2H2 donderdag 2 februari 2023

Welkom!
Welkom 2H2
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
Welkom 2H2

Slide 1 - Diapositive

Programma van de les 2H2
donderdag 2 februari 2023


Programma:

  • Aftrap
  • Aanwezigheid
  • Huiswerk
  • Aan de slag H3 Grammatica blz 90 en 91
  • Afsluiting
Doel van de les:
Ik weet het verschil tussen NG en WG.
Ik weet wat de verschillende soorten werkwoorden zijn,



Slide 2 - Diapositive

Allereerst...
Is iedereen aanwezig?

Slide 3 - Diapositive

Afspraken
  1. Lesboek, schrift en leesboek altijd mee
  2. Stilte tijdens instructie en vragen
  3. Rustige leeromgeving
  4. Afspraak niet nakomen = sanctie

Slide 4 - Diapositive

Huiswerk
Maken opdracht 1, 2 en 3 bladzijde 90 en 91

Slide 5 - Diapositive

Alle soorten werkwoorden
Bladzijde 90 en 91

Je kunt zelfstandige werkwoorden, koppel- en hulpwerkwoorden herkennen.

Slide 6 - Diapositive

Er bestaan twee soorten zinnen:

1. Het onderwerp doet iets of deed iets;
2. Het onderwerp is iets.

In zin 1 zit een werkwoordelijk gezegde
In zin 2 zit een naamwoordelijk gezegde. 
Actief of 'staat van zijn'
Het is of/of, niet en/en

Slide 7 - Diapositive

Je kunt aangeven of een werkwoord een koppel- of hulpwerkwoord of een zelfstandig werkwoord is. 

Werkwoord - Werkwoorden zijn woorden die aangeven welke handeling of toestand of welk proces in de zin centraal staat. Werkwoorden geven aan in welke tijd de zin staat: de verleden, tegenwoordige of toekomende tijd. Het werkwoord past zich altijd aan aan het onderwerp van de zin
Wat voor soort werkwoord?

Slide 8 - Diapositive

Je kunt aangeven of een werkwoord een koppel- of hulpwerkwoord of een zelfstandig werkwoord is. 

Zelfstandig werkwoord (ZWW)- geeft aan wat het onderwerp doet (gooien, lopen, vangen, schrijven, denken) - kan alleen in de zin staan.  Hoort in werkwoordelijk gezegde
Hulpwerkwoord(HWW) - kan niet alleen in de zin staan, helpen ZWW of KWW altijd.  Hoort in alle gezegdes
Koppelwerkwoord  (KWW)- koppelt het onderwerp aan hetgeen wat erover gezegd wordt - Hoort in naamwoordelijk gezegde
Wat voor soort werkwoord?

Slide 9 - Diapositive

Koppelwerkwoord  (KWW)- koppelt het onderwerp aan hetgeen wat erover gezegd wordt - Hoort in naamwoordelijk gezegde

Zijn, worden, blijken, lijken, schijnen, blijven. 

De bal is rond.                     

De jongen wordt dokter.
Wat voor soort werkwoord?

Slide 10 - Diapositive

Zelfstandig werkwoord (ZWW)- geeft aan wat het onderwerp doet (gooien, lopen, vangen, schrijven, denken) - kan alleen in de zin staan. Hoort in werkwoordelijk gezegde

De jongens zouden naar school fietsen

Maar ze zijn van hun fiets gevallen

Ze hebben daardoor verder moeten lopen 
Wat voor soort werkwoord?

Slide 11 - Diapositive

Zelfstandig werkwoord (ZWW)

De jongens zouden naar school fietsen
Maar ze zijn van hun fiets gevallen
Ze hebben daardoor verder moeten lopen 

Welke regel kun je uit deze voorbeelden leren?

Wat voor soort werkwoord?

Slide 12 - Diapositive

Zelfstandig werkwoord (ZWW)

De jongens zouden naar school fietsen
Maar ze zijn van hun fiets gevallen
Ze hebben daardoor verder moeten lopen 

Welke regel kun je uit deze voorbeelden leren?

Wat voor soort werkwoord?
Zelfstandig werkwoord is laatste ww in de zin!

Slide 13 - Diapositive

Aan de slag
Maken opdracht 4 en 5 
bladzijde  91

Klaar? 
Lees de theorie op bladzijde 118
bijvoeglijke bepaling


Slide 14 - Diapositive

Einde les

Slide 15 - Diapositive