V6 - literatuur - 2 - Le Classicisme

Aujourd'hui tu as besoin de : 

un stylo

    ton cahier

           ton ordinateur
Startopdracht: 
Open de link op jouw laptop.
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

Cette leçon contient 31 diapositives, avec diapositives de texte et 7 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Aujourd'hui tu as besoin de : 

un stylo

    ton cahier

           ton ordinateur
Startopdracht: 
Open de link op jouw laptop.

Slide 1 - Diapositive

Programme
Le Classicisme
  • Le Roi-Soleil
  • Molière
  • Racine
  • La Fontaine

Slide 2 - Diapositive

                 Le Classicisme
Allégorie à Louis XIV, protecteur des arts et des sciences, peint par Jean Garnier
Le Grand Siècle
  • Molière
  • Jean Racine
  • Jean de la Fontaine

L'influence de l'antiquité
  • théâtre; selon les règles du philosophe Aristotle (la forme + vérité)
    > leçon
  • La Fontaine; Fables de Aesopus
    > critique du gouvernement

Slide 3 - Diapositive

                 Le Classicisme
Scène du Malade imaginaire
Théâtre
Twee klassieke concepten die gebruikt worden om het publiek een les bij te brengen:

  • prodesse et delectare
    (plaire et instruire)

  • catharsis (= emotionele zuivering)
     medeleven, verdriet, angst, gelach

Slide 4 - Diapositive

Louis XIV
. Louis XIV (ici encore jeune), peint par Juste d'Egmont (1654)

Het classicisme is onlosmakelijk verbonden aan Louis XIV (1638-1715)
Louis XIV wordt al als kleuter koning. 
Anne d'Autriche

Vanaf 1661 regeert Louis XIV alleen en maakt hij van Frankrijk een absolute monarchie              l'état, c'est moi
- afschaffen parlement
- tegenstanders gevangennemen

Slide 5 - Diapositive

     Le Roi-Soleil
Louis XIV, peint par Hyacinthe Rigaud (1701)
Louis XIV is niet alleenheerser van zijn land, maar bemoeit zich ook veel met de Franse kunst en literatuur. Hij gebruikt dit als een soort propaganda om zijn eigen invloed te vergroten.

De bevolking lijdt onder de steeds hoger wordende belastingen om de plannen (oorlogen, maar ook aan het hof) van de koning te kunnen financieren.

Slide 6 - Diapositive

     Le Roi-Soleil
Ballet royal de la Nuit. Louis XIV en Apollon (le Roi-Soleil), dessin anonyme (1653)

Hij houdt vooral van dans en speelt zelf de hoofdrol van de Roi-Soleil (Zonnekoning) in het Ballet royal de la Nuit

In dit dansstuk is hij het middelpunt van het heelal en verjaagt hij de nacht met zijn zonnestralen. Hij ziet zichzelf precies zo, als middelpunt van de wereld, maar ook als Gods vertegenwoordiger op aarde. 

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

     Le Roi-Soleil
Louis XIV, peint par Hyacinthe Rigaud (1701)
In 1682 is één van zijn andere grote projecten daar en verhuist hij met heel zijn hofhouding naar het paleis van Versailles.
Classicistisch:
- symmetrische tuinen
- regels aan het hof (etiquette, hiërarchie)
Zelfs de kunst staat in dienst van de koning en kunstenaars werken aan het hof. Alles wat Louis XIV niet aanstaat wordt gecensureerd. 

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Slide 11 - Vidéo

     Le Roi-Soleil
Ballet royal de la Nuit. Louis XIV en Apollon (le Roi-Soleil), dessin anonyme (1653)

Louis XIV zichzelf zag als Gods vertegenwoordiger op aarde. Om iedereen hem te laten gehoorzamen maakt hij het katholicisme tot staatsgodsdienst. 

Ook besluit de koning dat alle kinderen tot 14 jaar naar school moeten waar zij les krijgen van een katholieke docent in dienst van de staat. 

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Molière
Molière dans le rôle de Jules César, peint par Nicolas Mignard (1656)

Jean-Baptiste Poquelin, bekend onder de naam Molière, is zonder twijfel de meest bekende Franse komedieschrijver. 
Werkt aan het hof van Louis XIV

- schrijver
- acteur
- dramaturg

- 32 toneelstukken geschreven

Slide 14 - Diapositive

Molière
Molière dans le rôle de Jules César, peint par Nicolas Mignard (1656)

Geeft kritiek op:
- hypocrisie
- neppe, gefabricieerde deugdelijkheid

satire op wat hij ziet in de maatschappij

sommige van zijn stukken (Tartuffe, Dom Juan) mogen na de eerste uitvoering niet meer uitgevoerd worden en worden pas na zijn dood herontdekt



Slide 15 - Diapositive

                 Le Malade imaginaire
Molière dans le rôle de Jules César, peint par Nicolas Mignard (1656)

1673
- gaat over de hypochonder Argan
- spot drijven met Argan en de artsen
- Molière - die zelf de rol van Argan speelde - overlijdt op het toneel tijdens de vierde uitvoering van Le Malade imaginaire

Slide 16 - Diapositive

Le Malade imaginaire

Lees op de website Le Malade imaginaire en geef antwoord op de vragen 1 t/m 8.

Slide 17 - Diapositive

Réponses : Le Malade imaginaire
  • 1) (regel 7) Wie noemt Toinette kwakzalvers?
    Monsieur Purgon en alle andere artsen die Argan eerder geraadpleegd heeft.
  • 2) Wat is er volgens Toinette aan de hand met Argan?
    Alle symptomen zijn terug te voeren op een slecht functionerende long. Daarnaast trekt de rechterarm van Argan al het voedsel naar zich toe, waar de rest van zijn lijf onder lijdt.
  • 3) En hoe zouden zijn problemen opgelost kunnen worden?
    De rechterarm amputeren en het rechteroog uitsteken.

Slide 18 - Diapositive

Réponses : Le Malade imaginaire
  • 4) Quel mot décrit le mieux le ton sur lequel parle Toinette ?
    A) décidé

  • 5) De quelle manière Argan réagit-il aux remèdes que propose Toinette ?
    C) peureux

  • 6) Waarom denk je dat Toinette zich als arts heeft vermomd?
    Alleen in vermomming kan ze Argan een lesje leren.

Slide 19 - Diapositive

Réponses : Le Malade imaginaire
  • 7) Wie wordt of worden er door Toinette in dit stuk bespot?
    - Argan, die hypochonder is en zich vanalles aan laat praten.
    - De artsen, die van de situatie misbruik maken en geld verdienen aan de hypochonder.

  • 8) Molière past in Le Malade imaginaire het concept plaire et instruire toe. Leg uit wat hij de toeschouwer wil leren. Lis le texte et réponds aux questions en néerlandais.
    Hij wil het publiek leren dat ze niet zomaar alles aan moeten nemen van de ‘heren doktoren’, maar ook hun eigen verstand moeten gebruiken.

Slide 20 - Diapositive

    La tragédie
Image de Phèdre
- personages ontleend aan de klassieke oudheid
- onoplosbare conflicten ; gaan een onontkoombaar noodlot tegemoet   
- bienséance (fatsoen)
- catharsis (zuiverende werking)
- règle des trois unités : 
     1 plek
     1 etmaal
     1 verhaallijn

Slide 21 - Diapositive

     Jean Racine
Jean Racine, portrait peint par Jean-Baptiste Santerre
  • (1639 - 1699)
  • Griekse tragedies als inspiratiebron 
  • Louis XIV (historiographe)
  • Académie française
  • stopt als hij 38 is met toneelschrijven
       >>> Phèdre
  • règle des trois unités 

Slide 22 - Diapositive

Phèdre
Phèdre, Acte I, scène 3
Illustration de Anne-Louis Girodet de Roucy-Trioson (1767 - 1824) 

- personages kampen met een conflict tussen de liefde en familie-eer
- Phèdre (1677)

Phèdre, een Griekse koningin, wordt verliefd op haar stiefzoon Hippolyte. Als haar man Thésée lange tijd afwezig is, biecht ze haar liefde op, maar Hippolyte is al verliefd op Aricie.
Als Thésée onverwacht terugkeert, probeert Phèdre zichzelf te redden door te zeggen dat Hippolyte haar probeerde te verleiden. 
Thésée vervloekt zijn zoon, met vreselijke gevolgen voor alle betrokkenen. 

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

Phèdre
Phèdre, Acte I, scène 3
Illustration de Anne-Louis Girodet de Roucy-Trioson (1767 - 1824) 

Réponds aux questions 9 à 13 sur Phèdre de Jean Racine.

Slide 25 - Diapositive

Réponses : Phèdre
  • 9) Phèdre vindt het lastig om een bekentenis te doen. Noteer de woorden uit de tekst waaruit dat blijkt.
    je tremble, je frissonne (r.12). 

  • 10) Welke omschrijving(en) geeft Phèdre in dit fragment van Hippolyte?
    Ze duidt hem aan als de zoon van een Amazone en als prins (die ze geen blik waardig keurde).

Slide 26 - Diapositive

Réponses : Phèdre
  • 11) Quelle est l'attitude d'Œnone envers Phèdre ?
    B) Elle est humble.
  • 12) Que pense Phèdre de son amour pour Hippolyte ?
    A) Elle a honte.
  • 13) Œnone est la seule à prononcer le nom d'Hippolyte dans ce fragment. Pourquoi Racine ne laisse-t-il pas prononcer le nom d'Hippolyte par Phèdre ?
    A) Parce que c'est contre la règle de bienséance.

Slide 27 - Diapositive

Les Fables
        de La Fontaine
Jean de La Fontaine par Hyacinthe Rigaud, 1690
Nous allons regarder une vidéo à propos de Jean de La Fontaine.
Regardez la vidéo et prenez des notes.

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Vidéo

Le Loup et l'Agneau


Lees op de website Le Loup et l'Agneau en geef antwoord op de vragen 14 t/m 21.

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Vidéo