Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 7 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
7.1 Land in een delta
Water
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
In welke delen gingen de eerste Nederlanders wonen?
A
Op terpen
B
Voor de duinen
C
Naast rivieren
D
In oude meren
Slide 3 - Quiz
De rivier tussen de dijken noemen we ...
A
Buitendijks
B
Binnendijks
Slide 4 - Quiz
Het gebied buiten de dijken waar de mensen beschermt leven noemen we ...
A
Buitendijks
B
Binnendijks
Slide 5 - Quiz
In welk seizoen staat het water het hoogste in de rivier?
A
Winter
B
Zomer
C
Lente
D
Herfst
Slide 6 - Quiz
Waar staat de afkorting NAP voor?
A
Nationaal Amsterdams Peil
B
Normaal Amsterdam Programma
C
Nationaal Algemeen peil
D
Normaal Amsterdam Peil
Slide 7 - Quiz
Hoe heet het gebied tussen de zomerdijk en de winterdijk?
A
Het wiel
B
Oeverwallen
C
Uiterwaarde
D
Terpen
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Vidéo
filmpje NAP op de volgende slide
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Vidéo
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Vidéo
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
onderdelen rivierenlandschap
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Vidéo
Slide 18 - Diapositive
Binnendijkse land
Het gebied dat achter de dijken ligt, hier ben je beschermd tegen de rivier.
Om te zorgen dat de rivieren niet meer zo snel overstromen, probeert Rijkswaterstaat de rivier meer ruimte te geven --> hiervoor gebruikt de overheid de drietrapsstrategie, om de rivier meer ruimte te geven en ervoor te zorgen dat overstromingen niet meer voorkomen.
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
soorten dijken
winterdijk—> ligt op de oeverwal, hoog
zomerdijk—> ligt dichtbij de rivier, lager
tussen winterdijk en de rivier ligt een gebied dat mag overstromen bij te hoog water: de uiterwaarden.
<- Kijk naar de afbeelding en zie het verschil!
Slide 21 - Diapositive
deltagebied van rivieren
hoe lager het gebied, hoe langzamer het water stroomt —> sedimentatie van zand bij overstroming rivier.
zand blijft vlakbij de oever liggen en hoopt zich op —> oeverwal
verder weg van de rivier stroomt water langzamer —> sedimentatie van kleideeltjes —> komgrond
komgronden liggen dus lager dan de oeverwal
Zandkorrels zijn groter en zwaarder dan kleideeltjes. Bij sedimentatie zakken zandkorrels daarom als eerste naar de bodem. Kijk maar eens hoeveel verschil er zit tussen zand en klei!
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
In welke delen gingen de eerste Nederlanders wonen?
A
Op terpen
B
Voor de duinen
C
Naast rivieren
D
In oude meren
Slide 24 - Quiz
De rivier tussen de dijken noemen we ...
A
Buitendijks
B
Binnendijks
Slide 25 - Quiz
Het gebied buiten de dijken waar de mensen beschermt leven noemen we ...
A
Buitendijks
B
Binnendijks
Slide 26 - Quiz
In welk seizoen staat het water het hoogste in de rivier?
A
Winter
B
Zomer
C
Lente
D
Herfst
Slide 27 - Quiz
Waar staat de afkorting NAP voor?
A
Nationaal Amsterdams Peil
B
Normaal Amsterdam Programma
C
Nationaal Algemeen peil
D
Normaal Amsterdam Peil
Slide 28 - Quiz
Hoe heet het gebied tussen de zomerdijk en de winterdijk?
A
Het wiel
B
Oeverwallen
C
Uiterwaarde
D
Terpen
Slide 29 - Quiz
Slide 30 - Vidéo
Slide 31 - Vidéo
Zijn de volgende stellingen
juist of onjuist?
Slide 32 - Diapositive
0m NAP is de grens tussen
Hoog en Laag Nederland
Slide 33 - Diapositive
Een oeverwal ligt het dichtst bij de bedding van de rivier.