2.4 - Nederland in het interbellum

2.4 Nederland in het interbellum
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

2.4 Nederland in het interbellum

Slide 1 - Diapositive

2.4 NL in het interbellum
Leerdoelen
1. Je weet welke sociale verdeling bestond in Nederland
2. Je weet hoe de economie zich ontwikkelde
3. Je weet welke politieke ontwikkelingen plaatsvonden

Slide 2 - Diapositive

1. Een verzuilde samenleving

Slide 3 - Diapositive

2. Welvaart en armoede
De economische wereldcrisis raakt ook NL -> productie loopt af en werkloosheid loopt op

Uitkering en stempelen voor werklozen

Colijn grijpt in:
- bezuinigen door aanpassingspolitiek
- lagere salarissen
- Hij wilt de Gouden Standaard niet loslaten
-> de crisis wordt erger

Slide 4 - Diapositive

Aan de slag


Maak vragen 5 tot en met 8 van 2.3 in het online werkboek

Slide 5 - Diapositive

Planning
1. Controle huiswerk
2. Uitleg aanpassingspolitiek
3. Herhalen stof
4. Oefenvragen

Slide 6 - Diapositive


Aanpassingspolitiek
1934



Minder uitgaven, omdat er minder inkomsten zijn: Nederland moet zich aanpassen

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Oefenvraag
Anna Seghers was een bekende Duitse schrijfster uit de twintigste eeuw. Haar leven werd beïnvloed door de politieke omstandigheden in Duitsland:

In 1933 werd ze als lid van de Duitse communistische partij gearresteerd en korte tijd gevangengehouden.

Licht dit toe door:
aan te geven naar aanleiding van welke gebeurtenis communisten in Duitsland werden gearresteerd in 1933

Slide 9 - Diapositive

Oefenvraag
Bron 24 Mussolini schreef in Leer van het fascisme (1932):
Het fascisme is anti-individualistisch en stelt zich als zodanig in dienst van de staat. In zoverre het individu opgaat in de staat, waardoor het individu pas volledig tot zijn recht komt en waaraan het individu zijn hoogste waarde ontleent, staat het fascisme achter het individu.
Het fascisme is tegenstander van het klassiek liberalisme, dat ontstond uit de behoefte in verzet te komen tegen het absolutisme en dat zijn zending vervuld heeft nu de staat de uitdrukking is geworden van het willen en streven van het volk.
Alleen de oorlog is in staat de menselijke energie tot haar hoogste inspanning op te voeren en geeft werkelijk adeldom aan de volken die de moed en de deugd bezitten de oorlog het hoofd te bieden.
In de leer van het fascisme is impero (= heers) niet slechts een begrip van territoriale, militaire en economische aard, maar een intellectueel en moreel begrip.
Voor het fascisme is het streven naar impero, dat wil zegen naar expansie van de natie, een uitdrukking van vitaliteit.

Ontleen aan de bron vijf kenmerken van het Italiaanse fascisme en onderscheid ze in zaken waartegen het zich afzette en zaken waar het voor was.

Slide 10 - Diapositive

Crisis in Nederland
  • Handel met de VS en Duitsland komt stil te staan.

  • Tussen 1929 en 1935 stijgt de werkloosheid van 22.000 naar 500.000

Slide 11 - Diapositive

3. Politieke ontwikkelingen
Veel kritiek op de democratie: slap geregeerd

Gevolg
NSB van Anton Mussert komt op

Maar totalitaire partijen maken weinig kans:
- NL deed niet mee met WO1
- Verbod voor ambtenaren om lid te zijn van de NSB
- Mensen voelen zich prettig in hun zuil
- Colijn werd gezien als 'sterke' leider

Slide 12 - Diapositive

Einde crisis
  • Pas vanaf 1936 leefde de economie weer op
  • Oorzaak: Colijn besloot, na aandringen, om De Gouden Standaard toch los te laten

De Gouden Standaard:
  • Waarde van munten was gekoppeld aan goud
  • Andere landen lieten deze standaard los →
     producten werden goedkoper
  • Nederlandse producten bleven juist duur
  • Door loslaten steeg de economie meteen


Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Planning
1. Vragen over de stof?
2. Herhalen H1 en H2
3. Aan de slag

Slide 15 - Diapositive

Oefenen
Maak de verdiepingsvragen om bronvragen te oefenen:
H1: 2 en 4
H2: 7, 2 en 4

Slide 16 - Diapositive