Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Hfst 4 - Rusland wordt communistisch
4.3 Twee revoluties
Tijd van burgers en stoommachines (1800-1900)
Tijd van de wereldoorlogen (1900-1950)
Slide 1 - Diapositive
De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, socialisme en nationalisme.
Het voeren van twee wereldoorlogen.
Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën: communisme.
Kenmerkende aspecten
In dit hoofdstuk ligt de nadruk op:
Slide 2 - Diapositive
Je kunt het verschil beschrijven tussen de liberale Februarirevolutie en de bolsjewistische Oktoberrevolutie.
Leerdoelen / succescriteria
Na deze les kun jij:
Slide 3 - Diapositive
exitticket
.
Exit-ticket
Je oefent: oorzaak en gevolg.
Bestudeer eerst par 4.3: Arceer de belangrijke zaken.
Teken daarna dit schema en vul dat in met de kennis uit je boek, als dat goed is, mag je de les verlaten.
Februarirevolutie
Oktoberrevolutie
oorzaken
gevolgen
rol van Lenin
Slide 4 - Diapositive
Arbeiders krijgen het dankzij de industriële Revolutie steeds beter.
A
juist
B
onjuist
Slide 5 - Quiz
De uitbuiting van arbeiders zal hen steeds armer maken.
A
juist
B
onjuist
Slide 6 - Quiz
De uitgebuite arbeiders zullen massaal een spontane revolutie beginnen
A
juist
B
onjuist
Slide 7 - Quiz
De lonen van de arbeiders zullen steeds hoger worden, omdat hun bazen daarmee een revolutie hopen te voorkomen.
A
juist
B
onjuist
Slide 8 - Quiz
De arbeiders moeten de macht grijpen, privébezit afschaffen en alles eerlijk delen.
A
juist
B
onjuist
Slide 9 - Quiz
De opstand van de arbeiders van 1905 heeft voor Semjon en zijn vrienden geen enkele zin gehad.
Semjon maakt kennis met de ideeën van Marx over de arbeidersrevolutie en het communisme. Hij sluit zich aan bij de bolsjewieken. Hij wordt opgepakt voor illegale activiteiten. Maar als de oorlog uitbreekt wordt hij weer vrijgelaten omdat hij in de wapenindustrie moet werken. Ondertussen wordt het leven voor de gewone Rus steeds slechter.
theorie
Semjon Kanattsjikov
Slide 10 - Diapositive
Leg uit dat bron 9 laat zien dat de soldaten veel vertrouwen hadden in ‘Vadertje Tsaar’ én in het geloof.
Tsaar Nicolaas II laat zijn soldaten tijdens de Eerste Wereldoorlog een icoon zien, om ze tot moed aan te zetten en bescherming te geven.
Slide 11 - Diapositive
Na Bloedige zondag was de rust wedergekeerd. Tsaar Nicolaas II had een Doema (volksvertegenwoordiging) aangesteld. Het leek erop dat hij zijn macht wilde delen.
Toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak, veroverden Russische troepen grote gebieden van Duitsland en Oostenrijk-Hongarije. Maar dat succes was slechts tijdelijk en al in 1915 drongen de Duitsers tot ver in Rusland door. De Russen wonnen zelden een slag.
Alleen generaal Broesilov behaalde in 1916 een groot succes en wist de Oostenrijkers ver terug te dringen. Maar toen de Duitsers de Oostenrijkers kwamen helpen, keerden de Russische kansen definitief. De verliezen aan gebied en mensenlevens waren enorm.
theorie
Rusland in de Eerste Wereldoorlog
Slide 12 - Diapositive
Dankzij de tsaar en dankzij Gods hulp winnen we de oorlog, geloofden sommigen.
Wat was er volgens generaal Broesilov ook nodig om de oorlog te winnen?
Slide 13 - Question ouverte
Geef twee oorzaken waardoor de Russen grote nederlagen leden.
Slide 14 - Question ouverte
Slide 15 - Vidéo
In de winter van 1916-1917 verslechterde de situatie verder. Niet alleen aan het front, maar ook in de steden. Doordat het leger heel veel voorraden nodig had, ontstonden er voedseltekorten in de steden.
In Moskou en Petrograd braken enorme stakingen en demonstraties uit. Tijdens deze Februarirevolutie koos het leger de kant van de demonstranten. Tsaar Nicolaas II had geen steun meer. Noodgedwongen deed hij afstand van de troon.
theorie
De Februarirevolutie
Slide 16 - Diapositive
Voor het eerst in eeuwen was er geen tsaar meer die Rusland leidde. Wie had nu wél de macht? De Doema, omdat dat de officiële volksvertegenwoordiging was? Of de sovjet van Petrograd? Want volgens honderdduizenden arbeiders was dat de échte volksvertegenwoordiging. In de Doema zaten namelijk vooral liberalen. Geen volksvertegenwoordiging, maar een rijkelui-vertegenwoordiging, vonden sommigen.
De Doema koos een Voorlopige Regering. Voorlopig, omdat er verkiezingen zouden worden gehouden zodra dat kon.
theorie
De Februarirevolutie
Slide 17 - Diapositive
De Voorlopige Regering besloot door te gaan met de oorlog. Als Rusland nu zou capituleren, zouden de Duitsers enorme gebieden opeisen.
Dat wilde de Voorlopige Regering niet op haar geweten hebben.
Het lijden en het sterven gingen dus door en de steun voor de Voorlopige Regering nam snel af. Tegelijkertijd nam de steun voor de sovjet van Petrograd toe.
En daar liet een groep communisten steeds meer van zich horen. Deze bolsjewieken, zoals ze zich noemden, vonden de tijd rijp voor de door Marx voorspelde communistische revolutie.
theorie
De Februarirevolutie
Slide 18 - Diapositive
Barricades in Petrograd tijdens de Februarirevolutie, opgeworpen door bolsjewistische soldaten.
Demonstratie in Petrograd in juni 1917. ‘Alle macht aan het volk’, ‘Vrede in de hele wereld’, ‘Alle grond voor de boeren’ en ‘Weg met de kapitalistische ministers’, staat op de spandoeken.
Leg uit dat beide foto’s laten zien dat de Voorlopige Regering weinig macht had.
Slide 19 - Diapositive
Waardoor waren veel mensen tegen de Voorlopige Regering?
Slide 20 - Question ouverte
De leider van de bolsjewieken was Vladimir Lenin. Hij was door de tsaar verbannen uit Rusland en woonde in Zwitserland. Na de Februarirevolutie reisde hij snel terug naar Rusland. Aangekomen in Petrograd bleef hij drie woorden eindeloos herhalen: brood, land en vrede.
Ondertussen kon de Voorlopige Regering de voedseltekorten niet oplossen en de oorlog bleef vreselijk slecht verlopen. Honderdduizenden frontsoldaten weigerden nog langer te vechten. Hele legereenheden deserteerden.
Lenin forceert de Marxistische Revolutie.
theorie
Lenin keert terug naar Rusland
Slide 21 - Diapositive
Leg uit dat Lenin heel goed begreep wat het volk wilde.
Slide 22 - Diapositive
Wat is het verschil tussen bolsjewieken en andere communisten?
Slide 23 - Question ouverte
Marx schreef dat de revolutie zou komen vanuit ‘het proletariaat’, dus de arbeiders. Maar in de laatste zin zegt Lenin dat de revolutie ‘van arbeiders, soldaten en boeren’ was.
Gebruik: bron 12.
Hoe verklaar je het verschil tussen wat Marx zei en wat Lenin schreef?
Op 25 oktober 1917 maakte de Petrogradse sovjet bekend:
‘De Voorlopige Regering is afgezet. De staatsmacht is in handen van de Petrogradse sovjet van arbeiders en soldaten. Wij willen vrede, afschaffing van de eigendomsrechten van grootgrondbezitters, arbeiderscontrole over de productie en de vorming van een sovjetregering. Lang leve de revolutie van arbeiders, soldaten en boeren!’
Naar: V.I. Lenin, Aan de burgers van Rusland (oktober 1917).
Slide 24 - Diapositive
‘Alleen een strak geleide partij kan de arbeiders en boeren opvoeden in de ware leer. Dat is de dictatuur van het proletariaat. De partij heeft altijd gelijk en wie de partij tegenspreekt is een vijand van het volk. Wie niet voor mij is, is tegen mij.’
Naar: V.I. Lenin, Wat te doen? (1902)
Hoe ziet Lenin de toekomst van Rusland, als je uitgaat van opdrachtbron 2?
Slide 25 - Diapositive
In het najaar van 1917 pleegde Lenin een staatsgreep. Hij schoof de Voorlopige Regering aan de kant. Deze staatsgreep werd later de Oktoberrevolutie genoemd.
Niet alle communisten en socialisten waren het eens met de staatsgreep. De meeste van hen vonden dat een communistische revolutie vanuit het volk moest ontstaan en dat was niet gebeurd: Lenin had er immers toe besloten.
Lenin trok zich niets aan van de kritiek. De bolsjewieken hadden de meerderheid in de sovjet. Zij kozen een regering die geheel uit bolsjewieken bestond. Om duidelijk te maken dat zijn versie van het communisme de juiste was, liet Lenin zijn bolsjewieken zich voortaan ook communisten noemen. Daarmee zei hij: mensen die het niet met ons eens zijn, zijn geen echte communisten.
theorie
De Oktoberrevolutie
Slide 26 - Diapositive
representativiteit van bronnen
Uit een bron blijkt vaak een mening, een standpunt. De schrijver, schilder of tekenaar vindt ergens iets van. Als jij de bron leest of bekijkt, moet je de vraag stellen of die mening de mening van een grote groep mensen is, of dat het juist een afwijkende mening is. Een soldaat die schrijft dat hij het enorm naar zijn zin heeft in de loopgraven, is een uitzondering. Zijn tekst is dan niet representatief voor de mening van soldaten in de loopgraven. Een soldaat die schrijft dat hij het er vreselijk vindt, heeft wél een representatieve mening. Het is belangrijk dat je daarover nadenkt, omdat je anders misschien denkt dat wat de mening van een enkeling is, voor iedereen gold. Je kunt dan conclusies trekken die niet kloppen.
Lenin schreef: ‘Het was in oktober 1917 de hoogste tijd voor een communistische revolutie’. De meeste bolsjewieken vonden dat ook. Dus Lenins opmerking is representatief voor de mening van bolsjewieken. Maar de meeste andere mensen hadden een heel andere mening. Dus Lenins tekst is niet representatief voor de mening van de hele bevolking.
Slide 27 - Diapositive
Je oefent: representativiteit van bronnen.
Beredeneer of het publiek dat Brodsky op zijn schilderij heeft weergegeven, representatief is voor het publiek dat je zou verwachten als Lenin een toespraak houdt bij een fabriek.
Lenin spreekt arbeiders van de Poetilov-fabriek toe (1919).
Schilderij van Isaak Brodsky uit 1929
Slide 28 - Diapositive
Enkele achtergrondgegevens bij de gebeurtenis op het schilderij:
Op 10 februari 1919 werd de populaire politica Maria Spiridonova gearresteerd. Ze had de bolsjewieken bekritiseerd. Daarop braken heftige arbeidersstakingen uit. De arbeiders waren woedend over de opsluiting van Spiridonova. De algemene vergadering van arbeiders van de Poetilov-fabriek liet weten de regering van Lenin een dictatuur te vinden. Lenin bezocht daarop de Poetilov-fabriek, maar hij werd uitgejouwd door een woedende arbeidersmassa. Militairen en geheime politie vielen de arbeiders aan en arresteerden er 900. Alle arbeiders van de fabriek werden vervolgens ontslagen.
Wie weer aan het werk wilde, moest eerst een verklaring tekenen dat hij voor de bolsjewieken was.
Leg uit of het schilderij een betrouwbaar beeld geeft van de toespraak van Lenin bij de Poetilov-fabriek.
Slide 29 - Diapositive
Huiswerk
Lees paragraaf 4.3 en maak een samenvatting.
Denk daarbij om namen, jaartallen en de begrippen.