Periode 2 - week 46 - H.2 Gedicht

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Stijlfiguren

Donderdag 18 november

Wat gaan we doen:

• Aandacht voor: -faalangstreductietraining

                                        -profielkeuzegids zie

                                          scw.dedecaan.net > downloads

• H.2 - Gedicht (Op Niveau - zie Classroom)

      

STIJLFIGUREN

Stijlfiguren

gebruik je om indruk te maken op een luisteraar of lezer.

 

Het zijn taalmiddelen om dat wat je wilt zeggen, treffender of sterker uit te drukken.

EIND WEEK 20

Welke stijlfiguren moet je kennen - Overzicht

• herhaling
• tautologie
• pleonasme
• vooropplaatsing
• opsomming
• climax
• anticlimax
• parallellisme

• tegenstelling
• overdrijving
• retorische vraag

Klik hier voor het leerstofoverzicht voor tw2 (zie ook Classroom).

Uit: 'Op Niveau'

0

Wat is wat?

Pleonasme herhaalt een eigenschap dat al in een woord verwerkt zit (twee verschillende woordsoorten).

Tautologie zegt twee keer hetzelfde (synoniemen).

'Rood bloed' is een:

1. tautologie
2. pleonasme

Enkel en alleen is een vorm van

1. tautologie
2. pleonasme

Die spullen worden gewoon gratis weggegeven.

1. pleonasme
2. tautologie

De mondelinge bespreking

1. Pleonasme
2. Tautologie

Natuurlijk controleren we vanzelfsprekend de antwoorden.

1. tautologie
2. pleonasme

Wat een mooie rode aardbeien!

1. tautologie
2. pleonasme
3. foutieve tautologie
4. foutief pleonasme

Bestuderen: Op Niveau H.2.4, p. 8 - Stijlfiguren:

                                           herhaling, pleonasme, tautologie

Maken+huiswerk: H.2.4, p.8, opdr. 6

                                  

Filmpje met compleet overzicht van de stijlfiguren 

Handig bij het leren!