Memo hoofdstuk 5.3- Nieuwe steden gaan handeldrijven
5.3 Nieuwe steden gaan handeldrijven
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1
Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 80 min
Éléments de cette leçon
5.3 Nieuwe steden gaan handeldrijven
Slide 1 - Diapositive
Waar denk je aan bij Middeleeuwse steden?
Slide 2 - Carte mentale
Er komen weer steden
Rond jaar 1000:
Bloei handel + nijverheid
Mensen wonen + werken op platteland
Continuïteit en verandering met de Germanen?
Slide 3 - Diapositive
Oorzaak 1
Verbetering landbouw, zoals:
1. Betere werktuigen, zoals halsjukken, ijzeren ploeg 2.Drieslagstelsel = Afwisselen van gebruik grond. Zo raakt het land niet uitgeput en is de oogst groter.
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Vidéo
Boeren hadden voedsel over. Ambachtslieden maakten genoeg.
Wat gebeurde er met deze producten?
A
Opgekocht door handelaren en met winst verkocht.
B
Die werden weggegooid, wat moet je ermee?
C
Aan de landheer gegeven, die was tenslotte eigenaar.
D
Niets, ze werden gestolen door rovers en dieven.
Slide 7 - Quiz
Oorzaak 2
Door het Ontginnen van woeste gronden komt er meer landbouwgrond bij
Door betere landbouwmethodes en meer landbouwgrond is er een stijging van voedselopbrengst, en dusstijging bevolking want meer mensen kunnen gevoed worden.
Slide 8 - Diapositive
Er komen weer steden
overschot van voedsel wordt geruild op markten
eerst bij Kruispunten, kloosters, kastelen.
Er ontstaan dorpen, later steden
Tussen 900 - 1300 ontstonden er +/- 1000 steden in Europa
Ontstaan landbouw- stedelijke samenleving = Maatschappij waarin merendel op platteland woont + werkt, maar ook deel in steden als ambachtsman of handelaar.
Slide 9 - Diapositive
De bevolking groeit, de opbrengst uit landbouw moet omhoog. Hoe deden boeren dat?
A
Boeren gingen nieuwe technieken uitproberen.
B
Boeren waren verplicht om harder te werken.
C
Ze ontdekten dat van mest graan beter groeit.
D
Niet, hoe kan er nou meer groeien?
Slide 10 - Quiz
Ruilen niet handig, geld ontstaat
Ruilen is niet handig, waarom?
Opnieuw gebruik van geld
Slide 11 - Diapositive
Er komt meer geld in omloop
Verandering: ontstaan geldeconomievanaf 13e eeuw
Pacht (=huur) in vorm oogst onhandig, omdat de oogst kan verrotten
Geld handiger, want daarmee kan een koning zijn Leger en hofhouding betalen.
Slide 12 - Diapositive
Nadeel geldeconomie = overal een ander soort munt... moeilijk te bepalen hoeveel de munten waard zijn.
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Vidéo
beperkt aantal steden in 14e eeuw
opkomst steden in 15e eeuw
Slide 15 - Diapositive
De opbrengst uit landbouw nam toe, er was eten genoeg. Wat was een gevolg daarvan?
A
De bevolking groeide, niet iedereen had een huis.
B
Nieuwe beroepen, want niet meer iedereen was boer.
C
Boeren werkten minder hard, er was immers eten genoeg.
D
Het voedsel lag te rotten in de opslagplaatsen.
Slide 16 - Quiz
Sleep het juiste antwoord naar de vraag:
Waarom trokken handelaren naar kruispunten van wegen en rivieren?
Waarom trokken handelaren naar kastelen en kloosters?
Omdat deze plaatsen goed bereikbaar waren.
Omdat deze goed beschermd werden.
Slide 17 - Question de remorquage
Mensen in de stad wilden zelf de regels bepalen. Ze betaalden daar de landheer geld voor.
Hoe noem je deze rechten?
A
Het wetboek van strafrecht.
B
Stadsrechten.
C
Recht van overpad.
D
Betaalde rechten.
Slide 18 - Quiz
Zet de zinnen in de juiste volgorde
Boeren en ambachtslieden hadden producten over.
Handelaren kochten deze producten op om met winst te verkopen.
Handelaren reisden met deze producten naar kruispunten van wegen en rivieren, of kastelen en kloosters.
Op die plaatsen kwamen veel mensen samen om spullen te kopen en verkopen.
Zo ontstonden markten en nieuwe steden.
Slide 19 - Question de remorquage
In welke tijd komen er meer steden?
A
van 500 tot 1500
B
van 500 tot 1000
C
van 1000 tot 1500
D
van 1500 tot 1600
Slide 20 - Quiz
Zet de ontwikkelingen in de juiste volgorde in de tijd
1
2
3
4
Meer voedsel en een grotere bevolking
Handel onstaat bij kruispunten, kloosters en kastelen
Het ontstaan van het drieslagstelsel en ontginnen van woeste gronden