Huiswerk H6

Hoofdstuk 6
Leerdoelen:
- Wat is armoede?
- Waar in Afrika is armoede?
- Wat zijn belemmerende factoren bij het realiseren van economische ontwikkeling? 
Hierbij wordt gekeken naar
              o Interne factoren (factoren binnen Afrika)
              o Externe factoren (factoren van buiten Afrika)
- Welke positieve ontwikkelingen zijn er die kunnen bijdragen aan de economische ontwikkeling van Afrika.

1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 6
Leerdoelen:
- Wat is armoede?
- Waar in Afrika is armoede?
- Wat zijn belemmerende factoren bij het realiseren van economische ontwikkeling? 
Hierbij wordt gekeken naar
              o Interne factoren (factoren binnen Afrika)
              o Externe factoren (factoren van buiten Afrika)
- Welke positieve ontwikkelingen zijn er die kunnen bijdragen aan de economische ontwikkeling van Afrika.

Slide 1 - Diapositive

Hoofdstuk 6, paragraaf 1
Lees in je boekje de info van H6.1, bekijk de volgende dia's en maak daarna de bijbehorende opdrachten.

Slide 2 - Diapositive

Kijk op de website van het armoedefonds (https://www.armoedefonds.nl/armoede-in-nederland).

Waarom is de definitie van armoede zoals in Nederland gedefinieerd anders dan in bijvoorbeeld Somalië?

Slide 3 - Question ouverte

Teken de lorenzcurve van alle 3 de landen in
één lorenzcurve.

Geef elke lijn een andere kleur.
Geef aan welke kleur bij welk land hoort.

Upload de foto hier.
uiteg lorenzcurve
https://www.mrchadd.nl/academy/vakken/economie/wat-is-de-lorenzcurve-en-wat-laat-het-zien

Slide 4 - Question ouverte

Gebruik de lorenzcurve die je bij de vorige opdracht en de atlaskaart met daarop de HDI (human development index (GB55: 262B).

Beredeneer of er een verband is tussen de HDI en de inkomensongelijkheid in een land.

Slide 5 - Question ouverte

Hoofdstuk 6, paragraaf 2
Lees in je boekje de info van H6.2, bekijk de volgende dia's en maak daarna de bijbehorende opdrachten.

Slide 6 - Diapositive

Een van de vaardigheden bij AK is het
'wisselen van schaalniveau'.
Bekijk de twee kaarten.

Welk voordeel heeft de rechter kaart
ten opzicht van de linker kaart als je
wat wilt zeggen over het inkomen in Nigeria.


Slide 7 - Question ouverte

Op deze kaart is op twee manieren informatie gegeven.
- de kleur van het land
- de cirkeldiagram in het land.

Noem drie landen met een hoog BBP/hoofd maar een laag BBP.


Slide 8 - Question ouverte

Leg uit hoe het kan dat een land een hoog BBP/hoofd
heeft, maar tegelijkertijd toch een laag BBP.


Slide 9 - Question ouverte

Gebruik de kaart.
Beschrijf de ruimtelijke ongelijkheid in Nigeria


Slide 10 - Question ouverte

Beredeneer met behulp van de theorie van 6.2
welk deel van Nigeria ruraal is.

Slide 11 - Question ouverte

In de hoofdsteden op het Afrikaanse continent is ook sprake van ruimtelijke ongelijkheid.

Beschrijf deze ruimtelijke ongelijkheid op lokaal schaalniveau.

Slide 12 - Question ouverte

Hoofdstuk 6, paragraaf 3
Lees in je boekje de info van H6.3, bekijk de volgende dia's en maak daarna de bijbehorende opdrachten.

Slide 13 - Diapositive

In 6.3 worden voorbeelden van interne en externe factoren gegeven en uitgelegd hoe die de ontwikkeling van Sub-Sahara Afrika bemoeilijken.

Wat is het verschil tussen interne en externe factoren?

Slide 14 - Question ouverte

9. Zet de verschillende belemmerende factoren in de juiste kolom: interne factor of externe factor.
interne factor
externe factor
ongunstige relatieve ligging
mono-economie
burgeroorlog
landbouw
subsidies
AIDS-epidemie
neokolonialisme
corruptie
braindrain

Slide 15 - Question de remorquage

Beredeneer in 3 stappen hoe de relatieve ligging heeft geleid tot
een verschil in GDP/capita tussen Kenia en Malawi

*GDP/captia = BBP/hoofd

Slide 16 - Question ouverte

Gebruik de bronnen van Ethiopië.
11. Beredeneer hoe de relatieve ligging
kan leiden tot ruimtelijke ongelijkheid in Ethiopië.

Slide 17 - Question ouverte

Gebruik de bron.
Welke 2 interne factoren dragen bij aan armoede in
de Democratische Republiek Congo?

Slide 18 - Question ouverte

Bekijk de bron.

Beredeneer vanuit de politieke en vanuit de economische
dimensie dat oorlog leidt tot armoede.

Slide 19 - Question ouverte

Good governance is belangrijk om buitenlandse investeerders aan te trekken.
Gebruik de atlas: de wereld - politiek.

Noem 5 kaarten die informatie geven over de mate van good governance in een land.

Slide 20 - Question ouverte

Gebruik de 5 kaarten van de vorige opgave en doe een uitspraak over de mate van good governance in Ethiopië

Slide 21 - Question ouverte

Gebruik de grafiek hiernaast.

Welke 3 landen vinden good governance blijkbaar een minder belangrijke
voorwaarden om te investeren in het land?

Slide 22 - Question ouverte

Leg uit op welke manier de mono-cultuur in Gambia zorgt voor een kwetsbare economie.

Slide 23 - Question ouverte

Gebruik de GB55: 259C: De wereld - Eenzijdigheid uitvoer naar product

Geef voor elke categorie (landbouw, mijnbouw, aardolie) de naam van een land waar waarschijnlijk sprake is van een mono-cultuur.

Slide 24 - Question ouverte

Wat zouden olie-exporterende landen kunnen maken als zij aan exportvalorisatie zouden doen? Noem 3 verschillende productgroepen.

(Geen idee?
Kijk dit filmpje: https://schooltv.nl/video/verwerken-van-aardolie-zelfs-in-wasmiddel-zit-aardolie/ )

Slide 25 - Question ouverte

Naast interne factoren zijn er dus ook externe factoren die de ontwikkeling van het Afrikaanse continent bemoeilijken.

Een van deze externe factoren is ‘Land grabbing’. Land grabbing wordt vaak gezien als een vorm van neo-kolonialisme.
Beargumenteer waarom ‘land grabbing’ zo aangeduid wordt.

Slide 26 - Question ouverte

Landleasen leidt vaak tot onvrede onder de lokale bevolking.

Geef 2 voorbeelden die overheden bij het afsluiten van de huurcontracten kan afdwingen waardoor de onvrede voorkomen kan worden.

Slide 27 - Question ouverte

Veel Afrikaanse landen hebben in het verleden financiele hulp ontvangen van de wereldbank.
Bij het accepteren van deze hulp voorwaarden verbonden zoals het verplichten van vrijhandel, waarbij Afrikaanse landen geen protectiemaatregelen mogen nemen.

Leg uit hoe dit uiteindelijk toch kan zorgen voor oneerlijke concurrentie op de wereldmarkt.

Slide 28 - Question ouverte

Geef 1 voordeel en 1 nadeel op van braindrain voor Afrikaanse landen.

Slide 29 - Question ouverte

Geef 1 voordeel en 1 nadeel op van braindrain voor Afrikaanse landen.

Slide 30 - Question ouverte

Hoofdstuk 6, paragraaf 4
Lees in je boekje de info van H6.4, bekijk de volgende dia's en maak daarna de bijbehorende opdrachten.

Slide 31 - Diapositive

Mobiele telefonie brengt veel mogelijkheden, ook in Afrika.

Leg uit waardoor mobiele telefonie wel snel heeft kunnen groeien in Afrika terwijl dat met de vaste telefoon niet gelukt is.

Slide 32 - Question ouverte

Geef 3 verschillende voordelen die mobiele telefonie gebracht waar mensen in Afrika hun voordeel mee kunnen doen.

Geef per voordeel een korte uitleg van wat het voordeel is, en voor wie.

Slide 33 - Question ouverte

M-Pesa is een mobile banking aanbieder ontwikkeld door Vodafone.
Ze zijn actief in Kenia en Tanzania.

Leg uit hoe het komt dat de kosten voor het gebruik van M-Pesa in Tanzania veel goedkoper is dan in Kenia.

Slide 34 - Question ouverte

Leg uit hoe mobile banking, zoals M-Pesa, het ondernemersklimaat in Afrika heeft doen verbeteren.

Slide 35 - Question ouverte

Leg uit hoe micro-kredieten kunnen helpen om mensen uit de armoede te trekken.

Slide 36 - Question ouverte

Uit onderzoek blijkt dat in sommige gevallen micro-financiering armoede juist kan versterken, en vrouwen juist afhankelijker kan maken.

Beredeneer hoe dit zou kunnen.

Slide 37 - Question ouverte