Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
oefenen voor toets hfst 6 t/m 10
Oefenen voor toets hfst 6 t/m 10
mens en gezondheid
1 / 38
suivant
Slide 1:
Diapositive
Cette leçon contient
38 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositive de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Oefenen voor toets hfst 6 t/m 10
mens en gezondheid
Slide 1 - Diapositive
Wat zijn voorbeelden van leefstijl?
(meerdere antwoorden)
A
hoeveel kleedgeld je krijgt
B
hoeveel je beweegt
C
wat je allemaal eet op een dag
D
hoeveel stress je hebt
Slide 2 - Quiz
Wat betekent fysieke gezondheid?
A
alles wat je lichaam betreft
B
hoe je je voelt
C
hoeveel vrienden je hebt
D
hoe goed het op school haat
Slide 3 - Quiz
Wat betekent mentale gezondheid?
A
hoe sterk je lichamelijk bent
B
hoe je je voelt
C
hoe fit je bent
D
hoe sportief je bent
Slide 4 - Quiz
Wat heeft invloed op jouw gezondheid?
(meer antwoorden)
A
biologische factoren
B
omgevingsfactoren
C
leefstijl
D
jouw inkomsten
Slide 5 - Quiz
Wat zijn welvaartsziekten?
A
ziekte die je krijgt door weinig geld
B
ziekte die je krijgt door luxe
C
ziekte die je krijgt door verkeerde medicijnen
D
ziekte die je krijgt doordat je niet naar de dokter gaat
Slide 6 - Quiz
Is welvaartziekte een aangeboren ziekte?
A
ja
B
nee
Slide 7 - Quiz
is roken een welvaartsziekte?
A
ja
B
nee
Slide 8 - Quiz
is hart- en vaatziekte een welvaartsziekte?
A
ja
B
nee
Slide 9 - Quiz
is griep een welvaartsziekte?
A
ja
B
nee
Slide 10 - Quiz
Wat is een sociaal netwerk?
A
dat je veel vrienden/kennissen om je heen hebt
B
dat je veel mensen kent
Slide 11 - Quiz
Wat is een SOA?
A
seks oraal en anaal
B
seksueel overzicht van de aandoeningen
C
seksueel overdraagbare aandoeningen
D
seksueel overdraagbare aanpassingen
Slide 12 - Quiz
genotsmiddelen zijn middelen die je geest of lichaam stimuleren
A
juist
B
onjuist
Slide 13 - Quiz
voorbeelden van soft drugs zijn
A
hasj en cocaine
B
wiet en speed
C
heroine en xtc
D
hasj en wiet
Slide 14 - Quiz
harddrugs is gevaarlijk omdat:
A
je het lekker gaat vinden
B
omdat je er verslaafd aan kan raken
C
omdat je er alcohol bij moet drinken
D
omdat je andere dingen gaat zien
Slide 15 - Quiz
Hoe heet de organisatie waar je terecht kan met vragen over verslaving?
A
RIAGG
B
Trimbos instituut
C
GGD
D
Maatschappelijk werk
Slide 16 - Quiz
Wat betekent duurzaam eten?
A
dat het heel lang duurt tot dat het klaar is
B
dat met het eten rekening is gehouden met het het milieu
C
dat het heel lang duurt voordat het in Nederland aankomt
D
dat het veel geld kost om het te maken
Slide 17 - Quiz
Wat betekent verspilling?
A
dat je te duur hebt gekookt
B
dat je te weinig hebt gekookt
C
dat je te veel hebt gekookt
D
dat je geen duurzame producten hebt gebruikt
Slide 18 - Quiz
Wat is convenience food?
A
eten voor eenzame ouderen
B
fast food
C
biologische producten
D
kant en klaar producten
Slide 19 - Quiz
welke voedingsstoffen hebben sporters nodig?
A
mineralen en vetten
B
koolhydraten en eiwitten
C
vitaminen en eiwitten
D
koolhydraten en vetten
Slide 20 - Quiz
Van teveel zout krijg je een:
A
lage bloeddruk
B
hoge bloeddruk
C
mineralen tekort
D
slappe spieren
Slide 21 - Quiz
Mensen met ondervoeding moeten:
A
extra eiwitten en meer energie eten
B
meer koolhydraten eten
C
meer vitamines slikken
D
meer vet eten
Slide 22 - Quiz
1 liter is
A
10 ml
B
100 ml
C
1000 ml
D
1 ml
Slide 23 - Quiz
0,3 liter is
A
300 ml
B
30 ml
C
3 ml
D
3000 ml
Slide 24 - Quiz
10 ml is
A
0,010 L
B
0,10 L
C
1 L
D
0,001 L
Slide 25 - Quiz
kruiden zijn van een groene plant
A
juist
B
onjuist
Slide 26 - Quiz
munt is een kruid
A
juist
B
onjuist
Slide 27 - Quiz
Wat is brunoise snijden?
A
in reepjes snijden
B
in blokjes snijden
C
in ruitjes snijden
D
fijn snijden
Slide 28 - Quiz
Wat is julienne snijden?
A
fijn snijden
B
in blokjes snijden
C
in reepjes snijden
D
in ruitjes snijden
Slide 29 - Quiz
Wat betekent je eten garneren?
A
je eten versieren
B
je eten netjes op je bord leggen
C
mooie kleuren bij elkaar voegen
D
dat het eten lekker ruikt
Slide 30 - Quiz
Wat betekent een couvert?
A
dat je netjes rechtop zit bij het eten
B
dat je de tafel op een bepaalde manier dekt
C
dat je niet je ellebogen op tafel legt
D
dat je geen boer laat aan tafel
Slide 31 - Quiz
de messen liggen altijd rechts
A
juist
B
onjuist
Slide 32 - Quiz
Het glas staat altijd aan de linker kant van het bord
A
juist
B
onjuist
Slide 33 - Quiz
Wat is de HACCP?
A
Dit zijn richtlijnen voor voedselveiligheid te waarborgen.
B
Dit zijn verschillende wetten die samen gaan over voedselveiligheid.
C
Wetten die opgesteld zijn voor bedrijven in de horeca.
D
Richtlijnen voor de hoeveelheid voedsel dat een bedrijf mag produceren.
Slide 34 - Quiz
de rode snijplank is voor brood te snijden
A
waar
B
niet waar
Slide 35 - Quiz
de groene snijplank is voor groente snijden
A
juist
B
onjuist
Slide 36 - Quiz
De koelkast moet 4 graden C zijn
A
juist
B
onjuist
Slide 37 - Quiz
Wat betekent FIFO?
A
first in first over
B
first in first onder
C
first in first out
D
first in first onderzoek
Slide 38 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
Oefentoets H.9,10
Juin 2022
- Leçon avec
21 diapositives
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
taco
Septembre 2020
- Leçon avec
35 diapositives
Horeca
Praktijkonderwijs
Leerjaar 2
Technieken & Gezonde voeding
Avril 2024
- Leçon avec
42 diapositives
Islamitische godsdiens/ Verzorging voeding
Middelbare school
Leerjaar 3
Hoofdstuk 9
Octobre 2022
- Leçon avec
44 diapositives
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
M&G - Werken in een woondienstencentrum DEEL A
Décembre 2022
- Leçon avec
41 diapositives
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
snijtechnieken, haccp en kruisbesmetting
Mai 2023
- Leçon avec
28 diapositives
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
H9: Een maaltijd bereiden en opdienen
Avril 2022
- Leçon avec
28 diapositives
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
H9 Een maaltijd bereiden en opdienen
Septembre 2022
- Leçon avec
28 diapositives
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3