Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Voorbereiding toets
De Stad
Slide 1 - Diapositive
Warming up
5p
Slide 2 - Diapositive
Op de toets/het examen wordt er steeds naar 3 onderdelen van het kunstwerk verwezen. Dit zijn:
A
Voorstelling, compositie en textuur.
B
Voorstelling, vormgeving en context.
C
Voorstelling, vormgeving en inhoud.
D
Voorstelling, compositie en context.
Slide 3 - Quiz
Het eerste waar meestal naar gevraagd wordt zijn aspecten van de voorstelling. Een aspect van de voorstelling kan zijn:
A
Het is een sculptuur
B
Veel verschillende kleuren.
C
Een gladde, glimmende organische vorm
D
Een tafel met een vaas met bloemen.
Slide 4 - Quiz
Het tweede waar naar gevraagd wordt is een aspect van de vormgeving. Wat verstaan we onder vormgeving?
A
Hoe het gemaakt is, van welk materiaal.
B
Welke materialen en technieken zijn toegepast.
C
Welke beeldaspecten , materialen en technieken zijn gebruikt.
D
Hoe de beeldaspecten, en welke materialen en technieken zijn gebruikt.
Slide 5 - Quiz
De beeldaspecten zijn:
A
Lijn, vorm, kleur, compositie, licht en perspectief .
B
Lijn, vorm, compositie, ruimte, kleur, licht en textuur
C
Lijn, vorm, kleur, perspectief, compositie en materiaal.
D
Lijn, vorm, kleur, licht, compositie, ruimte en materiaal.
Slide 6 - Quiz
Op de toets/het examen wordt ook gevraagd om de voorstelling of vormgeving uit te leggen aan de hand van de inhoud van het kunstwerk. Wat bedoelen we met inhoud?
A
Waar het werk volgens mij over gaat.
B
Wat de kunstenaar wil vertellen of laten zien met het werk.
C
Waarom de kunstenaar het werk heeft gemaakt.
D
In welke context het werk is gemaakt.
Slide 7 - Quiz
Ronde 1
Beeldaspecten
Slide 8 - Diapositive
Welke begrippen vallen er onder het beeldaspect: VORM
Slide 9 - Question ouverte
Welke begrippen kan je noemen als er wordt gevraagd naar het beeldaspect KLEUR?
Slide 10 - Question ouverte
Welke soorten composities onderscheiden we?
Slide 11 - Question ouverte
Welke soorten licht onderscheiden we bij het beeldaspect LICHT?
Slide 12 - Question ouverte
Slide 13 - Diapositive
Ronde 2
Examenvragen 8p
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Noem drie aspecten van de voorstelling die verwijzen naar een grote stad.
Slide 16 - Question ouverte
Slide 17 - Diapositive
Als beschouwer van het werk lijk je je te bevinden in een stilstaande bus. Leg aan de hand van het aspect ruimte uit waardoor de indruk ontstaat dat je je in de bus bevindt.
Slide 18 - Question ouverte
Slide 19 - Diapositive
Leg aan de hand van het aspect vorm uit waardoor het lijkt alsof de bus stil staat.
Slide 20 - Question ouverte
Slide 21 - Diapositive
Het schilderij lijkt op een foto. Noem twee kenmerken van het schilderij waardoor het op een foto lijkt.