Herhalen Stofwisseling B1-B2

Thema 3: Stofwisseling in de cel
- Herhalen B1 & B2 en begin B3
- B3: Koolstofassimilatie - lichtreactie
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Thema 3: Stofwisseling in de cel
- Herhalen B1 & B2 en begin B3
- B3: Koolstofassimilatie - lichtreactie

Slide 1 - Diapositive

Beantwoord de volgende vragen met de tafel

  1. Wat is het verschil tussen organische en anorganische stoffen? Wat is het verschil tussen assimilatie en dissimilatie?
  2. Wat is ATP? Hoe is ATP opgebouwd? Wat is de functie van ATP?
  3. Waarom gaat de ademhalingsfrequentie en de hartslag tijdens het hartlopen omhoog? 


Gebruik: boek  & BINAS
timer
1:00

Slide 2 - Diapositive

Noem 3 organische stoffen

Slide 3 - Question ouverte

Wat is ook alweer autotroof en heterotroof?
A
gebruikt CO2 en stoot het niet uit/verbruikt geen CO2 en stoot wel uit
B
kan uit organische stoffen energie halen/kan uit anorganische stoffen organische stoffen maken
C
kan uit anorganische stoffen organische stoffen maken/kan dat niet
D
heeft geen zuurstof nodig/heeft wel zuurstof nodig

Slide 4 - Quiz

Heterotrofe organismen doen ook aan koolstofassimilatie
A
goed
B
fout

Slide 5 - Quiz

Wat gebeurt er met het gewicht van een individu waarbij in de cellen meer assimilatie dan dissimilatie plaats vindt?
A
gewicht neemt toe
B
gewicht blijft gelijk
C
gewicht neemt af
D
ik heb geen idee...

Slide 6 - Quiz

Enzymen worden tijdens de reactie verbruikt
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Wat betekent het dat een enzym substraatspecifiek is?
A
Een enzym kan maar één type substraat produceren
B
Een enzym kan maar één type substraat omzetten
C
Een enzym heeft maar één actief centrum
D
Een enzym wordt geactiveerd door één specifiek substraat

Slide 8 - Quiz

Welk enzym vertoont de grootste enzymactiviteit?
A
x (rood)
B
y (groen
C
z (paars)

Slide 9 - Quiz

Vanaf welke temperatuur gaat enzym x denatureren?
A
vanaf 10 graden celcius
B
vanaf 15 graden celcius
C
vanaf 20 graden celcius
D
vanaf 25 graden celcius

Slide 10 - Quiz

Welk/welke enzym(en) kunnen worden opgewarmd tot 45 graden en weer afgekoeld en werken daarna nog steeds?
A
Geen van de enzymen
B
Alleen enzym z
C
Enzym z en y
D
Enzymen z, y en x

Slide 11 - Quiz

Enzymen x, y, en z kunnen werkzaam zijn in hetzelfde organisme
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Bij 37 graden zijn er meer enzymen y dan z gedenatureerd.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Hoe heet de vloeistof in de thylakoïden?
A
Stroma
B
Granum
C
Lumen

Slide 14 - Quiz

Wat wordt er gebruikt/geproduceerd bij de lichtreactie?
A
Glucose / C02
B
CO2 / Glucose
C
O2 / H2O
D
H2O / O2

Slide 15 - Quiz

Wat wordt er gebruikt/geproduceerd bij de donkerreactie?
A
Glucose / C02
B
CO2 / Glucose
C
O2 / H2O
D
H2O / O2

Slide 16 - Quiz

Waar vindt de lichtreactie plaats?
A
In het lumen van de thylakoiden
B
In het stroma van de thylakoiden
C
In het lumen van de chloroplasten
D
In het stroma van de chloroplasten

Slide 17 - Quiz

Waar vindt de donkerreactie plaats?
A
In het lumen van de thylakoiden
B
In het stroma van de thylakoiden
C
In het lumen van de chloroplasten
D
In het stroma van de chloroplasten

Slide 18 - Quiz