Basiszorg: palliatieve terminale zorg en bevorderen van welzijn en comfort

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Lesplanning

- Terugblik naar vorige les

- Terminale en palliatieve zorg

- Zorg in de stervensfase 

Leerdoelen

- De student weet wat het verschil is tussen palliatieve en terminale zorg.

- De student kan de stervensfase herken en markeren.

- De student kan veranderde focus  van zorg aan geven.

Opdracht 1:  Werk in tweetallen

•  Wanneer kan je de stervensfase bij een patiënt markeren? Welk vroege tekenen zijn hierbij nodig?

• Wat kan je vertellen over de late tekenen? Wat betekenen zij in het stervensproces?

• Wat zijn je handelingen nadat bij de patiënt de stervensfase is gemarkeerd? Denk hierbij aan de

regievoering.

• In de kennisclip wordt gesproken dat de focus van zorg verandert met het markeren van de

stervensfase bij de patiënt. Hoe zie jij dit? En wat betekent dit voor jou als zorgverlener?

• Tijdens de stervensfase wordt de rol van de naaste belangrijker.

a. Geef enkele veranderingen aan voor de naaste(n) in deze fase?

b. Welke aandachtspunten vraagt dit voor de zorgverlener?

• De kennisclip eindigt met dat de stervensfase een intensief proces is. Beargumenteer waarom dit

zo wordt gesteld.

Beschrijf de kenmerken om tot
markeren van de stervensfasen te komen.

Er wordt in de kennisclip gesproken over de vier dimensies van zorg welke invulling kan je hieraan geven tijdens het stervensproces?

Wanneer neem je contact op met een arts?

Als zorgverlener is het belangrijk de familie/naasten voor te bereiden op de naderende dood van de stervende. Geef aan hoe je dit zou doen? wat is belangrijk om te vertellen aan familie/naasten?

Is het volgende leerdoel behaald: De student weet wat het verschil is tussen palliatieve en terminale zorg.

Is het volgende leerdoel behaald: De student kan de stervensfase herken en markeren.

Is het volgende leerdoel behaald: De student kan veranderde focus van zorg aan geven.

Wat vond je van de les?