Oefentoets T6 - Ecologie en duurzaamheid

Oefentoets T6:  Ecologie 
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Oefentoets T6:  Ecologie 

Slide 1 - Diapositive

Een regenbui is een abiotische factor
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quiz

Een van de oorzaken van de milieuproblemen is dat het aantal soorten planten en dieren afneemt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Populaties maken deel uit van een ecosysteem
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Een edelhert behoort tot de consumenten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Niet méér stoffen uit het milieu halen dan het milieu kan aanvullen is een vorm van duurzaam omgaan met het milieu.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Een roodborstje bouwt een nest in een boom. Voor een roodborstje is nestgelegenheid een biotische factor.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Door milieuproblemen neemt de biodiversiteit toe.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Bacteriën EN schimmels zijn reducenten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Zonder het broeikaseffect zou de temperatuur op aarde 30 °C hoger zijn.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Afvaleters behoren tot de reducenten
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quiz

In een voedselketen wordt de biomassa in elke volgende schakel groter
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quiz

De temperatuur van het zeewater is al jaren aan het stijgen. Wat kan een oorzaak zijn voor de stijging van de temperatuur van het zeewater?

A
Een stijging van de zeewaterspiegel in de oceanen.
B
Een toename van de hoeveelheid koolstofdioxide in de atmosfeer.
C
Een toename van het gebruik van duurzame energie.

Slide 13 - Quiz

In ons land wordt elk jaar zo'n 4,3 miljoen ton huishoudelijk afval geproduceerd.
Het afval kan in vijf groepen worden ingedeeld:
1: groente-, fruit- en tuinafval, 2: glas, 3: plastic,
4:metaal en 5: papier.
Welke van deze groepen afval is, of zijn biologisch afbreekbaar?

A
Alleen 1
B
Alleen 1 en 5
C
Alleen 1, 4 en 5.
D
Alleen 2, 3 en 5.

Slide 14 - Quiz

Hoe wordt de verzameling van alle organismen in een vijver genoemd?
A
Een ecosysteem
B
Een levensgemeenschap
C
Een populatie

Slide 15 - Quiz


Welk dier uit afbeelding 3 hoort bij de consumenten van de eerste orde?

A
Haas
B
Vos
C
Wezel

Slide 16 - Quiz

De overheid wil dat er meer windmolenparken worden gebouwd. De windmolens in die parken wekken elektriciteit op. Wat wil de overheid vooral bereiken met meer windmolenparken?

A
Vermindering van de concentratie koolstofdioxide in de lucht.
B
Vermindering van het aantal afvalbergen in Nederland.
C
Vermindering van het energiegebruik in Nederland.

Slide 17 - Quiz


Welk organisme in afbeelding 4 is een producent?
A
De paardenbloem
B
De wezel
C
Het konijn

Slide 18 - Quiz

Bekijk abeelding!
Welk van de volgende dieren kan in schakel 3 thuishoren?
A
Een garnaal
B
een kaaimankrokodil
C
een waterkever

Slide 19 - Quiz

Bekijk abeelding!
Kikkervisjes eten alleen de organismen die in schakel 1 thuishoren. Tot welke groep behoren kikkervisjes dus?
A
Alleseters
B
Planteneters
C
Vleeseters

Slide 20 - Quiz

Volgens Ed zij de organisman in schakel 1 planten. Volgens Ron kunnen pakro's carnivoren zijn. Wie heeft gelijk ?
A
Zowel Ed als Ron
B
Alleen Ed
C
Alleen Ron
D
geen van beiden

Slide 21 - Quiz

Tot welke vak behoren bacteriën?
A
vak 1
B
vak 2
C
vak 3

Slide 22 - Quiz

Tot welk vak behoren afvaleters die van dode panda's leven?
A
vak 1
B
vak 2
C
vak 3

Slide 23 - Quiz

Tot welke cirkel behoort bamboe?
A
cirkel P
B
cirkel Q
C
cirkel R

Slide 24 - Quiz

Bij welke pijl(en) is er sprake van fotosynthese?
A
pijl 1, 2, 3, 6
B
pijl 1, 2, 6
C
pijl 1, 2
D
pijl 3

Slide 25 - Quiz

Bij welke pijl(en) is er sprake van verbranding?
A
pijl 1, 2, 3, 6
B
pijl 1, 2, 6
C
pijl 1, 2
D
pijl 3

Slide 26 - Quiz

Is de totale biomassa aan panda's groter of kleiner dan de biomassa aan bamboe? Leg je antwoord uit

Slide 27 - Question ouverte

Emily-Jane gebruikt tasjes van bijenwasdoek (katoen, ingesmeerd met bijenwas) in plaats van plastic tasjes om bijvoorbeeld brood of groente te vervoeren. Wat is het voordeel daarvan voor het milieu?

Slide 28 - Question ouverte

In het natuurgebied de Oostvaardersplassen leven veel edelherten en runderen. Stel dat men wolven invoert om het aantal edelherten en runderen te verminderen. Welk effect heeft het invoeren van wolven op de plantengroei in de Oostvaardersplassen? Leg je antwoord uit.

Slide 29 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen het broeikaseffect en het versterkte broeikaseffect?

Slide 30 - Question ouverte

Met wat voor organisme begint een voedselketen altijd? Een reducent, producent of consument?

Slide 31 - Question ouverte

Wat is fout aan deze kleine voedselketen?

Slide 32 - Question ouverte

Bekijk de afbeelding!
Noem een consument van de 3de orde + geef voedselketen.

Slide 33 - Question ouverte