T1C leçon 10 : l'adjectif - de vorm


Bonjour 

1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon


Bonjour 

Slide 1 - Diapositive

Programme 
pour la leçon 10
        Aujourd'hui (=vandaag) :
-  Ce que j'ai appris dans le chapitre 1 (page 15)
- Grammaire : l'adjectif (het bijvoeglijk naamwoord) = de vorm
- Parler français
- Ecouter et lire: D'accord 



jeudi 16 février

Slide 2 - Diapositive

Ce que j'ai appris 
dans le chapitre 1

(supplément, page 15)

Slide 3 - Diapositive

L'adjectif
Het bijvoeglijk naamwoord in het Frans

Slide 4 - Diapositive

Waar zegt het bijvoeglijk naamwoord iets over in een zin?
A
Het bnw zegt iets over een werkwoord.
B
Het bnw zegt iets over een bijwoord.
C
Het bnw zegt iets over een zelfstandig naamwoord
D
Het bnw zegt iets over het onderwerp.

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Vidéo

Bnw = L'Adjectif 
De VORM
Hoe ziet het bijvoeglijk nw eruit in het Frans?

Slide 7 - Diapositive

4 vormen
-mannelijk enkelvoud
-vrouwelijk enkelvoud
-mannelijk meervoud
-vrouwelijk meervoud
Supplément page 17

Slide 8 - Diapositive

Basisregel:
De mannelijk vorm enkelvoud is de basisvorm.
Voor vrouwelijk enkelvoud zet je er een -e achter.
Voor mannelijk meervoud zet je er een -s achter.
Voor vrouwelijk meervoud zet je er een -es achter.

Supplément page 17

Slide 9 - Diapositive

voorbeeld:
m enk = petit
m mv = petit+s
v enk = petit +e
v mv = petit +es
Supplément page 17

Slide 10 - Diapositive

dus...
We nemen als voorbeeld BLAUW = BLEU

le lit bleu                           -> mannelijk enkelvoud
la voiture bleue              -> vrouwelijk enkelvoud
les livres bleus               -> mannelijk meervoud
les fleurs bleues           -> vrouwelijk meervoud

Slide 11 - Diapositive

als een bnw eindigt op een -e:
dan komt er dus niet een extra -e bij:
m enk: rouge
v enk: rouge
m mv: rouges
v mv: rouges

Supplément page 17

Slide 12 - Diapositive

als een bnw eindigt op een -s:
komt er voor het mannelijk mv geen extra -s bij
Gris => mannelijk mv = gris

Supplément page 17

Slide 13 - Diapositive

Deze bijvoeglijke naamwoorden zijn onregelmatig:
(supplément, page 18)
1) wit = blanc, blanche, blancs, blanches
2) nieuw = nouveau, nouvelle, nouveaux, nouvelles
3) aardig = sympa, sympas - geen vrouwelijke vorm


Slide 14 - Diapositive

Le chat est ....
A
grand
B
grande

Slide 15 - Quiz

La fleur est ....
A
bleu
B
bleue

Slide 16 - Quiz

Les filles sont ...
A
joli
B
jolis
C
jolie
D
jolies

Slide 17 - Quiz

Geef de vrouwelijk vorm enk van het bijv nw : grand

Slide 18 - Question ouverte

Geef de vrouwelijk vorm mv van het bijv nw : bleu

Slide 19 - Question ouverte

Geef de vrouwelijk vorm van het bijv nw : rouge

Slide 20 - Question ouverte

Geef de mannelijke vorm mv van het bijv nw: gris

Slide 21 - Question ouverte

Supplément

Faire l'exercice A page 18

Slide 22 - Diapositive

Exercice A page 18
  1. Le lit est bleu.
  2. La table est petite.
  3. La porte est rouge.
  4. La photo est jolie. / La photo est chouette.
  5. Le mur est blanc. 
  6. J’ai une grande chambre.
  7. Les jardins sont grands.
  8. Les chaises sont noires.
  9. Les fleurs sont jaunes.
  10. Les murs sont blancs.

Slide 23 - Diapositive

Parlez français 
Supplément, page 19

Slide 24 - Diapositive

Écouter
D'accord > Chapitre 2 > 2.2 > 2 + 3 + 4 + 5 + 6

Slide 25 - Diapositive

Lire
D'accord > Chapitre 2 > 2.3 > 2 + 3 + 4

Slide 26 - Diapositive

Les devoirs:

Apprendre (=leren):
- Quizlet 2-1 (Frans naar Nederlands) 
Faire (=maken):
- D'accord > Chapitre 2 > 2.3 > 2 + 3 + 4
- Alle opgegeven exercices van Chapitre 1 in D’Accord moeten woorden gemaakt. Kijk op bladzijde 1 van je supplément of je alle verplichte oefeningen hebt gemaakt. Als deze oefeningen niet zijn gemaakt, verlies jij een punt van jouw huiswerk.

Slide 27 - Diapositive