Door welke drie kosten wordt de hoogte van de voorraadkosten bepaald?
A
Huur-, energie- en schoonmaakkosten.
B
Inkoop-, verkoop- en bestelkosten.
C
Ruimte-, rente- en risicokosten.
Slide 33 - Quiz
Slide 34 - Diapositive
Oefenvraag
Je hebt een kledingwinkel met een magazijn.
De ruimtekosten voor het magazijn bij de kledingwinkel zijn € 8.720.
De rentekosten over de voorraad in de winkel en het magazijn zijn € 600
De risicokosten zijn € 1.400 .
Vraag: wat zijn de totale voorraadkosten?
Slide 35 - Diapositive
Opgave
De risicokosten van een winkel zijn € 750,-.
De gemiddelde voorraad in een winkel is € 15.500,- waard.
Om de rentekosten te berekenen hanteert de winkelier een rentepercentage van 3%.
De ruimtekosten voor het magazijn van de winkel zijn € 3.250,-.
Vraag: bereken de rentekosten.
Schrijf jullie berekening en antwoord op.
Slide 36 - Diapositive
Antwoord
De rentekosten (3% zie in de opgave) moet je altijd uitrekenen over de gemiddelde voorraad.
De gemiddelde voorraad is € 15.500 (zie in de opgave).
Antwoord: 3% van € 15.500 = € 15.500 : 100 x 3 = € 465
Slide 37 - Diapositive
De waarde van de voorraad van buitenspeelgoed is op 1 januari € 23.560 / op 1 juli € 19.050 / op 31 december € 21.050 / Wat is de gemiddelde voorraad?
Slide 38 - Question ouverte
Antwoord
Er waren drie metingen (op 1 januari, 1 juli en 31 december) dus:
(0,5 x € 23.560) + € 19.050 + (0,5 x € 21.050) _____________________________________________________ = € 20.677,50 2
Slide 39 - Diapositive
Van een artikelgroep zijn de volgende gegevens bekend: waarde van de voorraad op 1 januari is € 33.380 / waarde van de voorraad op 31 december is € 29.580 / waarde van de inkopen is € 55.840. Bereken de IWO in euro's.
Slide 40 - Question ouverte
Antwoord
Beginvoorraad + inkopen - eindvoorraad = IWO
€ 33.380 + € 55.840 - € 29.580 = € 59.640
Slide 41 - Diapositive
Einde les
Leer de begrippen van H3 (op pag. 148 in je boek).