Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Waarden en normen.
Een waarde =
A
een mening over wat jij heel interessant vindt.
B
iets wat geld waard is.
C
een standpunt over wat uiteindelijk belangrijk en nastrevenswaardig is.
D
is een stijlvolle manier van voortbewegen.
1 / 31
suivant
Slide 1:
Quiz
Levensbeschouwing
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Cette leçon contient
31 diapositives
, avec
quiz interactifs
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Een waarde =
A
een mening over wat jij heel interessant vindt.
B
iets wat geld waard is.
C
een standpunt over wat uiteindelijk belangrijk en nastrevenswaardig is.
D
is een stijlvolle manier van voortbewegen.
Slide 1 - Quiz
één van de kenmerken van een waarde is
A
er zit in ieder geval één werkwoord in .
B
het is voor de mensen een kostbaar goed.
C
het is een principe waaruit mensen willen leven.
D
het leeft in verschillende culturen.
Slide 2 - Quiz
nog een kenmerk van een waarde is
A
je beschrijft het in één woord.
B
je beschrijft het met minimaal één werkwoord.
C
als je het hebt word je er rijk van.
D
het is een lastig iets.
Slide 3 - Quiz
de vier kenmerken van een waarde zijn;
A
- normen - waarde - moraal - ethiek
B
- verwachting -gedragsregels - één woord - doel waar je naar streeft
C
- normen - waarde - principes - collectief
D
-principes -collectief - één woord - doel waar je naar streeft -
Slide 4 - Quiz
Welke van de hier onderstaande woorden zijn waarden?
A
vakantie op Ibiza
B
elektrische auto
C
vriendschap
D
bungalow
Slide 5 - Quiz
Welke van de hier onderstaande woorden zijn waarden?
A
botoxbehandeling
B
gezondheid
C
shoppen
D
hardlopen
Slide 6 - Quiz
WAAR OF NIET WAAR
Norm is een bepaalde verwachting over het gedrag van mensen.
A
WAAR
B
NIET WAAR
Slide 7 - Quiz
WAAR OF NIET WAAR
Normen worden altijd vastgelegd in gedragsregels.
A
WAAR
B
NIET WAAR
Slide 8 - Quiz
WAAR OF NIET WAAR
Normen zijn geschreven of ongeschreven gedragsregels.
A
WAAR
B
NIET WAAR
Slide 9 - Quiz
Welke waarde hoort bij:
Je maakt geen filmpjes in de klas.
Slide 10 - Question ouverte
Normen en waarden ... Waarden en normen
Dit vind je belangrijk.
Regel voor gedrag.
Waarde
Norm
Slide 11 - Question de remorquage
Waarde: privacy
Waarde: eerlijkheid
Waarde: respect
Waarde: Gezondheid
Norm: kloppen voordat je een slaapkamer binnenkomt
Norm: niet liegen
Norm: Ouderen spreek je met “u” aan.
Norm: Je eet niet iedere dag patat.
Slide 12 - Question de remorquage
Wat is een waarde en wat is een norm?
Norm
Waarde
Gezondheid
Sporten
Eerlijkheid
Niet liegen
Slide 13 - Question de remorquage
norm
waarde
dieren sla je niet
liefde
vriendelijkheid
je moet je ouders respecteren
begrip
je moet oorlogsvluchtelingen opnemen
Slide 14 - Question de remorquage
Schrijf de 4 kenmerken van een waarde op.
Slide 15 - Question ouverte
Waarde
Norm
Vriendelijkheid
Een ander voor laten
Trouw
Je afspraken nakomen
Zelfbeheersing
Tot tien tellen
Deur openhouden
Beleefdheid
Kussen of knuffelen
Luisteren
Respect
Loyaliteit
Slide 16 - Question de remorquage
Waarden
Ethisch dilemma
Normen
Nadenken over wat de goede of foute keuze is
Afgesproken regels en wetten
Een doel in één woord, wat jij belangrijk vindt
Iets wat je kan nastreven (een doel)
Moeilijk vraagstuk waarin twee waarden botsen
Dit gebruik je om waarden te bereiken
Slide 17 - Question de remorquage
Zet de juiste beschrijving bij het juiste begrip
Moraal
Waarden
Deugden
Normen
het geheel van waarden en normen
dat wat wij belangrijk en nastrevenswaardig vinden
gedragsregels die voorschrijven welk gedrag wenselijk is
Menselijke eigenschappen die wij waarderen
Slide 18 - Question de remorquage
Je ouders laten jou vrij om kleding te kopen of te dragen die jijzelf wilt, is een vorm van
A
positieve vrijheid
B
negatieve vrijheid
Slide 19 - Quiz
De overheid subsidieert sportverenigingen is een vorm van
A
positieve vrijheid
B
negatieve vrijheid
Slide 20 - Quiz
Dat je ouders je de vrijheid geven om je zakgeld te besteden zoals jij het wilt is een vorm van
A
positieve vrijheid
B
negatieve vrijheid
Slide 21 - Quiz
Slide 22 - Question ouverte
verantwoordelijkheid
A
je bent zelf verantwoordelijk voor jouw eigen doen en laten een ander heeft daar niets mee te maken
B
je houdt rekening met anderen bij de uitoefening van jouw recht op vrijheid
Slide 23 - Quiz
waar of niet waar
gelijkheid en gelijkwaardigheid heeft dezelfde betekenis
A
waar
B
niet waar
Slide 24 - Quiz
Dat ieder mens datgene krijgt wat hem of haar toekomt is een vorm van
A
solidariteit
B
gelijkwaardigheid
C
rechtvaardigheid
D
gelijkheid
Slide 25 - Quiz
Een persoon die de waarde ............... belangrijk vindt laat personen met hun overtuigingen en gedrag toe, ook als die ze zelf afkeurt.
A
tolerantie
B
solidariteit
C
verantwoordelijkheid
D
gelijkheid
Slide 26 - Quiz
Zo noem jet het geheel van beleefdheidsregels en omgangsvormen in een bepaalde cultuur.
Slide 27 - Question ouverte
Minderheden behouden hierbij, voor een deel, hun eigen identiteit. Men past zich wel aan aan de wetten en regels van de samenleving waarin zij leven.
Slide 28 - Question ouverte
Hier leven alle (sub-)culturen naast en met elkaar, met behoud van hun eigen cultuur.
Slide 29 - Question ouverte
Iedereen past zich aan aan de heersende cultuur. De minderheidsgroep gaat op in de meerderheidsgroep en verliest haar eigen kenmerken en identiteit
Slide 30 - Question ouverte
Geef een voorbeeld van etnocentrisme
Slide 31 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
1.5 Gedrag van primaten
Juin 2022
- Leçon avec
12 diapositives
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
1.5 Omgaan met elkaar
Mai 2023
- Leçon avec
11 diapositives
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
CULTUUR & IDENTITEIT
Février 2019
- Leçon avec
20 diapositives
Burgerschap
MBO
Studiejaar 1
CULTUUR & IDENTITEIT
Octobre 2018
- Leçon avec
23 diapositives
Burgerschap
MBO
Studiejaar 1
Les 1 Iedereen is anders
il y a 16 jours
- Leçon avec
15 diapositives
Burgerschap
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2,3
1. Hoe word je wie je bent?
Septembre 2016
- Leçon avec
20 diapositives
par
Maatschappijleer
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 3,4
Maatschappijleer
1. Hoe word je wie je bent?
Avril 2018
- Leçon avec
20 diapositives
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 3,4
2223-b-hfdst2-par2.2-leerling
Octobre 2017
- Leçon avec
25 diapositives
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 3,4