Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 80 min
Éléments de cette leçon
5.1 Handel en de opkomst van steden
Slide 1 - Diapositive
Planning
Bespreken SO vorige week
Uitleg 5.1 (nieuw hoofdstuk!) = inlog!
Video
Bespreken huiswerk
Uitleg middeleeuwen
Huiswerk maken
Quiz
Slide 2 - Diapositive
Bespreken toets
Alles van tafel
Slide 3 - Diapositive
Leerdoelen
Oorzaken opkomst steden in late middeleeuwen
Waarom ontstond er weer een geldeconomie
Waarom was een samenwerking voordelig?
Slide 4 - Diapositive
We verlaten het tijdvak van
De Monniken en Ridders (500-1000)
en gaan naar Steden en Staten! (1000-1500)
Slide 5 - Diapositive
Waar denk je aan bij Middeleeuwse steden?
Slide 6 - Carte mentale
Er komen weer steden
Rond jaar 1000:
Bloei handel + nijverheid
Mensen wonen + werken op platteland
Continuïteit en verandering?
Slide 7 - Diapositive
Twee oorzaken (1)
Ideeën?
1. Verbetering landbouw, zoals?
Betere werktuigen
Drieslagstelsel, wat is dat?
Afwisselen van gebruik grond. Zo raakt het land niet uitgeput en is de oogst groter.
Filmpje.
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Vidéo
Andere oorzaak (2)
2. Ontginnen woeste gronden
Bruikbaar maken voor landbouw
1 + 2 = stijging voedselopbrengst, en dus
Stijging bevolking + ruilen
Slide 11 - Diapositive
Boeren hadden voedsel over. Ambachtslieden maakten genoeg.
Wat gebeurde er met deze producten?
A
Opgekocht door handelaren en met winst verkocht.
B
Die werden weggegooid, wat moet je ermee?
C
Aan de landheer gegeven, die was tenslotte eigenaar.
D
Niets, ze werden gestolen door rovers en dieven.
Slide 12 - Quiz
Er komen weer steden
Ruilen van voedsel, welke plekken?
Kruispunten, kloosters, kastelen. En dan?
Ontstaan dorpen, later steden
Tussen 900 - 1300 ontstonden er +/- 1000 steden in Europa
Ontstaan landbouw- stedelijke samenleving = Maatschappij waarin meerendeel op platteland woont + werkt, maar ook deel in steden als ambachtsman of handelaar.
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
De bevolking groeit, de opbrengst uit landbouw moet omhoog. Hoe deden boeren dat?
A
Boeren gingen nieuwe technieken uitproberen.
B
Boeren waren verplicht om harder te werken.
C
Ze ontdekten dat van mest graan beter groeit.
D
Niet, hoe kan er nou meer groeien?
Slide 15 - Quiz
Ruilen niet handig, ontstaan geld
Ruilen is niet handig, waarom?
Opnieuw gebruik van geld
Slide 16 - Diapositive
Er komt meer geld in omloop
Verandering: ontstaan geldeconomievanaf 13e eeuw
Pacht in vorm oogst onhandig, waarom?
Kan vergaan
Geld handiger, waarom?
Leger en hofhouding betalen.
Slide 17 - Diapositive
Nadeel geldeconomie
Overal een ander soort munt...
Hoeveel is een munt nou waard?
Meer voordelen
Handelskapitaal opbouwen: kunnen ze investeren in handelswaar
Wissel: bedrag storten en kreeg je een brief om hoeveel geld het ging. Hoefden ze het niet zo veel mee te nemen.
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Vidéo
Huiswerk
Lees 5.1
Maak 4, 7, 8, 10, 11, 14, 17
Slide 20 - Diapositive
Culturele ontwikkeling
Eerst romaanse stijl: eenvoudig, dikke muren, bogen en kleine vensters
Gotiek (13e eeuw): hoog en slank, dunne muren, grote ramen, rijke versiering
Glas-in-lood
Muziek met meerdere melodieën
Religieuze kunst
Slide 21 - Diapositive
Huiswerk
4.5: 2, 3, 7 en 10
4.6: 1, 4, 8 en 9
Maak dit alsof het toetsvragen
zijn: netjes, serieus en geordend.
Slide 22 - Diapositive
De opbrengst uit landbouw nam toe, er was eten genoeg. Wat was een gevolg daarvan?
A
De bevolking groeide, niet iedereen had een huis.
B
Nieuwe beroepen, want niet meer iedereen was boer.
C
Boeren werkten minder hard, er was immers eten genoeg.
D
Het voedsel lag te rotten in de opslagplaatsen.
Slide 23 - Quiz
Sleep het juiste antwoord naar de vraag:
Waarom trokken handelaren naar kruispunten van wegen en rivieren?
Waarom trokken handelaren naar kastelen en kloosters?
Omdat deze plaatsen goed bereikbaar waren.
Omdat deze goed beschermd werden.
Slide 24 - Question de remorquage
Mensen in de stad wilden zelf de regels bepalen. Ze betaalden daar de landheer geld voor.
Hoe noem je deze rechten?
A
Het wetboek van strafrecht.
B
Stadsrechten.
C
Recht van overpad.
D
Betaalde rechten.
Slide 25 - Quiz
Zet de zinnen in de juiste volgorde
Boeren en ambachtslieden hadden producten over.
Handelaren kochten deze producten op om met winst te verkopen.
Handelaren reisden met deze producten naar kruispunten van wegen en rivieren, of kastelen en kloosters.
Op die plaatsen kwamen veel mensen samen om spullen te kopen en verkopen.
Zo ontstonden markten en nieuwe steden.
Slide 26 - Question de remorquage
Het tijdvak Steden & Staten duurt
A
van 500 tot 1500
B
van 500 tot 1000
C
van 1000 tot 1500
D
van 1500 tot 1600
Slide 27 - Quiz
Zet de ontwikkelingen in de juiste volgorde in de tijd
1
2
3
4
Meer voedsel en een grotere bevolking
Handel onstaat bij kruispunten, kloosters en kastelen
Het ontstaan van het drieslagstelsel en ontginnen van woeste gronden