Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
NN6 3 basis hoofdstuk 4 taalverzorging woordsoorten en voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt
1 / 35
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Cette leçon contient
35 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
40 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat weet ik van woordsoorten en het voltooid deelwoord?
In deze LessonUp wordt je kennis van woordsoorten getest. Wat weet jij hier al van? Ook oefen je met het voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt.
Slide 2 - Diapositive
Welke woordsoorten kennen we al?
Woordsoorten
Slide 3 - Carte mentale
Wat is een werkwoord?
Slide 4 - Question ouverte
zelfstandig naamwoord
A
mensen, dieren, planten, dingen
B
mensen, planten, dieren, lidwoorden
C
mensen en dieren
D
mensen, lidwoorden
Slide 5 - Quiz
Waar zegt het bijvoeglijk naamwoord iets over?
A
Zelfstandig naamwoord
B
Bijwoord
C
Werkwoord
D
Bijvoeglijk naamwoord
Slide 6 - Quiz
Hoeveel lidwoorden zijn er?
A
2
B
3
C
4
D
Oneindig veel
Slide 7 - Quiz
Lidwoord
noem een lidwoord:
Slide 8 - Question ouverte
Wat is een voorzetsel?
A
de
B
naast
C
fietsen
D
fles
Slide 9 - Quiz
Rotterdam
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
werkwoord
Slide 10 - Quiz
rijst
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
Slide 11 - Quiz
auto
A
lidwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
werkwoord
D
zelfstandig naamwoord
Slide 12 - Quiz
het
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
Slide 13 - Quiz
gedachte
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
werkwoord
Slide 14 - Quiz
Jan heeft een nieuwe auto gekocht.
A
auto is bijvoeglijk naamwoord
B
Jan is bijvoeglijk naamwoord
C
nieuwe is bijvoeglijk naamwoord
Slide 15 - Quiz
lopen
A
Werkwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
D
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Slide 16 - Quiz
rijdt
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
D
voorzetsel
Slide 17 - Quiz
Wat is geen woordsoort?
A
Voorzetsel
B
Lijdend voorwerp
C
Werkwoord
D
Lidwoord
Slide 18 - Quiz
Welk woordsoort is 'zwemmen'?
A
werkwoord
B
voorzetsel
C
lidwoord
D
bijvoeglijk naamwoord
Slide 19 - Quiz
Ik heb een wollen trui.
Welke woordsoort is wollen?
A
zelfstandig naamwoord
B
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
Slide 20 - Quiz
'racefiets' is een ...
A
lidwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
werkwoord
D
zelfstandig naamwoord
Slide 21 - Quiz
Het schijnt dat de grote man een tas en een gsm gestolen heeft in de buurt van het park.
Deze zin bevat:
A
4 lidwoorden
B
5 lidwoorden
C
6 lidwoorden
D
7 lidwoorden
Slide 22 - Quiz
Wat is het voorzetsel in de zin?
'Hij liep hard tegen de tafelpunt aan.'
A
hard
B
tafelpunt
C
er staat geen voorzetsel in de zin
D
tegen
Slide 23 - Quiz
vdw als bn
De foto is vergroot --> de vergrote foto.
Ik verwacht hem elk moment --> de verwachte vriend.
De weg is verbreed --> de verbrede weg.
Slide 24 - Diapositive
Regel
Een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord schrijf je
zo kort mogelijk!
De
vergrote
foto (niet vergrootte).
De
verwachte
vriend (niet verwachtte).
De
verbrede
weg (niet verbreedde).
Maar: Het kind is gered --> Het
geredde
kind.
Slide 25 - Diapositive
Maar...
Er is een uitzondering
...
Als het voltooid deelwoord eindigt op -en. Dan eindigt een bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord óók op -en.
Zijn fiets is daar gevonden. --> De
gevonden
fiets.
De ouders zijn vertrokken. --> De
vertrokken
ouders.
Slide 26 - Diapositive
Trucje
Vul het vdw eerst in in deze zin:
Hij is ...
--> hij is gevond
en
--> Het gevond
en
kind.
--> Hij is gepak
t
--> De gepak
te
jongen.
Slide 27 - Diapositive
De kinderen waren verdwaald. De ........ Kinderen
Slide 28 - Question ouverte
Het uur is verzet. Het ...... uur.
Slide 29 - Question ouverte
De sleutel is gezocht. De ..... sleutel.
Slide 30 - Question ouverte
Het ijsje is gesmolten. Het .... ijsje.
Slide 31 - Question ouverte
De crisis werd verwacht. De ..... crisis.
Slide 32 - Question ouverte
Er is veel geld aan besteed. Het ..... geld.
Slide 33 - Question ouverte
Het gebouw is verwoest. Het .... gebouw.
Slide 34 - Question ouverte
Slide 35 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Janvier 2023
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, t
Leerjaar 2,3
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Février 2023
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, t
Leerjaar 2,3
NN6 3 basis Hoofdstuk 4 taalverzorging - voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt
Mai 2021
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Nieuw-Nederlands - Cursus 7 - Paragraaf 10 + 11
Juillet 2023
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, t
Leerjaar 2,3
spelling
Janvier 2023
- Leçon avec
28 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
Taalverzorging Blok 1: Paragraaf 7 + 8
Octobre 2022
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, t
Leerjaar 2,3
Nieuw-Nederlands - Cursus 7 - Paragraaf 10 + 11
Septembre 2023
- Leçon avec
32 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, t
Leerjaar 2,3
2TL2 donderdag 11 mei
Mai 2023
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1