Samenstellingen

Nederlands
Les 6
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Nederlands
Les 6

Slide 1 - Diapositive

Maak zoveel mogelijk woorden die beginnen met bloed!

Slide 2 - Carte mentale

Samenstelling
Een woord dat uit twee of meer woorden bestaat:

bloeddruppels            
bloedsomloop
bloeddruk
bloedsuiker




Slide 3 - Diapositive

zelfstandige naamwoorden:
bloeddruppels
ziekenhuis
medicatievoorschrift
bloedonderzoek
bloeddrukmeting

Ook werkwoorden: (kennismaken, opdoen) en

bijvoeglijke naamwoorden: (bedrijfsmatig, donkergroen)

Regel/uitgangspunt: 
aan elkaar schrijven

Slide 4 - Diapositive

Samengestelde woorden
Was het maar zo simpel.

Verschillende manieren om woorden aan elkaar te zetten:
- 'gewoon' (hoofdregel)
- tussen-n
- tussen-s
- koppelteken

Slide 5 - Diapositive

Hoofdregel
  • Een samenstelling is een combinatie van zelfstandige woorden.
           - boek + deel = boekdeel
           - handbal + trainer = handbaltrainer

  • Samenstellingen worden aan elkaar geschreven
           - zondag + middag + brunch = zondagmiddagbrunch
           - cosmeticaproductie
           - bloeddrukmonitoringsprogramma



Slide 6 - Diapositive

Tussen-n
  • Er zijn ook samenstellingen waarin je een 'e' tussen de delen van de samenstelling hoort. Als dat zo is, moet je nagaan of je 'en' schrijft, of alleen een 'e'.

  • Als het eerste woord een zelfstandig naamwoord is, waarvan de meervoudsvorm op -en eindigt, dan schrijf je een tussen-n.

                    - pannenkoek: de meervoudsvorm van pan is pannen. Dit eindigt dus op ‘en’ en moet    
                       daarom met een tussen-n.
                    - prullenbak, paddenstoel: idem
  • Maar!
                     - horlogemaker: het meervoud van horloge is horloges
                     - groentesoep: het meervoud van groente is groentes of groenten

Slide 7 - Diapositive

Uitzonderingen
  • Schrijf geen tussen-n als het eerste deel van de samenstelling op een zaak of persoon slaat die enig in zijn soort is.


                    - Koninginnedag (er is maar één koningin)
                    - zonnewijzer (wij kennen maar één zon)
                    






Slide 8 - Diapositive

Uitzonderingen
  • Schrijf ook geen tussen-n als het eerste deel een versterkende betekenis heeft.
                     - beregoed ('bere' staat hierbij voor heel goed)
                     - pikkedonker ('pikke' staat hierbij voor heel donker)
                     - reuzeleuk
                     - stekeblind
                     - apetrots

Slide 9 - Diapositive

Tussen -s-
  • Schrijf een tussen-s als je die ook hoort.
              - stadsdeel
              - eendagsvlieg
              - reinigingsmiddel
              - levensgroot
              - carnavalshit

  • Maar let op!
              - damesschoen … want -> dameskleding
              - voedingssupplement … want -> voedingsadvies
              - liefdesscène … want -> liefdesverdriet


Slide 10 - Diapositive

Streepje ertussen (koppelteken)
  • Gelijkwaardige woorden
   hotel-restaurant; twee-onder-een-kap-woning
  • Woorden met hoofdletters
    Zuid-Afrika
  • Met een speciaal teken of cijfers
    een 80-jarige, het &-teken
  • Bij een afkorting
    mbo-diploma                            e-mail                                                           usb-stick                              
  • Verwarring in de uitspraak (botsende klinkers)
   chocolade-ei        chocoladeei
   reclame-inkomsten   reclameinkomsten
 Maar ... radioantenne en vakantieadres = geen klinkerbotsing
  • Eerste deel is een eigennaam
    Netflix-serie

   



Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

paard + bloem
A
paardebloem
B
paardenbloem

Slide 15 - Quiz

aap + rots
A
aperots
B
apenrots

Slide 16 - Quiz

aap + trots
A
apetrots
B
apentrots

Slide 17 - Quiz

bureau + inhoud

Slide 18 - Question ouverte

stad + sport + hal

Slide 19 - Question ouverte

btw + tarief

Slide 20 - Question ouverte

lade + kast

Slide 21 - Question ouverte

griep+ vaccinatie + voorbereiding + werkzaamheden

Slide 22 - Question ouverte

Aan de slag
1.  Werk in tweetallen.
2. Kies een vaktijdschrift.
3. Selecteer een artikel dat jullie interessant vinden en lees het door.
4. Zoek en noteer minimaal 16 zorggerelateerde samenstellingen uit het artikel. Selecteer  voorbeelden die op de vier verschillende manieren zijn samengesteld. Schrijf niet in het tijdschrift!
5. Leg uit welke spellingsregel is toegepast en waarom.
6. Noteer de bron van het artikel.
7. Upload jullie uitwerking in Canvas bij les 5. Vergeet niet jullie namen erbij te zetten.
8. Klaar? Werk verder aan: de inleveropdracht schrijfstijl, of  het woorddossier van les 1 t/m 6.




Slide 23 - Diapositive

Samengestelde woorden
Verschillende manieren om samenstellingen te maken:
- 'gewoon' (hoofdregel)
- tussen-n
- tussen-s
- koppelteken

Slide 24 - Diapositive

Voorbeeld
huidafwijking (huid + afwijking) = hoofdregel
huid (en niet huiden) omdat huid een verzamelnaam is die verwijst naar de huid in het algemeen.

Bron: Sobot, K. (2024, 5 oktober). Vlekjes, plekjes, bultjes: zo herken je deze 7 huidletsels. Nursing.

Slide 25 - Diapositive

Het is voor mij duidelijk hoe ik samenstellingen moet schrijven.
Ja
Nee

Slide 26 - Sondage