Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
L'adjectif
Het bijvoeglijk naamwoord in het Frans
Slide 1 - Diapositive
Waar zegt het bijvoeglijk naamwoord iets over in een zin?
A
Het bnw zegt iets over een werkwoord.
B
Het bnw zegt iets over een bijwoord.
C
Het bnw zegt iets oever een zelfstandig naamwoord
D
Het bnw zegt iets over het onderwerp.
Slide 2 - Quiz
Bnw = L'Adjectif
De VORM
Hoe ziet het bijvoeglijk nw eruit in het Frans?
Slide 3 - Diapositive
4 vormen
-mannelijk enkelvoud
-vrouwelijk enkelvoud
-mannelijk meervoud
-vrouwelijk meervoud
Slide 4 - Diapositive
Basisregel:
De mannelijk vorm enkelvoud is de basisvorm.
Voor vrouwelijk enkelvoud zet je er een -e achter.
Voor mannelijk meervoud zet je er een -s achter.
Voor vrouwelijk meervoud zet je er een -es achter.
Slide 5 - Diapositive
voorbeeld:
m enk = petit
m mv = petit+s
v enk = petit +e
v mv = petit +es
Slide 6 - Diapositive
dus...
We nemen als voorbeeld BLAUW = BLEU
le lit bleu -> mannelijk enkelvoud
la voiture bleue -> vrouwelijk enkelvoud
les livres bleus -> mannelijk meervoud
les fleurs bleues -> vrouwelijk meervoud
Slide 7 - Diapositive
als een bnw eindigt op een -e:
dan komt er dus niet een extra -e bij:
m enk: rouge
v enk: rouge
m mv: rouges
v mv: rouges
Slide 8 - Diapositive
als een bnw eindigt op een -s:
komt er voor het mannelijk mv geen extra -s bij
Gris => mannelijk mv = gris
Slide 9 - Diapositive
Deze bijvoeglijke naamwoorden zijn onregelmatig:
1) wit = blanc, blanche, blancs, blanches
2) nieuw = nouveau, nouvelle, nouveaux, nouvelles
3) aardig = sympa, sympas -geen vrouwelijke vorm
Slide 10 - Diapositive
Le chat est ....
A
grand
B
grande
Slide 11 - Quiz
La fleur est ....
A
bleu
B
bleue
Slide 12 - Quiz
Les filles sont ...
A
joli
B
jolis
C
jolie
D
jolies
Slide 13 - Quiz
Geef de vrouwelijk vorm enk van het bijv nw : grand
Slide 14 - Question ouverte
Geef de vrouwelijk vorm mv van het bijv nw : bleu
Slide 15 - Question ouverte
Geef de vrouwelijk vorm van het bijv nw : rouge
Slide 16 - Question ouverte
Geef de mannelijke vorm mv van het bijv nw: gris
Slide 17 - Question ouverte
Bnw = L'Adjectif
De PLAATS
Waar zit het bijvoeglijk nw in het Frans?
Slide 18 - Diapositive
Nederlands: ervoor
een rode auto
een moderne stoel
mijn favoriete kleur
Frans: in principe achter het znw
une voiture rouge
une chaise moderne
ma couleur favorite
Slide 19 - Diapositive
Maar:
Sommige bijvoeglijke naamwoorden staanvoor het zelfstandig naamword, zoals:
grand => un grand lit = een grot bed
petit => une petite table = een kleine tafel
joli => une jolie fille = een leuke meisje
nouveau => un nouveau vélo = een nieuwe fiets
Slide 20 - Diapositive
Een moderne auto
A
Une voiture moderne
B
Une moderne voiture
Slide 21 - Quiz
Een nieuwe bed
A
Un lit nouveau
B
Un nouveau lit
Slide 22 - Quiz
Een leuke kast
A
une armoir joli
B
une armoir jolie
C
une joli armoir
D
une jolie armoir
Slide 23 - Quiz
Een Franse film
A
Un film français
B
Un français film
C
Un française film
D
Un film française
Slide 24 - Quiz
Zet de bijvoeglijke naamwoorden in de juiste vorm op de juiste plaats in de zin – schrijf de hele zin over op je antwoordblad: préféré - Quelle est ta … série … ? gris - Mme Lecours a deux … chiens … . bleu + grand - M. La Note a une … voiture … . petit - Tu as une … chambre …? joli - J'ai une … armoire …