4.3 Moleculen en atomen

• Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Welkom

Boeken op tafel

Tassen onder tafel 

Online mensen, log in met onderstaande code

Lesdoelen

Je kan aan het eind van deze paragraaf:

- Zelf een molecuulformule opstellen 

- Zelf moleculen een naam geven

Stuur eerst een foto in van vraag 16 op blz. 14

Hoe weten we nu hoe die deeltjes eruitzien? 

-Hoe maken we onderscheid tussen verschillende soorten moleculen? 

De regels

In een molecuulformule staat: 

Hoeveel atoomsoorten er in het molecuul zitten.

Hoeveel er van elke atoomsoort aanwezig is geven we aan met de index. 

Bijvoorbeeld 

ik heb de volgende atoomsoorten en aantallen  14 Koolstof, 28 waterstof en 7 stikstof 

Wat zijn de afkortingen? 

Wat wordt de molecuulformule? 

En van? 

1 Koolstof

1 zuurstof

2 Waterstof

De hoeveelheid moleculen

De hoeveelheid moleculen geef je aan met de coëfficiënt

Bijvoorbeeld vijf watermoleculen wordt 5 H₂O 

Zelfstandig werken

Opgaven: 4 t/m 12 (blz. 18-19)

Tijd: 10 min

Klaar? Lees het tweede gedeelte van blz. 84 

1 Stikstof, 3 waterstof
De juiste molecuulformule is.....

1. N​1​​H​3​​
2. NH​3​​
3. H​3​​N​1​​
4. H​3​​N

Huiswerk

Leer: bron 2 blz. 77

Lezen: H4.3 blz. 83 t/m 84 bovenaan

Maken: opgaven 4 t/m 12 (blz. 18-19)

Vertel......

Aan je buurman of buurvrouw twee dingen die jij meeneemt na deze les.

2 min de tijd.