1.8 herhalen spelling

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 2

Welkom

Ga rustig zitten.

Telefoon ligt in je kluisje.

Pak je werkboek + laptop

en zet je tas op de grond.

Doel

Aan het eind van de les kan ik:

• de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd 

       goed spellen.

• zinnen in de directe rede zetten.

lesopbouw

• uitleg
• oefenen
• zelfstandig werken
  
• afsluiting

persoonsvorm t.t.

• ik-vorm                                       --> (aangepaste) stam
• hij-vorm = jij / zij / hij / het  --> ik-vorm + t

• wij-vorm                                     --> hele ww / infinitief

ik loop 

hij loopt

zij lopen

ik vind

hij vindt

zij vinden

uitzondering

LET OP:

• jij/je achter de persoonsvorm --> geen t.

Jij vindt spelling makkelijk.                            Jij loopt door.

Vind jij spelling makkelijk?                             Loop jij door?

                   

ezelsbruggetje

Twijfel je of er wel of geen -t achter het werkwoord moet staan?

Gebruik dan het werkwoord lopen!

• Ik vind (loop) hem aardig.
• Jij vindt (loopt) hem aardig.            
• Vind (loop) jij hem aardig?

Hij (hebben) een nieuwe fiets gekregen.

(Worden) je goed voorbereid op je optreden?

Marian (besteden) veel geld aan haar uiterlijk

(Houden) je veel van je ouders?

Je (vinden) wiskunde dus moeilijk.

(Vinden) je wiskunde moeilijk?

Als mijn moeder boos (zijn), dan (vertellen) ze je de waarheid.

directe rede

Direct rede begint altijd met aanhalingstekens.

• Tessa zuchtte en zei: "Dit is al de derde keer."

• "Dat is al de derde keer", zuchtte Tarik.

Let ook op hoofdletters en leestekens!

Mo zegt tegen zijn moeder ik ga met je mee

Menno vraagt aan zijn leraar kunt u dat nog een keer uitleggen

Lotte rent naar de bus en roept wacht op mij

dicteewoorden

werkboek

hoofdstuk 1.8

blz. 80