Celdeling
1 / 33
La durée de la leçon est: 50 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Wat zit er in een celkern?
A
Chromosomen
B
Celmembraan
C
Cytoplasma
D
Vacuole
Slide 3 - Quiz
Cytoplasma
Celkern
Chromosomen
Celmembraan
Slide 4 - Question de remorquage
Hoe heten de draden die in je celkern liggen, welke gemaakt zijn van DNA?
Slide 5 - Question ouverte
Wat is juist?
A
Chromosomen zijn niet erfelijk
B
In je oog zitten andere chromosomen dan in je teen
C
Ieder chromosoom is dubbel in de celkern aanwezig
D
Een paar chromosomen komt van de moeder, een ander paar van de vader
Slide 6 - Quiz
Sleep van klein naar groot
Klein
Groot
DNA
Orgaanstelsel
Cel
Slide 7 - Question de remorquage
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Vidéo
Slide 12 - Diapositive
Welke uitspraak klopt?
Na celdeling zijn er:
Na celdeling zijn er:
A
Twee kleine dochtercellen
B
Een grote moedercel en een kleine dochtercel
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Diapositive
Welke uitspraak klopt NIET?
Celdeling...
Celdeling...
A
gebeurt in je hele lichaam
B
gebeurt niet meer bij oude mensen
C
gebeurt bij de genezing van een wond
D
gebeurt veel bij baby's
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Vidéo
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Wat moet er gebeuren voordat de celdeling begint?
Slide 21 - Question ouverte
Wat moet er gebeuren voor dat de kerndeling kan beginnen?
Slide 22 - Question ouverte
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Vidéo
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Vidéo
Hoeveel chromosomen heeft een mens?
A
23
B
92
C
46
D
64
Slide 28 - Quiz
Zet op volgorde
Celdeling
Kerndeling
Spiralisatie
Kopiëren van chomosomen
Plasmagroei
Slide 29 - Question de remorquage
Slide 30 - Diapositive
erfelijkheid
