Een manier om een land te besturen waarbij iedereen meebeslist.
B
Een apparaat om geluid mee op te nemen.
C
Een manier om een land te besturen waarbij 1 persoon alles bepaalt.
D
Een manier om zomer- en wintertijd aan te geven.
1 / 29
suivant
Slide 1: Quiz
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5
Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Wat is een dictatuur?
A
Een manier om een land te besturen waarbij iedereen meebeslist.
B
Een apparaat om geluid mee op te nemen.
C
Een manier om een land te besturen waarbij 1 persoon alles bepaalt.
D
Een manier om zomer- en wintertijd aan te geven.
Slide 1 - Quiz
Wat wordt bedoeld met democratisering?
A
dat er steeds meer politieke partijen komen
B
dat steeds meer mensen macht krijgen
C
dat mensen op steeds latere leeftijd mogen stemmen
D
dat we meer gaan samenwerken met andere landen
Slide 2 - Quiz
Wat is geen nadeel van democratisering?
A
Het ontstaan van de volksvertegenwoordiging.
B
Meer inspraak leidt tot minder daadkracht.
C
Meer invloed van internationale organisaties.
D
Meer inspraak leidt niet altijd tot meer verschillende meningen.
Slide 3 - Quiz
In Brazilië is er sprake van good governance
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quiz
Wat is Good Governance?
A
Een corrupte overheid, die denkt aan het milieu
B
Transparante overheid die samenwerkt.
C
Een goed milieu en lage bevolking.
D
Een samenwerking tussen bedrijven
Slide 5 - Quiz
Opdracht 4 op blz 79.
timer
6:00
Slide 6 - Question ouverte
Terug naar ppt
Slide 7 - Diapositive
Wat is etniciteit?
A
Een groep mensen die dezelfde taal spreekt
B
Een groep mensen die dezelfde godsdienst heeft
C
Een groep mensen met dezelfde klederdracht
D
Een groep mensen die dezelfde cultuur heeft
Slide 8 - Quiz
Als Brazilië arme landloze boeren heeft, zijn er ook rijke grootgrondbezitters. Welke etniciteit verwacht je dat deze grootgrondbezitters hebben?
A
Blank
B
Zwart
C
gemeng
D
inheems
Slide 9 - Quiz
Hoe noemen we de vermenging uit relaties tussen verschillende culturen in Amerika?
A
Integratie
B
Mestizering
C
Assimilatie
D
Rasvermenging
Slide 10 - Quiz
Stelling c: In de bevolkingsdiagrammen van Brazilië is het proces van mestizering te herkennen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 11 - Quiz
Natuurlijke bevolkingsgroei is
A
Geboorte - sterfte
B
Geboorte + sterfte
C
Sterfte - geboorte
D
Sterfte + geboorte
Slide 12 - Quiz
sociale bevolkingsgroei
A
Het verschil in vestigingsoverschot
B
Het verschil in vertrekoverschot.
C
Het verschil tussen sociale en asociale mensen
D
Het verschil tussen immigratie en emigratie.
Slide 13 - Quiz
Wat is GEEN reden voor de daling van het geboortecijfer in Brazilië?
A
Minder invloed van de kerken
B
Stijgende welvaart
C
Stimuleren gezinsplanning
D
Afname aantal jongeren
Slide 14 - Quiz
Hoge groene druk
Hoge grijze druk
Armer land
Rijk land
Fase 3 Demografische transitie
Fase 5 Demografische transitie
In de toekomst een tekort aan arbeiders
In de toekomst een overschot aan arbeiders
Zeer laag geboortecijfer
Dalend geboortecijfer
Slide 15 - Question de remorquage
Wat is vergrijzing?
A
Toename van het aantal 65+.
B
Afname van het aantal jongeren.
C
Mensen worden steeds ouder.
D
Toename van het aantal 50+.
Slide 16 - Quiz
Maak vraag 4 op blz 86 van je boek.
timer
4:00
Slide 17 - Question ouverte
terug naar ppt
Slide 18 - Diapositive
Het BBP (bruto binnenlands product)...
A
is de totale waarde van alle goederen en diensten
B
is de waarde van de import
C
is gelijk aan het nationaal in komen
D
zijn alle salarissen van Nederland waar de belasting nog niet van af is gehaald
Slide 19 - Quiz
wat is de informele sector?
A
illegaal werk in de criminele sfeer
B
goed betaald, ongeschoold werk in de dienstensector
C
beetje geld verdienen maar geen belasting betalen
D
werk doen zonder vergunning
Slide 20 - Quiz
Maak opdracht 6 op blz 92. Gebruik figuur 1.17 , 1.19 en 1.20.
timer
8:00
Slide 21 - Question ouverte
naar PPT
Slide 22 - Diapositive
Wat geeft de lorenzcurve aan...
A
De inkomensongelijkheid van een land
B
De koopkracht van een land
C
De alfabetiseringsgraad van een land
D
De ontwikkelingsgraad van een land
Slide 23 - Quiz
De bron geeft een beeld van het inkomen en van de ongelijkheid in Brazilië (de gini-index is een indicator voor binnenlandse ongelijkheid: gini-index 0 = totaal gelijke verdeling; 1 = totaal ongelijke verdeling). Welke twee begrippen zijn direct van toepassing op de gegevens die je in de bron kunt aflezen?
A
BRP per hoofd
B
Grootgrondbezit
C
Informele sector
D
Lorenzcurve
Slide 24 - Quiz
Bolsa Familia houdt in dat
A
er steun van de overheid is voor de armste bevolkingsgroep