workshop 1: Methodisch handelen

Methodisch handelen 
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
VerzorgingMiddelbare schoolmavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

Methodisch handelen 

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Na de les

  • Kan je vertellen wat methodisch handelen inhoudt
  • Kan je vertellen hoe je gegevens verzamelt 
  • Kan je vertellen welke methoden er zijn om gegevens te verzamelen.
  • Kan je vertellen wat PES betekent en dit toepassen

Slide 2 - Diapositive

Wat weet je al over methodisch handelen?

Slide 3 - Carte mentale

Kenmerken methodisch werken

Doelgericht
Systematisch
Procesmatig
Bewust
(Efficiënt, effectief,  continue, kwaliteit, professioneel)

Slide 4 - Diapositive

Wat zijn de voordelen van methodisch werken?

Slide 5 - Question ouverte

Voordelen methodisch werken
  • de kans op fouten neemt af omdat je vooruit kijkt
  • zowel een ander als jijzelf weet wat er verwacht mag worden
  • je eigen handelen kan beter geëvalueerd worden om, als het nodig is, het handelen te verbeteren
  • anderen krijgen een duidelijker beeld van wat jij doet en wil gaan doen
  • Leveren van "Zorg op Maat" -  effectief en efficient

Slide 6 - Diapositive

Methodisch werken 
Methodisch werken = een bewuste, systematische aanpak die zes stappen omvat:

     1. Verzamelen van informatie 
     2. Formuleren van zorgproblemen 
     3. Doelen formuleren
     4. Plannen van interventies /acties 
     5. Uitvoeren van de activiteiten  
     6. Evalueren (en  rapporteren)

Slide 7 - Diapositive


Cyclisch werken – Systematisch werken

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Stap 1: Gegevens verzamelen

Slide 10 - Diapositive

Bij wie en hoe kunnen we gegevens verzamelen?

Slide 11 - Carte mentale

Informatiebronnen
  • Zorgvrager: in gesprek gaan met de zorgvrager = anamnese
  • Familie en mantelzorger = hetero-anamnese
  • Andere professionals (overdracht)
  • Via (eigen) observaties (objectief en subjectief)
  • Dossiers

Slide 12 - Diapositive

Welke informatie kunnen we verzamelen?

Slide 13 - Carte mentale

Welke info moet je verzamelen?  

  • Personalia – Administratieve gegevens
  • Gegevens over de levensloop van ZV
  • Gegevens over zelfzorg
  • Informatie van professionele zorgverleners (medische voorgeschiedenis)
  • ...........

Slide 14 - Diapositive

Informatie verzamelen
(hoe doe je dat?)

Slide 15 - Carte mentale

objectief / subjectief
Verschil tussen feiten en meningen/interpretaties 
belang van feitelijkheid bij het observeren.
 
Daarnaast wordt er in de zorg ook “gemeten” : de meest zuivere observaties: bijvoorbeeld RR, T, P, bloedwaarden. Daarover is geen discussie!

Slide 16 - Diapositive

Objectief en subjectief observeren
• Mevrouw Jansen ziet er erg onverzorgd uit.
• Agnes loopt continue op en neer, het lijkt erop alsof zij nerveus is.
• Mevrouw van Alphen is erg onzelfstandig. Ze kan nog niet eens haar broek optrekken!!
• Meneer Peters draagt een blauwe broek en colbert en een gestreepte bloes.

• Jan sloeg met zijn vuist op tafel.
• Mevrouw Emmen is agressief.
• Alle dementerenden eten slecht.


Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Op welke manieren kan je informatie verzamelen? (ordeningsprincipe)

Slide 19 - Question ouverte

Welke patronen van Gordon kennen jullie?

Slide 20 - Question ouverte

11 Gezondheidspatronen 

Slide 21 - Diapositive

QUIZ
Onder welk patroon plaats je de gegevens?

Slide 22 - Diapositive

Mevrouw gebruikt een rollator om zich te verplaatsen
A
Gezondheidsbeleving en instandhouding
B
Activiteiten
C
Uitscheiding
D
Stressbeleving

Slide 23 - Quiz

Mevrouw weegt 66kg en is 1m 68 groot
A
Gezondheidsbeleving en instandhouding
B
Activiteiten
C
Zelfbeleving
D
Voeding en stofwisseling

Slide 24 - Quiz

Mevrouw heeft steeds pijn aan haar rug
A
Gezondheidsbeleving en instandhouding
B
Cognitie en Waarneming
C
Rollen en relatie
D
Waarden en levensovertuiging

Slide 25 - Quiz

Mevrouw heeft een dochter die haar helpt met eten. (meerdere antwoorden zijn juist)
A
rollen en relatie
B
activiteiten
C
voeding en stofwisseling
D
slaap en rustpatroon

Slide 26 - Quiz

Mevrouw is snel kortademig bij het mobiliseren én transpireert hevig (twee antwoorden zijn juist)
A
activiteiten
B
voeding en stofwisseling
C
gezondheidsbeleving en instandhouding
D
stressverwerking

Slide 27 - Quiz

Wat weet je over het
stellen van een
( diagnose) / probleem / behoefte vaststellen

Slide 28 - Carte mentale

Slide 29 - Vidéo

PES

P= probleem
E= ethiologie
S= symptomen

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Vidéo

Tommie eet elke dag witbrood, patat en drinkt drinkt dagelijks cola. Hij heeft één keer in de week ontlasting. Hij heeft een vervelend gevoel in zijn buik. Hij zou meer vezels, groente en water moeten nemen. Welke zin hoort bij de letter E van de afkorting PES?
A
Hij heeft een vervelend gevoel in zijn buik
B
Hij heeft één keer in de week ontlasting
C
Hij eet dagelijks witbrood, patat en cola
D
Meer groente, vezels en water moeten drinken

Slide 32 - Quiz

Meneer De Jong (87) heeft COPD en zit in een rolstoel omdat hij te weinig energie heeft om te
lopen. Op zijn stuit heeft meneer een rode plek.  De huisarts constateerde dat meneer ondervoed is. Meneer is nu opgenomen in het verpleeghuis.

Formuleer de PES voor meneer de Jong.

Slide 33 - Diapositive

Probleem:
De zorgvrager is niet in staat om …………………………→ (een bepaalde
zelfzorgactiviteit) in ………→.bepaalde omstandigheden
Etiologie:
Dit komt door…………………………→ (kennis-, vaardigheid-, gevoelstekort
of een andere aanwijsbare oorzaak.
Signs (objectief) and Symptoms (subjectief)
Dat blijkt uit………→
……………………→ Meerdere observaties opschrijven

Slide 34 - Diapositive

Lesdoelen behaald? Kun je deze vragen beantwoorden?
  • Wat is methodisch werken?
  • Wat zijn de voordelen van methodisch werken
  • Uit hoeveel stappen bestaat het proces?
  • Op welke manieren kan je informatie verzamelen over de zorgvrager?
  • Waarom is het belangrijk om de juiste informatie over je zorgvrager te hebben
  • Wat is de PES en waar dient het voor?

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive