leçon 47_adjectif_forme

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Bonjour !

Le programme :

        Aujourd'hui (=vandaag) :

• On commence le chapitre 4: on regarde des vlogs
• Apprendre la forme des adjectifs

leçon 47

Regarder des vlogs sur Bravoure

Hoofdstuk 4 > Départ:

exercices 1 + 2 + 3

L'adjectif

Het bijvoeglijk naamwoord in het Frans

Waar zegt het bijvoeglijk naamwoord iets over in een zin?

1. Het bnw zegt iets over een werkwoord.
2. Het bnw zegt iets over een bijwoord.
3. Het bnw zegt iets over een zelfstandig naamwoord
4. Het bnw zegt iets over het onderwerp.

Bnw = L'Adjectif 

De VORM

Hoe ziet het bijvoeglijk nw eruit in het Frans?

4 vormen

- mannelijk enkelvoud

- vrouwelijk enkelvoud

- mannelijk meervoud

- vrouwelijk meervoud

Supplément page 51

Basisregel:

• De mannelijk vorm enkelvoud is de basisvorm.
• Voor vrouwelijk enkelvoud zet je er een -e achter.
• Voor mannelijk meervoud zet je er een -s achter.
• Voor vrouwelijk meervoud zet je er een -es achter.

Supplément page 51

exemple:

m enk = petit

m mv = petits 

v enk = petite

v mv = petites

Supplément page 51

als een bnw eindigt op een -e:

dan komt er dus niet een extra -e bij:

m enk: rouge

v enk: rouge

m mv: rouges

v mv: rouges

Supplément page 51

als een bnw eindigt op een -s:

komt er voor het mannelijk mv geen extra -s bij

Gris => mannelijk mv = gris

Maar :

de muis is grijs = la souris est grise

de muizen zijn grijs = les souris sont grises

Supplément page 51

Deze bijvoeglijke naamwoorden zijn onregelmatig:

(supplément, page 51)

1. wit = blanc, blanche
2. nieuw = nouveau, nouvelle (meervoud: nouveaux, nouvelles)
3. mooi = beau, belle (meervoud: beaux, belles)
4. aardig = sympa – heeft geen vrouwelijke vorm

Supplément

Faire l'exercice A page 52

Exercice A page 52

1. Le lit est bleu.
2. La table est petite.
3. La robe est rouge.
4. La photo est jolie. 
5. La chemise est blanche. 
6. J’ai une grande chambre.
7. Les jardins sont grands.
8. Les baskets sont noires.
9. Les blousons sont jaunes.
10. Les t-shirts sont blancs.

Les devoirs :

• Apprendre : StudyGo 4-1 N-F + supplément page 51