Spelling tegenwoordige tijd

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Spelling - Tegenwoordige tijd

Spelling tegenwoordige tijd

Spelling hoofdstuk 3

Schrijf op wat er fout gespeld is:
"Ik wordt 4 jaar."

Schrijf op wat er fout gespeld is:
"Ik vind het heel lief van jou, Suske, dat je me naar huis vergezeld."

https:

In het kort (1)

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Dit zijn de spellingsregels voor de persoonsvorm tegenwoordige tijd (pv tt):

1 Ik erbij of jij erachter: alleen de ik-vorm

2 Anders in het enkelvoud: ik-vorm + -t

3 In het meervoud: het hele werkwoord

persoonsvorm tegenwoordige tijd

In het kort (2)

Zo ga je na of er een t achter de ik-vorm komt

• Bij de meeste werkwoorden kun je horen of er een -t achter de ik-vorm moet:

ik koop, jij koopt; ik schrijf, hij schrijft; ik studeer, zij studeert.

• Bij werkwoorden op -den hoor je dat niet. Vul dan het werkwoord lopen in.

Ik vin... het niet eerlijk → ik loop het niet eerlijk. Dus: ik vind.

Els vin... hem erg leuk → Els loopt hem erg leuk. Dus: Els vindt.

Het schema werkwoordspelling vind je op bladzijde 236.

Tim koopt een nieuwe scooter.

1. tegenwoordige tijd
2. verleden tijd

De tuinman maaide het gras.

1. tegenwoordige tijd
2. verleden tijd

Sleep de werkwoordsvormen naar de goede plek. Ze staan allemaal in de tegenwoordige tijd (pv-tt).

IK

JE/JIJ

WIJ 

werken

doet

ga

loop

reist

zeuren

wordt

vind

zijn

Tegenwoordige tijd: Sparen.
Ik ...............

Tegenwoordige tijd: Maken.
Ik ...............

Tegenwoordige tijd
betalen
Hij .............. te veel.

Vul de hij vorm tegenwoordige tijd in van

zuchten

Vul de tegenwoordige tijd in van: antwoorden

.........................jij?

Vul de tegenwoordige tijd in van: antwoorden
....... je broer ook nooit op jouw vraag?

Maken

Van spelling hoofdstuk 3 meervoud op -en en -s: 1, 2, 3, 4 en 5

Van spelling hoofdstuk 3 spelling van persoonsvorm tegenwoordige tijd: 1, 2, 3, 4 en 5