Herhaling

Goedemorgen allemaal
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Goedemorgen allemaal

Slide 1 - Diapositive

Planning
1. Huiswerk controle
2. Herhaling thema 4
3. Zelfstandig werken

Slide 2 - Diapositive

Huiswerk controle

Slide 3 - Diapositive

HerhailngsQuiz

Slide 4 - Diapositive

Welk bot in het onderarm zit aan de kant van je duim?
A
Ellepijp
B
Spaakbeen
C
Opperarmbeen
D
Onderarmbeen

Slide 5 - Quiz

Hoeveel botten heeft een volwassen mens?
A
Ongeveer 200
B
Ongeveer 250
C
Ongeveer 150
D
Ongeveer 300

Slide 6 - Quiz

Het wervelkolom wordt opgedeeld in verschillende delen. Hoe heten deze delen?
A
Borstwervels en Lendewervels
B
Halswervels en Hoofdwervels
C
Hoofdwervels, Borstwervels en Lendewervels
D
Halswervels, Borstwervels en Lendewervels

Slide 7 - Quiz

Hoe heten de ruimtes tussen de schedelbeenderen bij babys?
A
Naden
B
Fontanellen
C
Gaten
D
Lege ruimtes

Slide 8 - Quiz

Wat is geen functie van het skelet?
A
Stevigheid
B
Evenwicht
C
Beweging
D
Vorm

Slide 9 - Quiz

Bot bestaat uit kalk en lijmstof
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Wat is de functie van kalk in het bot?
A
Zorgt voor stevigheid van het botweefsel
B
Zorgt voor buigzaamheid van het botweefsel
C
Zorgt voor de vorm van het botweefsel
D
Zorgt voor het evenwicht

Slide 11 - Quiz

Als je ouder wordt verandert de botstructuur. Hoe verandert deze?
A
Je krijgt steeds meer lijmstof in de botten
B
Je krijgt steeds meer kalk in de botten

Slide 12 - Quiz

Bij welke beenverbinding is er geen beweging mogelijk?
A
Naden
B
Vergroeid
C
Kraakbeen
D
Gewricht

Slide 13 - Quiz

Welke beenverbinding zit er tussen de wervels?
A
Naden
B
Vergroeid
C
Kraakbeen
D
Gewricht

Slide 14 - Quiz

Welke beenverbinding zit er bij de schedelbeenderen?
A
Naden
B
Vergroeid
C
Kraakbeen
D
Gewricht

Slide 15 - Quiz

Welke beenverbinding zit er bij je schouder?
A
Naden
B
Vergroeid
C
Kraakbeen
D
Gewricht

Slide 16 - Quiz

Een gewricht heeft een gewrichtskogel en een gewrichtskom.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Er zijn drie type gewrichten. Welke drie zijn dat?

Slide 18 - Question ouverte

Een pees zit vast aan een spier en bot.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Waar de spier vast zit aan het bot, noemen we de aanhechtingsplaats
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Bij een antagonistisch paar spreken we van een buigspier en een strekspier
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Om blessures te voorkomen begin je een training met een warming-up en eindig je de training met een cooling down.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

BottenBingo

Maak je eigen Bingo kaart


Slide 23 - Diapositive

Zelfstandig aan het werk.
Bij elke basisstof maak je de opdrachten van de test jezelf in de online methode. 

Bij elke basisstof moet je opnieuw 'test jezelf' aanklikken.

Slide 24 - Diapositive