vtt regelmatig en onregelmatig (wwn 1-75)

• NT2
• MBO
• Studiejaar 1

Ik heb gisteren een brief ........ (schrijven)

1. geschrijfd
2. geschrijft
3. geschreven
4. geschrijven

Wie heeft er het hardst ....... (roepen)

1. geroepen
2. geroept
3. geroepd
4. gerapen

Wij zijn gisteren naar het bos ...... (wandelen)

1. gewandelen
2. gewandelt
3. gewandeld
4. wandeld

Ik heb dat nog nooit ...... (doen)

1. gedoen
2. gedaan
3. gedoed
4. gedoet

Dat mooie meisje heeft in de bus naar mij ....... (lachen)

1. gelacht
2. gelachd
3. gelaachd
4. gelachen

Zij hebben vorige week nog ....... (tennissen)

1. getennist
2. getennisd
3. getennissen
4. getennisst

Ik heb het artikel in de krant ...... (lezen)

1. geleest
2. geleesd
3. gelezen
4. gelazen

Mijn oma is al lang geleden ........ ?
(overlijden)

1. overgeleden
2. overleden
3. overgelijt
4. overlijd

Heeft FC Barcelona dit weekend ...... ?(voetballen)

1. gevoetbalt
2. gevoetbald
3. gevoetballen
4. voetgebald

Ik ben met de trein naar de zee ......(rijden)

1. gereden
2. gerijt
3. gerijd
4. gerijden

Hij heeft vandaag zijn bureau niet ....... (opruimen)

1. geopruimd
2. geopruimt
3. opgeruimd
4. opgeruimt

Waarom heb je tegen mij ...... ?
(liegen)

1. geliegt
2. geliegd
3. geliegen
4. gelogen

Die man heeft nog nooit iets aan mij ...... (vragen)

1. vraagt
2. gevraagd
3. gevragd
4. gevraagt

Wat heb jij deze middag ...... ?
(drinken)

1. gedronken
2. gedrinken
3. gedrinkt
4. gedrankd

Oh nee, mijn t-shirt is in de was .....
(krimpen)

1. gekrimpd
2. gekrompen
3. gekrimpt
4. gekrompt