3.1 Hoe kom je aan een baan?
1 / 33
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Wat is een vacature?
A
Iemand die een baan zoekt
B
Iemand die een baan heeft
C
Een baan waar iemand aan het werk is
D
Een baan waarvoor iemand wordt gezocht
Slide 10 - Quiz
Je wil graag wat meer geld hebben. Je denkt eraan om een baantje te zoeken.
Welke bijbaan zou jij graag willen hebben?
Welke bijbaan zou jij graag willen hebben?
Slide 11 - Question ouverte
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Hoeveel banen zijn er volgens tabel 1?
Slide 15 - Question ouverte
Wat is de arbeidsmarkt?
A
Alleen banen die er zijn bij bedrijven
B
Alleen mensen die werken of die werk zoeken
C
Alle banen die er zijn bij bedrijven en alle mensen die werken of die werk zoeken
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Waarom is een goede arbeidsverdeling belangrijk voor een bedrijf?
A
Dan kan het bedrijf makkelijker personeel vinden
B
Dan heeft het personeel meer verschillende werk
C
Dan kan het personeel beter en sneller hun werk doen
Slide 21 - Quiz
Automonteur
A
Geschoold
B
Ongeschoold
Slide 22 - Quiz
Afwashulp
A
Geschoold
B
Ongeschoold
Slide 23 - Quiz
Ziekenverzorger
A
Geschoold
B
Ongeschoold
Slide 24 - Quiz
Slide 25 - Diapositive
Hoeveel uur moet je minstens per week werken als je een voltijd baan hebt?
Slide 26 - Question ouverte
De buurman werkt 38 uur per week als docent.
A
Voltijd
B
Deeltijd
Slide 27 - Quiz
Slide 28 - Diapositive
Bekijk de redenen om te werken nog een keer.
Welke twee redenen om te werken zijn voor jou de belangrijkste?
Welke twee redenen om te werken zijn voor jou de belangrijkste?
