Les 6 - omrekenen met komma

• Rekenen
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

Welkom!

- Jas aan de kapstok

- Telefoon in de bak

- Kauwgom in de prullenbak

Ga lekker zitten.

Praktisch rekenen

Gewicht

Incheck

Wie is er wel/ niet?
Hoe zit je er bij vandaag?

Verwachtingen

- Jas in kluis of op de gang

- Telefoon in de bak

- Pen mee

- Je doet mee met de les

- Wees stil en luister naar uitleg

- Wees stil wanneer we werken

Doel van de les

Ik kan omrekenen van
kilo-gram-miligram
met komma

Herhaling

Omrekenen van:
kilogram - gram- milligram

Nullen erbij -> beneden
Nullen eraf <- omhoog

Uitleg omrekenen met komma

kilogram -> hg = x10
of de komma schuift 1 plek op.

35,20 kg = 352,0 hg

Uitleg omrekenen met komma

kilogram -> gram = x1000
of de komma schuift 3 plekken op.

 0,013 kg =  13 gram

0,0134 kg= ......... gram

Uitleg omrekenen met komma

gram -> kilogram = :1000
of de komma schuift 3 plekken op. <-

 15 gram =  0,015 kilogram

25 gram = .......... kilogram

Oefenen

Werkbladen omrekenen

met de komma.

Instructietafel:
Gwen, Des, Nick, Adriss

Squla

Groep 6
Rekenen adaptief
Meten
Gewicht