Goederenstroom H3 Voorraad

1 / 47

Slide 1: Diapositive

RetailMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Soorten voorraad

Pijplijnvoorraad = besteld maar nog niet geleverd.
Actievoorraad = extra voorraad voor een actie
Seizoenvoorraad = bijvoorbeeld schaatsen in de winter
Extra voorraad = bijv. bij korting leverancier.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Minimumvoorraad: (veiligheidsvoorraad):

- levertijd overbruggen

- 'nee' verkoop voorkomen

- afwijkingen vraag opvangen

Maximumvoorraad:

- maximum opslagruimte

- max om 'nee' verkoop te voorkomen

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Technische voorraad:

Werkelijke/fysieke tastbare voorraad in de winkel aanwezig

Economische voorraad:

- voorraad waarover je prijsrisico loopt.

- hier valt ook pijplijnvoorraad onder

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem eens 2 redenen voor een veiligheidsvoorraad?

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noem je de voorraad waar je prijsrisico over loopt?

Technische voorraad

Economische voorraad

Maximumvoorraad

Veiligheidsvoorraad

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem eens 2 voor- en nadelen van een 'grote' voorraad

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noem je pijplijnvoorraad ook wel?

Extra voorraad

Voorverkopen

Actievoorraad

Voorinkopen

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is voorraad inventariseren en waarom wordt dit gedaan?

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke van onderstaande werkzaamheden hoort thuis in stap 1 van het inventarisatieplan (voorbereidingen treffen)?

Tellen van de voorraad

Controleren of de administratieve voorraad overeenkomt met de technische voorraad

Ruim alle artikelen op

Derving bespreken met je medewerkers

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In een bouwmarkt per keer een verschillende productgroep of gangpad inventariseren is een voorbeeld van......

integraal inventariseren

cyclische inventarisatie

steekproefsgewijs inventariseren

alle antwoorden zijn fout

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Voor welke manier van inventariseren kies je?

Hangt af van verschillende factoren:

Continue inventarisatie

- Regelmatig fouten in de voorraadadministratie

- Veel onbekende derving

Steekproef

- Kun je op vertrouwen als de administratieve voorraad meestal met de werkelijke
voorraad overeenkomt

Cyclisch

- In korte tijd de hele voorraad tellen, maar het personeel niet te veel willen belasten

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Resultaten inventarisatie

De inventarisatie maakt duidelijk hoeveel de administratieve voorraad
afwijkt van de werkelijke voorraad.
Het verschil is derving en probeer je zoveel mogelijk te voorkomen.
Het verschil tussen administratieve en werkelijke voorraad kun je uitdrukken in procenten = dervingspercentage.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De administratieve voorraad is € 580.000
De werkelijke voorraad is € 563.000
a. Wat is de derving?
b. Wat is het dervingspercentage?

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitleg oefenopgave derving

Derving is € 580.000 - € 563.000 = € 17.000
Dervingspercentage is € 17.000 : € 580.000 x 100 = 2,93%
Dit betekent dat je 2,93% van wat je aan waarde denkt te
hebben (volgens de administratieve voorraad) niet hebt.

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

(34 + 2x(30+40+28) + 22)/ 8 = 31,5 stuks

Slide 29 - Diapositive

Bovenstaande methode is wat omslachtig. Je ziet dat de waarde van de tussenvoorraden 2x worden gebruikt en de begin- en eindvoorraad 1x. dit kan ook met onderstaande 2 formules. Welk je gebruikt is aan jezelf.

Slide 30 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Antwoord

(23560+ 2x (21010 + 18200 + 24330)+ 19580) / 8 = €21.277,50

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Diapositive

Anders dan beheer magazijn. Niet om de plek maar om de vraag welke producten je als eerste verkoopt. Dit heeft invloed op de waarde van de voorraad.

Berekening FIFO-methode

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Berekening LIFO-methode

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In een bedrijf bedroeg op 1 januari 2015 de totale voorraad € 1.450.000. Op 1 juli 2015 bedroeg de totale voorraad € 1.395.250. Op 31 december 2015 bedroeg de totale voorraad € 1.495.500. De inkopen bedroegen in 2015 € 3.250.900

1. Bereken de IWO

Slide 37 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Antwoord

waarde van beginvoorraad €1.450.000

Waarde van de inkopen € 3.250.900 +

€ 4.700.900

Waarde van de eindvoorraad € 1.495.500 -

IWO € 3.205.400

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

antwoorden oefenopgave

Totale waarde voorraad: 80*240 + 20*235 = €23.900

60 x 240 = 14400

Waarde voorraad FIFO = 23900-14400= €9.500

20*235 + 40* 240 = €14.300

Waarde voorraad LIFO = 23900-14300= €9.600

60 * 250= €15000

Waarde voorraad VVP = 23900-15000= €8.900

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De waarde van de voorraad bij een winkel is op 1 januari € 230.000 / op 1 juli € 225.000 / op 31 december € 245.000 / Vraag: bereken de gemiddelde voorraad van dat jaar.

Slide 43 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Beginvoorraad € 35.000 / eindvoorraad € 22.000 / waarde inkopen € 56.000 / Bereken de IWO

Slide 44 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Een winkel verkoopt sieraden / de brutowinst op armbanden is 28% van de IWO / de omzet is € 380.000 / wat is de IWO in euro's ?

Slide 45 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Een winkelier heeft op 1 januari een voorraad ter waarde van € 216.425.
Op 31 december heeft de voorraad een waarde van € 108.850. Gedurende het jaar is voor € 475.112 ingekocht. De jaaromzet is € 722.315.
A. Bereken de inkoopwaarde van de omzet
B. wat is de brutowinst?
C Wat is de brutowinstmarge?

Slide 46 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Een winkel heeft vorig jaar een omzet van € 845.251 gemaakt. De brutowinstmarge van de omzet was 15%. Bereken de inkoopwaarde.

Slide 47 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions