Tijdvak 3 + 4_Monniken en Ridders_Steden en Staten



De Middeleeuwen
Tijdvak 3 (500 - 1000)
Tijdvak 4 (1000 - 1500)
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon



De Middeleeuwen
Tijdvak 3 (500 - 1000)
Tijdvak 4 (1000 - 1500)

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • Herhalen tijdvak 2
  • Tijdvak 3 + 4
  • Formatieve toetsing
  • Afsluiten

Planning

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heb je geleerd uit college 2 over de tijd van grieken en romeinen?

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag:
Deze schoolplaat hoort bij de tijd van Grieken en Romeinen. Leg dit uit aan de hand van een bronelement.Vraag:
Deze schoolplaat hoort bij de tijd van Grieken en Romeinen. Leg dit uit aan de hand van een bronelement.

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekenen de volgende begrippen: 1. Romanisering, 2. Monotheïsme, 3. Volksverhuizingen, 4.Limes, 5.Agrarische revolutie

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen monniken en ridders (tijdvak 3)


  • De student kan het hofstelsel (met horigheid) en leenstelsel in eigen woorden uitleggen.
  • De student kan een onbedoeld gevolg van het feodalisme (versnippering) kunnen verklaren + de oplossing die vorsten hiervoor hadden (geestelijkheid).
  • De student herkent de volgende personen en kan uitleggen wat hun functie was: Willibrord en Bonifatius
  • De student kan in eigen woorden uitleggen hoe de islam en het christendom ontstonden en zich verspreidden.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen steden en staten (tijdvak 4)

  • De student kan in eigen woorden de opkomst van handel en het ontstaan van steden uitleggen.
  • De student kan in eigen woorden uitleggen wat stadsrechten zijn, waarom deze werden verleend en wat de gevolgen waren voor de koning.
  • De student kan in eigen woorden uitleggen hoe centralisatie ontstond en wat de gevolgen hiervan zijn.
  • De student kan uitleggen waarom er conflicten ontstonden tussen vorsten en pausen in de late ME.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De Middeleeuwen (500 - 1500)

Slide 8 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Dit was de laatste dia uit de les van tijdvak 2!.

Links: romeinse rijk op zijn hoogtepunt, rechts: romeinse rijk verdeeld in oost en west
Volksverhuizingen 5e en 6e eeuw n.Chr: Veer germanen woonden al in het romeinse rijk en germanen slaan op de vlucht voor de hunnen.

Slide 11 - Diapositive

Geestelijkheid: de mensen van de kerk
Adel: de mensen die grote stukken grond bezaten, bestuurstaken hadden en/of legers aanvoerden.
Derde stand: de mensen die werkten, boeren, ambachtslieden etc.

Slide 12 - Diapositive

Benoemingswaardig: als je bij een heer (machtige boer) aanklopte voor plek gaf je wel al je vrijheden op. Hier wordt nog stil bij gestaan in de komende dia’s. Er waren ook boeren die dit niet deden en zij bleven gewoon vrije boeren. Afhankelijk van de plaats waar je woonden en de mate van veiligheid bepaalde of je deze keuze maakte.

Vraag: Wat zou jij doen? Want je was niet verplicht bij een ander aan te kloppen, maar je raakt wel je vrijheid kwijt.

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem voor- en nadelen van het hofstelsel voor zowel de horigen als de heer.

Slide 16 - Question ouverte

Horigen: nadeel = vrijheden opgeven, (deel)oogst afstaan, voldoen aan bepaalde plichten (herendiensten)
Voordeel = bescherming krijgen van de heer, deel van de oogst houden, vrij zijn op zondag
Heer: nadeel = verantwoordelijk voor de horigen en hun omstandigheden (moest bescherming geven, deel grond in bruikleen)
voordeel = verdiende aan de horigen (betalen in natura), horigen vechten in oorlogstijd om de heer te beschermen, horigen zijn trouw, horigen verrichten herendiensten.

Slide 17 - Diapositive

In de vorige PowerPoint over tv2 is er stilgestaan bij het verval van dat Romeinse rijk. In tv3 hebben we te maken met het Frankische rijk. Het is wel van belang hier dus even bij stil te staan waar dit rijk dan ‘ineens” vandaan komt. Op het plaatje is het Frankische rijk te zien. Duidelijk wordt ook dat dit een groot deel van het vroegere Romeinse Rijk is.

Karel de Grote kroont zichzelf in 800 tot keizer, waarom is dit bijzonder?

Slide 18 - Question ouverte

Opmerkelijk is dat KdGr zich tot keizer kroont, want dat was juist iets typisch voor de tijd van de Romeinen. Hieruit blijkt dus dat ze een zekere waardering hadden voor die cultuur en dit toch nog ergens in stand willen houden. Hij was overigens ook de eerste keizer sinds de val van het Romeinse Rijk.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk probleem ontstaat er door het leenstelsel als iedereen steeds maar land gaat uitlenen?

Slide 22 - Question ouverte

Probleem: versnippering en dat komt terug op de volgende dia.

Slide 23 - Diapositive

Versnipperingsprobleem: leenmannen gaan gebieden ook uitlenen en doorgeven van vader op zoon, dit is natuurlijk niet de bedoeling en zo versnippert het hele land in allemaal kleine machthebbers.  er werd wel een oplossing op bedacht, namelijk geestelijkheden neerzetten, want die kregen toch geen kinderen. Maar hier ontstaat wel het probleem dat geloof en wereldlijke macht in elkaars vaarwater gaan zitten.

Welke oplossing kan er worden bedacht voor het leenstelsel probleem (geestelijkheid) en hoe kan er anders worden gezorgd voor veiligheid?

Slide 24 - Question ouverte

Geestelijke houden zich aan het celibaat en mogen dus geen kinderen krijgen, dus zij kunnen niks doorgeven van vader op zoon.
Nu moeten ridders en burchten zorgen voor bescherming.

Slide 25 - Diapositive

Mogelijkheid om nog even kort stil te staan bij Willibrord (links) en Bonifatius (rechts) --> waren immers verspreiders van het Christendom in de vroege middeleeuwen. Verhaal van Bonifatius (rechts) is ook wel gaaf. Werd in 754 vermoord bij Dokkum toen hij dacht de Friezen te bekeren op zijn oude dag, maar de Friezen vielen hem en zijn mannen aan en een Bijbel boven je hoofd gaat dat niet helpen. --> Beide waren missionarissen, dit begrip is wel van belang.

Video's over verspreiden christendom en ontstaan Islam. 

Slide 26 - Diapositive

Antwoorden in de teamsChat!

A> Combinatie handel en landbouw
B> hofstelsel (voornamelijk landbouw dus)
C> eerste vormen van democratie
D> leenstelsel/feodalisme
E> klassieke cultuur in haar pracht en praal; beeldhouwkunst, perfectie, amfitheaters etc.
F> Romaanse bouwstijl met grote stenen, hoge kerken, geloof belangrijk aspect etc.

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Diapositive

De middeleeuwen worden opgedeeld in vroege en late. na 1000 is de late ME. Zoals zichtbaar is ben je dan al op de helft van onze geschiedenis...

Slide 29 - Diapositive

Is dit verhaal duidelijk, dan heb je de kern van tv 4 als het ware.
De verbeteringen in de landbouw zijn te verklaren vanuit nieuwe landbouwgebieden die beschikbaar waren. Daarnaast was grond snel uitgeput (akkerbouw is intensief), wat betekende dat men op zoek moest naar een nieuwe manier om grond goed te gebruiken. Door het drieslagstelsel werd de grond in wintergraan-zomergraan-braak verdeeld. Waardoor de grond afwisselend gebruikt werd en dus niet uitgeput raakte.
Plaatje: Dit is een schilderij van de markt in ‘s Hertogenbosch. Het is gemaakt in 1530. Het origineel staat in het Noord-Brabantmuseum in Den Bosch. Het schilderij geeft een beeld van hoe de markt er in de middeleeuwen uitzag. De huizen tegenwoordig lijken nog erg op die van toen. Ook het huisje links staat nog op de markt!

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 31 - Diapositive

Eerst de video kijken vanaf 4:53, hierna plaatjes bespreken. Video is ook een herhaling van wat net al is verteld.
Vraag: Wat zie je op de plaatjes en waarom past dit bij de middeleeuwen en niet bij de Grieken en Romeinen?
Links boven: De Dom in Keulen. Hoge kerk typisch Middeleeuws met veel versieringen (gotische stijl)  hoge kerk zorgt om dicht bij god te zijn
Rechts boven: Groningen in de Middeleeuwen  stadsmuur is typisch, zo kon de stad zich beschermen
Links onder: iedereen die niet de regels opvolgden, een heks was etc. werd gemarteld en vaak ter dood veroordeeld
Rechts onder: Antwerpen ten tijde van de Middeleeuwen. Achterin zijn huizen te zien van steen en hout, ook typisch middeleeuws.

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 33 - Diapositive

Optioneel!!!
De pest is een infectieziekte dat wordt veroorzaakt door een bacterie. Het is een bacterie dat wordt overgedragen van dieren naar mensen.
De ziekte vindt zijn oorsprong in Azië. Van dier op dier is het verspreid, waardoor het vervolgens naar de mens verspreidde. Bacterie  vlooi  ratten = ME steden waren zeker niet de schoonste, dus perfect voor de ziekte!
Men dacht dat het een straf was van god, men dacht dat joden de oorzaak waren (eerste uitingen van antisemitisme), dokters dachten dat het via de lucht werd overgedragen of dat het kwam door een overschot aan bloed  dan maar bloedzuigers inzetten, men verzon de gekste oorzaken…
Enorm veel mensen gaan dood door de ziekte, de economie stort in, handelaars en ambachtslieden te kort etc.
Naar schatting rond de 75 miljoen wereldwijd en 50 miljoen daarvan in Europa
Verbeteringen in hygiëne en evolueren van de mens

Slide 34 - Diapositive

De investituurstrijd hoeven zij niet te kennen, maar het is wel een interessant verhaal. Mocht je er tijd voor hebben, kan dit worden besproken:
De investituurstrijd is de strijd om wie van de twee (kerk of vorsten) het machtigste is en wie er dus bischoppen mag benoemen (want nu mogen zij het beide). Hierin hebben we te maken met 2 personen. Paus Gregorius de 7e en Keizer Hendrik de 4e. Gregorius meent dat hij de meeste macht heeft, want hij is de paus en staat immers direct in contact met god. Ook vorsten zouden naar hem moeten luisteren. Hendrik is het niet mee eens! De vorsten zijn belangrijker omdat zij alles in goede banen moeten leiden en immers bisschoppen mag benoemen.
1075: Hendrik benoemt de aarsbisschop van Milaan, terwijl de paus al iemand had gekozen.
Paus is boos, hij verbant Hendrik en hij riep op hem niet meer als keizer te zien.
Hendrik staat vervolgens 2 dagen in de sneeuw om vergiffenis te vragen bij de paus.
1122  oplossing: paus benoemt bisschoppen, maar de vorsten mogen bisschoppen wel macht overdragen. = Vanaf nu kerk en staat als het ware gescheiden en proberen ze zo min mogelijk in elkaar vaarwater te komen

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat vind je ervan dat geloven geweld gebruiken om hun macht te verspreiden?

Slide 36 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 38 - Diapositive

Antwoorden in de TeamsChat!!!

Mogelijke antwoorden:
Deze plaat gaat over de late middeleeuwen (tv4). Dit is te zien aan o.a. de handel die wordt gedreven en het geld dat word uitgewisseld. In de vroege middeleeuwen was dit namelijk verdwenen.
Deze plaat gaat over de late middeleeuwen (tv4). Dit is te zien aan de bouwstijl van de kerk, huizen en de grote dikke bogen in een stad. In de vroege middeleeuwen was dit namelijk verdwenen / in de vroege middeleeuwen was deze bouwstijl nog niet ontwikkeld / in de vroege middeleeuwen waren er nog geen echte steden omdat men moest schuilen bij bijvoorbeeld een landheer/ in de vroege middeleeuwen waren er nog Romeinse uitingen te vinden in de bouwstijl, hier is dat bijna volledig verdwenen (enkel de bogen zijn nog te herkennen, terwijl in de vroege middeleeuwen er nog veel resten waren).

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afsluiten
Wat ga je doen? 
  • Tip en top invullen op de volgende dia!
  • Maak een samenvatting/poster/lied/video etc. over dit tijdvak. Zorg dat je een overzicht krijgt van deze periode. Lever dit in op IT!!
  • Schrijf je in voor de verwerkingslessen! Je bent verplicht 3x per periode in te schrijven, dit mag op de woensdag of donderdag zoals aangegeven op IT!

Volgende les:
  • Tijdvak 5_Ontdekkers en Hervormers


Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tip en Top van deze les.

Slide 41 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions