Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Wat doen we vandaag?
Meer over de ACI
Bepreken: vragen bij blz. 123 t/m 129.
Maken: vragen bij blz. 137 t/m 139.
Tekst 11A.
Slide 1 - Diapositive
Het gebruik van de AcI
Waarom een ACI?
Om dat de Romeinen dingen zo effectief mogelijk willen zeggen. Vergelijk:
Petrus dicit, ut puella sonam audiret.
Petrus puellam sonam audire dicit.
Slide 2 - Diapositive
AcI met twee accusativi
Pas op met twee accusativi: de ene is de subjectsaccusativus, de andere de objectsaccusativus.
Latonalapidem capit.
Petrus videt, ut Latonalapidem capiat.
Petrus Latonamlapidem capere videt.
Latona: subject => subjectsaccusativus in AcI.
lapidem: object => blijft object bij capere.
Slide 3 - Diapositive
Troje; Venus; Aeneas.
1. Hector is gedood door Achilles.
2. a. De Grieken vechten met de Trojanen in de stad; hier lijkt het alsof de Grieken voor de stad met de Trojanen vechten.
b. De Grieken hebben kanonnen;
de Grieken hebben middeleeuwse harnassen aan;
de Grieken strijden met paarden.
In Troje staan kerktorens.
Slide 4 - Diapositive
Troje; Venus; Aeneas.
3. a. - Luister naar Hector
- Denk aan de familie, en red hen.
b. Aeneas krijgt een goddelijk teken: het vuur boven Ascanius’ hoofd.
c. Aeneas is de zoon van Venus.
Slide 5 - Diapositive
Troje; Venus; Aeneas.
4. a. ‘Ik smeek je, verlaat de stad!’
b. Het vuur boven Ascanius’ hoofd wordt geblust.
c. Hij bidt tot de goden of hij schrikt.
5. Hector, Venus, Anchises, Creüsa.
Slide 6 - Diapositive
Troje; Venus; Aeneas.
6. 1. Het moment dat Aeneas Creüsa opnieuw ziet als schim.
2. Het moment dat Hector aan Aeneas verschijnt in zijn droom, en Aeneas wordt herinnerd aan het overlijden van Hector.
Slide 7 - Diapositive
Dido en Aeneas.
1. -
2. a. Zij waarschuwt haar zoon Aeneas.
b. Deze pijl maakt Aeneas verliefd op Dido.
3. Venus zorgt ervoor dat Dido verliefd wordt op Aeneas, hetgeen past bij haar functie als godin van de liefde. Mercurius is de bode van de goden, en in die hoedanigheid waarschuwt hij Aeneas.
Slide 8 - Diapositive
Dido en Aeneas.
4. ‘De goden dwingen mij weg te gaan’.
5. a. Hij vergeet zijn ‘plicht’, het stichten van een nieuwe stad, niet uit te voeren.
b. Hij is niet trouw aan zijn geliefde.
c.-
d. -
Slide 9 - Diapositive
Aeneas in Italië.
1. a. Wanneer Aeneas wegvaart, vervloekt Dido Aeneas. Deze vervloeking is het begin van de vijandschap tussen Carthago en Rome (dat wordt gesticht door de nakomelingen van Aeneas).
b. Zij wist al dat de nakomelingen van Aeneas haar geliefde Cartahgo zouden verwoesten.
2. Rome ligt in de landstreek die Latium heet.
Slide 10 - Diapositive
Aeneas in Italië.
3. a. Het ligt al vast dat Aeneas zal winnen.
b. Aeneas krijgt wapens van Vulcanus via zijn moeder Venus.
4. O11 (het paard van Troje); O10 (Aeneas vlucht met vader en zoon); O9 (aankomst in Carthago); O8 (de grotscène tussen Dido en Aeneas); O6 (Dido pleegt zelfmoord); O7 (de strijd tussen Aeneas en Turnus)
Slide 11 - Diapositive
Aan het werk.
Lees bladzijde 137 t/m 139, en maak de vragen.
Deze kan je zelf controleren in Emma.
Slide 12 - Diapositive
Huiswerk
Vertaal 11A, t/m zin 7.
Lees de grammatica, blz. 148 en 149.
Slide 13 - Diapositive
Wat heb je vandaag geleerd?
Slide 14 - Question ouverte
Wat is nog onduidelijk? Waar wil je meer over weten?