MK Oogafwijkingen

1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
Doktersassistent Beroep specifiekMBOStudiejaar 1-3

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Welke oogafwijkingen kennen we?

Slide 2 - Carte mentale

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

NHG triagewijzer Oogklachten maakt onderscheid tussen wel of niet acuut ontstaan van klachten. Wat zijn acuut ontstane klachten m.b.t. het oog?
A
In de afgelopen dagen ontstaan
B
In het afgelopen etmaal ontstaan
C
Binnen enkele uren ontstaan

Slide 10 - Quiz

Wat is het verschil tussen een hordeolum en chalazion?
A
Hordeolum is grote zwelling, chalazion kleine zwelling
B
Chalazion zit in het oog zelf, hordeolum op ooglid
C
Hordeolum is actieve ontsteking, chalazion niet.
D
Chalazion gaat altijd weer vanzelf over, hordeolum niet.

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Wie is gespecialiseerd in het meten en behandelen van oogafwijkingen, waaronder een lui oog of scheelzien?
A
Orthodontist
B
Orthoptist
C
Orthopedagoog

Slide 14 - Quiz

Een lui oog kan je het beste behandelen door:
A
Een bril te dragen
B
Het luie oog af te plakken
C
Het goede oog af te plakken

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Wat is betekenis van cataract?
A
verstopte talgklier ooglid
B
scheelzien
C
te hoge oogboldruk
D
Staar

Slide 31 - Quiz

Bij nacht-myopie (nachtblindheid) zit het probleem met name in de
A
Kegeltjes
B
Staafjes

Slide 32 - Quiz

Diabetes-patiënten zijn gevoeliger voor schade aan de vaatjes in het netvlies (diabetische retinopathie) Om dit op te sporen krijgen ze met regelmaat:
A
glaucoom-onderzoek
B
fundus-foto
C
Cornea-scan
D
Oogdruppels

Slide 33 - Quiz

Een gezond volwassen persoon die het idee heeft dat hij/zij minder goed kan zien kan in eerste instantie naar de
A
orthoptist
B
oogarts
C
opticien
D
orthodontist

Slide 34 - Quiz

Mila 3 jaar krijgt een visustest op het consultatiebureau. De uitslag vermoed waarschijnlijk een lui oog. De huisarts zal haar doorverwijzen naar de
A
orthoptist
B
oogarts
C
opticien
D
orthodontist

Slide 35 - Quiz

Nog vragen?

Slide 36 - Diapositive