Les 1: begrijpend lezen C +

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Pak je boek

Over 3 minuten is iedereen aan het lezen.

Boek vergeten? 

Schrijf dan een inleiding voor een tekst met de hoofdgedachte:

'Er moet meer naar Nederlandstalige muziek geluisterd worden.'

Leesboek

• We wisselen begrijpend lezen (BL) af met lezen uit en nadenken over je eigen boek.
• Zorg dat je het boek in week 24 (11 / 12 juni) uit hebt.
• Als je klaar bent met LessonUp oefeningen B, ga je aantekeningen maken. Lever dat iedere les ook in.
• In groepjes ga je praten over je boek (je mag je aantekeningen erbij houden) en luisteren naar je groepsgenoten.

Leesboek:

 Waar denk je over na en kan je alvast opschrijven in je aantekeningen?

Onderbouw (waarom?) ook je mening.

- Welke personages komen er voor?

- Wat vind jij van deze personen?

- Wat vind je goed aan het boek?

- Wat vind je niet goed aan het boek?

- Waar speelt het verhaal zich af?

- Wie vertelt het verhaal?

Leesboek: 

Waar denk je over na en kan je alvast opschrijven in je aantekeningen?

Onderbouw (waarom?) ook je mening.

- Wat vind jij bijzonder aan dit verhaal?

- Heb je alles kunnen lezen of stukken overgeslagen? Hoe komt dat?

- Wat jij het mooiste stuk uit het boek. 

- Wat voor type is de hoofdpersoon.

- Zou je bevriend kunnen zijn met de hoofdpersoon?

- Wat vind je van de kaft van het boek?

- Waarom heb je dit boek gekozen?

- Waar speelt het verhaal zich af?

Les 1 Begrijpend lezen

Toetsweek

Op Niveau

Deze les ga je...

...verder oefenen met begrijpend lezen.

Met een paar algemene vragen (mag in duo's) en

twee korte teksten met vragen (individueel).

Als je alles af hebt gekregen in de les, heb je geen huiswerk.

Begrijpend lezen in toetsweek

• In de toetsweek wordt begrijpend lezen weer getoetst. De theorie komt uit het boek Op Niveau (groene hoofdstukken 1 t/m 5 over LEZEN).
• Veel begrippen heb je aan het begin van het jaar al geleerd (zoals tekstdoelen, tekstsoorten, onderwerp, hoofdgedachte, kernzinnen en ga zo maar door).
• De komende tijd gaan we deze theorie herhalen en veel oefenen met teksten!
  

Herhaling: een paar algemene vragen over begrijpend lezen.

1. Wat: Beantwoord eerst de vragen (zachtjes overleggen met je buur mag)
2. Tijd: 5 minuten
3. Daarna bespreken we een paar vragen klassikaal.
4. Klaar? 

Welke 5 tekstdoelen ken je

Hoe is een tekst opgebouwd? 

Noem de 3 delen.

Hoe is een alinea opgebouwd?
...zin + ...

Hoe moet je citeren?

Waar of niet waar: de hoofdgedachte noteer je in een hele zin.

1. waar
2. niet waar

Waar of niet waar: het onderwerp van een tekst noteer je in een of enkele woorden

1. waar
2. niet waar

Wat is het verschil tussen een feit en een mening?

Feit of mening:
Vandaag is het donderdag.

1. feit
2. mening

Feit of mening?
Hij praat heel snel.

1. mening
2. feit

Subjectieve informatie is een..

1. feit
2. mening

Objectieve informatie is een..

1. feit
2. mening

Feit of mening?

Het is lekker weer.

1. Feit
2. Mening

Feit of mening?

Morgen moet ik naar de tandarts.

1. Feit
2. Mening

Leesvaardigheid

Lees het artikel op de volgende slide.

Er volgen een aantal vragen over.

Let op: Het artikel is geschreven in coronatijd, toen artiesten niet mochten optreden en daardoor minder inkomsten hadden.

https:

Waar verwijst het woord 'Zij' (r. 2) naar?

"Horen we straks alleen nog nummers van Nederlandse artiesten op de radio? Wel als het aan auteursrechtenorganisaties Buma Cultuur en Sena ligt. Zij roepen radiostations op om de komende tijd zo veel mogelijk muziek van eigen bodem te draaien, om Nederlandse muzikanten tegemoet te komen in de coronacrisis."

In dit artikel staan vooral...

1. feiten
2. meningen

Het tekstdoel van deze tekst is...

1. mening geven
2. amuseren
3. informeren
4. overtuigen

Lees het artikel op de volgende website.

Er volgen tot slot een aantal vragen over.

https://nos.nl/artikel/2521172-tiener-vindt-koningspython-tussen-hockeyvelden-spijkenisse

Bevat deze tekst tussenkopjes?

1. Ja
2. Nee

Worden er in deze tekst citaten gebruikt?

1. Ja
2. Nee

Wat bedoelt de schrijver in dit artikel met "aldus de website"?

1. Zoals staat op NOS.nl
2. Het is objectief want het staat op internet
3. Zoals staat op de website van het Landelijk Informatiecentrum Gezelschapsdieren
4. Er is geen vergunning nodig

Uit hoeveel alinea's bestaat de tekst?

1. 3 (inleiding en slot tellen niet mee als alinea)
2. 4 (de inleiding telt niet mee als alinea)
3. 5 (de inleiding en slot tellen mee als alinea)

Einde van deze les

Hoe ging het?