Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Wanneer waren de kruistochten?
A
0 - 500
B
0 - 1500
C
500 - 1000
D
1000 - 1500
Slide 1 - Quiz
Welke paus riep op tot de kruistochten?
A
Johannes II
B
Urbanus
C
Johannes
D
Urbanus II
Slide 2 - Quiz
§4.3 Nieuwe steden gaan handeldrijven
bladzijdes 79 t/m 81 tekstboek
Slide 3 - Diapositive
Vraag van de paragraaf
Waardoor groeide de handel en kwamen er nieuwe steden?
Slide 4 - Diapositive
Er komen weer steden
Tussen 500 en 1000 waren de meeste mensen boeren
Leefden op het land van de heer
Slide 5 - Diapositive
Ontginnen van grond
Er was meer grond nodig
Grond was vaak nat en moerassig --> moest worden klaargemaakt voor de landbouw
Moerassen en veengebieden werden drooggelegd om ze geschikt te maken voor de landbouw --> ontginnen genoemd
Slide 6 - Diapositive
Verbeteringen landbouw
In de landbouw werden een aantal verbeteringen doorgevoerd, zo werd de halsjuk uitgevonden (zie links)
Hiermee dieren meer werk laten doen op het land
Slide 7 - Diapositive
Verbeteringen lanbouw (2)
Ijzeren ploeg (zie links) om de grond beter om te kunnen ploegen
Slide 8 - Diapositive
Bevolkingsgroei
Door de verbeteringen in de landbouw, kon er meer voedsel worden verbouwd
Doordat er meer voedsel was, ontstond er bevolkingsgroei
Het te veel aan voedsel werd geruild op markten
Slide 9 - Diapositive
Markten
Markten kennen we nu nog
Plek waar (onder andere) voedsel wordt verkocht
Altijd op een kruispunt of een drukke plek --> makkelijk bereikbaar
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Vidéo
Opkomst steden
Dorpen groeiden uit tot steden
Er gingen steeds meer mensen op 1 plek wonen
Dit waren plekken waar handel gedreven kon worden
Slide 12 - Diapositive
Stadsrechten
Eerst werden steden bestuurd door de heer --> de machtige boeren die veel land in handen hadden
Als steden zelf eigen wetten en regels mochten maken, zelf mochten rechtspreken en hun eigen munt mochten slaan, kregen zij stadsrechten
Ook mochten die steden een stadsmuur bouwen ter verdediging
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Vidéo
Belasting betalen
In ruil voor stadsrechten, betaalden de inwoners belasting aan de heer
Er kwam ook weer muntgeld in omloop --> na val van het Romeinse Rijk was het ruilhandel geworden
Geldeconomie
Slide 15 - Diapositive
Munten
Met geld kun je makkelijker kopen en verkopen
Gemakkelijker dan 2 geiten ruilen voor een varken, bijvoorbeeld
Nadeel was alleen dat iedere stad een eigen munt had --> woonde je in Amsterdam en wilde je naar de markt in Utrecht, dan moest er geld gewisseld worden
Slide 16 - Diapositive
Van wie kreeg een stad, stadsrechten?
A
Magistraat
B
Schout
C
Burgemeester
D
Heer
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Vidéo
Vraag van de paragraaf
Waardoor groeide de handel en kwamen er nieuwe steden?
Slide 27 - Diapositive
Huiswerk
Lezen paragraaf 4.3 Nieuwe steden gaan handeldrijven