Bron 24 Mussolini schreef in Leer van het fascisme (1932):
Het fascisme is anti-individualistisch en stelt zich als zodanig in dienst van de staat. In zoverre het individu opgaat in de staat, waardoor het individu pas volledig tot zijn recht komt en waaraan het individu zijn hoogste waarde ontleent, staat het fascisme achter het individu.
Het fascisme is tegenstander van het klassiek liberalisme, dat ontstond uit de behoefte in verzet te komen tegen het absolutisme en dat zijn zending vervuld heeft nu de staat de uitdrukking is geworden van het willen en streven van het volk.
Alleen de oorlog is in staat de menselijke energie tot haar hoogste inspanning op te voeren en geeft werkelijk adeldom aan de volken die de moed en de deugd bezitten de oorlog het hoofd te bieden.
In de leer van het fascisme is impero (= heers) niet slechts een begrip van territoriale, militaire en economische aard, maar een intellectueel en moreel begrip.
Voor het fascisme is het streven naar impero, dat wil zegen naar expansie van de natie, een uitdrukking van vitaliteit.
Ontleen aan de bron vier kenmerken van het Italiaanse fascisme en onderscheid ze in zaken waartegen het zich afzette en zaken waar het voor was.