4.2 uitleg online

Elektriciteit

4.2  spanning
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Elektriciteit

4.2  spanning

Slide 1 - Diapositive

Doel van de les
  • Weten wat onder een spanningsbron wordt verstaan en enige voorbeeld hiervan kunnen noemen.
  • Weten dat een spanningsbron als een batterij twee polen heeft. 
  • Weten dat er tussen de polen van een spanningsbron spanning aanwezig is en kunnen uitleggen wat daarmee bedoeld wordt. 
  • verschil tussen spanning en stroom kunnen uitleggen
  • Weten wat een accu is.
  • Weten wat een dynamo is en kunnen beschrijven hoe er elektriciteit wordt opgewekt in een dynamo. 
  • De grootheid spanning in de elektriciteit kennen met zijn symbool, eenheid en meetinstrument. 
  • Weten je hoe met twee batterijen van 1,5 V een spanning van 3 V kunt opwekken. 
  • Weten wat wordt verstaan onder elektrische energie. 
  • Weten wat een generator is en waarvoor hij dient. 
  • Weten hoe de elektriciteit van de centrale naar de huizen wordt getransporteerd. 
  • Weten wat de functie van een transformator is en waarvoor deze wordt gebruikt bij het transport van elektriciteit. 

Slide 2 - Diapositive

Spanningsbron
Een spanningsbron levert de spanning die nodig is om elektrische stroom door apparaten te laten lopen.
Voorbeeld: stopcontact, batterijen, accu 

Slide 3 - Diapositive

Verschil tussen spanning en stroom

Slide 4 - Diapositive

Spanning
Het water van de rivier loopt bij de waterval van boven naar beneden. 

In de batterij loopt de stroom van plus naar min. Dit is altijd zo!

De waterval is klein, dus de kracht is laag. Dit moet de spanning van de batterij voorstellen, die is ook laag. 

Slide 5 - Diapositive

Stroom
De waterval is hier veel groter. je kan hier ook niet meer veilig zwemmen. 

De spanning is hier hoog. 
Dit zou bijvoorbeeld een stopcontact kunnen voorstellen. 

Een stopcontact heeft een spanning van 230 volt. 
De stroom is ook gevaarlijk bij een hoge spanning.

Slide 6 - Diapositive

Kabouters en houtblokken, stroomsterkte en spanning 
  • Je kunt stroomsterkte en spanning vergelijken met kabouters die met houtblokken een kampvuur brandend moeten houden. 

  • De batterij, de energiebron, is te vergelijken met de houtvoorraad aan de rand van het bos. 

  • De kabouters die het hout van de rand van het bos naar de kampvuurplaats brengen zijn te vergelijken met de stroom die de energie vervoert van de spanningsbron naar een energieverbruiker (bijvoorbeeld het kampvuur).  

Slide 7 - Diapositive

Kabouters en houtblokken, stroomsterkte en spanning 
Je kunt stroomsterkte en spanning vergelijken met kabouters die met houtblokken een kampvuur brandend moeten houden. 

De batterij, de energiebron, is te vergelijken met de houtvoorraad aan de rand van het bos. 

De kabouters die het hout van de rand van het bos naar de kampvuurplaats brengen zijn te vergelijken met de stroom die de energie vervoert van de spanningsbron naar een energieverbruiker (bijvoorbeeld het kampvuur).  

Slide 8 - Diapositive

Stroomsterkte
1
2
3

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Lien

Dynamo / Generator

Slide 11 - Diapositive

Spanning
Spanning is een grootheid. 
De eenheid die bij spanning hoort is Volt (V)
Het symbool dat hierbij hoort is U.
Een batterij heeft een spanning van 9V: 
U = 9V
U is afkomstig van het Latijnse urgere (dringen, drukken, duwen).
Volt: De eenheid is genoemd naar de Italiaanse natuurkundige Alessandro Volta. Deze vond in 1800 de eerste chemische batterij uit ( zuil van Volta)

Slide 12 - Diapositive

Meten
Spanning kun je meten. Daarvoor gebruik je een spanningsmeter of Voltmeter. Aansluiten moet parallel aan de stroomkring!

Slide 13 - Diapositive

Opwekken van elektriciteit

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Hoe krachtig een spanningsbron is kan je meten.
Waarin meten we de spanning?
A
Watt
B
Serie
C
Volt
D
Ampere

Slide 16 - Quiz

Spanning is een grootheid.
Wat is het symbool voor spanning?
A
U
B
V
C
u
D
A

Slide 17 - Quiz

sleep het woord naar de juiste plek.
transformatorhuisje
transformatorstation
woning
elektriciteitscentrale
hoogspanningsmast

Slide 18 - Question de remorquage

De spanning van een batterij is 1,5 Volt. Hoe kun je dit kort noteren?
A
S = 1,5 U
B
U = 1,5 V
C
V = 1,5 U
D
S = 1,5 V

Slide 19 - Quiz

Sleep het apparaat naar de juiste beschrijving. Bij sommige beschrijvingen horen meer apparaten.
geeft geluid
geeft licht
geeft beweging
geeft warmte
fietslamp
mp3-speler
strijkijzer
kolomboor
waterkoker
kerstverlichting

Slide 20 - Question de remorquage

Bij een fietsdynamo loopt er maar één draadje van de dynamo naar de lamp.
Hoe kan de lamp toch branden?
A
Bij een fietslamp is geen stroomkring nodig
B
De stroom loopt terug door het frame van de fiets

Slide 21 - Quiz

Wat is de normale spanning op het stopcontact in Nederland?
A
115 Volt
B
220 Volt
C
230 Volt
D
350 Volt

Slide 22 - Quiz

Controle: Weet je
  • wat onder een spanningsbron wordt verstaan en enige voorbeeld hiervan kunnen noemen?
  • dat een spanningsbron als een batterij twee polen heeft?
  •  dat er tussen de polen van een spanningsbron spanning aanwezig is en kunnen uitleggen wat daarmee bedoeld wordt. 
  • kun je het verschil tussen spanning en stroom kunnen uitleggen?
  • wat een accu is?
  •  wat een dynamo is en kunnen beschrijven hoe er elektriciteit wordt opgewekt in een dynamo?
  • De grootheid spanning in de elektriciteit kennen met zijn symbool, eenheid en meetinstrument?
  • hoe je met twee batterijen van 1,5 V een spanning van 3 V kunt opwekken?
  • wat wordt verstaan onder elektrische energie?
  • wat een generator is en waarvoor hij dient?
  • hoe de elektriciteit van de centrale naar de huizen wordt getransporteerd?
  • wat de functie van een transformator is en waarvoor deze wordt gebruikt bij het transport van elektriciteit?

Slide 23 - Diapositive

Opdrachten
6.2 - Opdracht 1 t/m 10
Heb je vragen? Stel ze op Classroom!

Slide 24 - Diapositive