire ex. 16de, 17de, 18 (p.33/34) + 11a (p. 15)
apprendre bloc D. 

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive