Maandag 18 december

• NT2
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 5

Maandag 18 december

Woordenschat bij Kerst

het glas

• gemaakt van een doorzichtige, harde stof
• om uit te drinken
• het glas - de glazen
• zin: Ik drink elke dag een glas water 

de kaars

• gemaakt van was, met een pit van katoen.
• de kaars - de kaarsen
• zin: De kaars brandt.

aansteken

• aan het branden brengen
• werkwoord 
• zin: Ik steek de kaars aan.

de vlam

• de vlam zie je op de kaars als deze brandt
• de vlam - de vlammen
• zin: Ik zie de vlam van de kaars. 

de kerstboom

• een versierde spar (soort boom) waarbij het kerstfeest wordt gevierd
• de kerstboom -  de kerstbomen 
• zin: Ik versier de kerstboom met lichtjes en ballen.

Rekenen

Doel:

Herhalen

Maak af les 5/ 10 / 15 

Tekst lezen van kerst

We lezen de tekst van het kerstwerkboekje 3x.

Daarna opdracht bij de tekst 

Ster in schrijven

Les 3.3

Doel: we vullen een formulier in

Grammatica les 

Les 1: letter/ woord/ zin

Les 2: Hij/zij

Les 3: Maak een goede zin 

Maak 1 t/m 8

Lezen

We lezen stil in ons eigen boek. 

Doel: we leren nieuwe woorden en we leren beter lezen. 

Rara, waar zijn we?

- In tweetallen

- Gesprek bedenken bij plek die ik geef

- Voor de klas vertellen

- Leerlingen luisteren en schrijven woorden

- Klaar? Leerlingen raden waar het is. 

Bingo 

- Streep de woorden door die je hoort

- Alle woorden? Bingo!

Klaar?

Werken in disk of kerstwerkboekje