H7.3 Protectionisme en vrijhandel

Protectionisme en vrijhandel
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Protectionisme en vrijhandel

Slide 1 - Diapositive

Terugblik les 7.2

Slide 2 - Diapositive

In Europa is er sprake van:
  • Vrij verkeer van goederen en diensten 
  • Vrij verkeer van personen
  • Vrij verkeer van kapitaal

Bedrijven kunnen zonder belemmeringen handelen met andere landen uit de EU. 

EUROPESE UNIE

Slide 3 - Diapositive

7.2 Europa zonder grenzen? 
EMU (Europese Monetaire Unie)
  • Landen die deelnemen aan de EMU vormen de eurozone
  • ECB (Europese Centrale Bank) is de centrale bank van landen met de Euro

Slide 4 - Diapositive

7.2 Europa zonder grenzen? 
Taken ECB
  • Zorgen voor prijsstabiliteit (behouden koopkracht Euro)
  • Bepalen rente voor de banken
  • In omloop brengen bankbiljetten

Slide 5 - Diapositive

Leerdoelen §7.3
Na afloop van deze les ken/kan ik ...
  1. ... uitleggen waarom er handelsbelemmeringen zijn
  2. ... benoemen welke handelsbelemmeringen er zijn
  3. ... uitleggen hoe de Europese Unie de landbouw steunt
  4. ... wat vrijhandel is
  5. ... waarom vrijhandel de welvaart kan bevorderen

Slide 6 - Diapositive

Protectiemaatregelen
  • Protectiemaatregelen (of protectionisme of handelsbelemmeringen):
     Maatregelen die de EU neemt om de productie en werkgelegenheid
     van bedrijven in de EU te beschermen tegen concurrentie van buitenaf.

  • Doel: ‘eigen’ bedrijven beschermen waardoor ze beter kunnen concurreren met bedrijven buiten de EU.

  • Het tegenovergestelde van protectionisme is vrijhandel (EU bemoeit zich er helemaal niet mee).



Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Veel voorkomende protectiemaatregelen: 

  • invoerrechten

  • Contingentering

  • Invoerverbod

  • Exportsubsidie

Douanerechten of importheffingen. 
Belasting op ingevoerde producten
Importquota. 
Er mag een maximum aantal producten worden ingevoerd.
De overheid geeft subsidie aan exporterende bedrijven.
Bepaalde goederen mogen helemaal niet worden ingevoerd.
Welke maatregelen zijn import beperkend en welke export bevorderend?

Slide 9 - Diapositive

WTO (World Trade Organisation)
  • Wereld Handelsorganisatie
  • Helpt landen bij het maken van onderlinge afspraken over het afschaffen van protectiemaatregelen
  • Voorwaarde daarbij is dat de concurrentie tussen die landen eerlijk moet verlopen.
  • Dat betekent overal fatsoenlijke arbeidsomstandigheden, geen kinderarbeid en bijvoorbeeld dezelfde milieuregels. 
Geen protectiemaatregelen betekent vrijhandel →
bedrijven uit verschillende landen concurreren met elkaar→
prijzen dalen →
consumenten kunnen meer kopen om in hun behoeften te voorzien →
welvaart stijgt.

Hoe kan vrijhandel zorgen voor meer welvaart voor de consumenten?
Waarom krijgen ontwikkelingslanden een betere welvaart door vrijhandel?
Hebben geen last meer van oneerlijke concurrentie omdat er geen protectiemaatregelen zijn. Hierdoor zijn hun producten goedkoper en gaan ze meer verkopen, de welvaart van het land stijgt.

Slide 10 - Diapositive

  • Onder druk van de WTO, heeft de EU de exportsubsidies op landbouw producten laten vervallen
  • Europese boeren kregen vroeger subsidie, met als doel dat zij voldoende voedsel zouden produceren voor de bevolking van de Europese Unie. Maar…..
  • Die subsidie was zo aantrekkelijk, dat boeren veel te veel gingen produceren.
  • Een deel van die productie werd voor een (te) lage prijs in arme landen verkocht.
  • Dat ging ten koste van lokale boeren in die landen.
Minder protectionisme, een voorbeeld:

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Wat zijn voorbeeld van protectiemaatregelen?
A
Contingentering
B
Exportsubsidie
C
Importquota
D
Invoerrechten

Slide 13 - Quiz

Protectiemaatregelen door het westen is....voor ontwikkelingslanden
A
Voordelig
B
Nadelig

Slide 14 - Quiz

Wat is een ander woord voor protectionisme
A
protectiemaatregelen
B
invoerrechten
C
handelsbelemmeringen
D
handelsbevordering

Slide 15 - Quiz

Wat is een interne markt?
A
Een markt waarbinnen vrij gehandeld wordt
B
Een markt waarbinnen niet vrij gehandeld wordt
C
De wereldhandel
D
Een markt waar protectiemaatregelen gelden

Slide 16 - Quiz

Wat is het doel van protectiemaatregelen?
A
beschermen van de burgers
B
beschermen van de overheid
C
beschermen van de het buitenland
D
beschermen van het bedrijfsleven

Slide 17 - Quiz

Waarom zijn protectiemaatregelen voor ontwikkelingslanden lastig?
A
ze kunnen niet genoeg verbouwen
B
Ze hebben zelf al niet genoeg spullen
C
ze moeten alles importeren
D
ze kunnen moeilijker exporteren en dus geld verdienen

Slide 18 - Quiz

Waar is de wereldhandelsorganisatie (WHO) mee bezig in de wereld?
A
Proberen de protectiemaatregelen af te laten schaffen.
B
Landen in kaart laten brengen waar ze goed in zijn.
C
Proberen de vrijhandel te beperken.
D
De infrastructuur voor arme landen te verbeteren.

Slide 19 - Quiz

Hieronder staan een aantal protectiemaatregelen en de bijbehorende beschrijvingen. Welke combinatie is juist?
A
Bepaalde goederen mogen niet ingevoerd worden > exportsubsidie.
B
Belasting op ingevoerde producten > importheffing.
C
Subsidie om goederen goedkoper in het buitenland te verkopen > quota.
D
Er mag een bepaald aantal producten ingevoerd worden > importverbod.

Slide 20 - Quiz

Door protectiemaatregelen van rijke landen is het voor de ontwikkelingslanden soms moeilijk om hun producten te verkopen.

Met welke maatregel kunnen rijke landen ervoor zorgen dat ontwikkelingslanden hun producten beter kunnen verkopen?
A
Contingentering afschaffen
B
Hogere invoerrechten heffen op producten uit ontwikkelingslanden.
C
Meer exportsubsidie geven aan producenten in rijke landen.

Slide 21 - Quiz

Welke redenen kan de Europese Unie hebben voor het nemen van protectiemaatregelen? Kies de twee juiste antwoorden.
A
Beschermen van de concurrentie in de EU.
B
Beschermen van de import in de EU.
C
Beschermen van de productie in de EU.
D
Beschermen van de werkgelegenheid in de EU.

Slide 22 - Quiz