4H grammaire ch. 4

4H Frans - grammaire ch. 4 herhaling
ontkenning - A
werkwoorden - B
COD/COI - C
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

4H Frans - grammaire ch. 4 herhaling
ontkenning - A
werkwoorden - B
COD/COI - C

Slide 1 - Diapositive

Ontkenning
  • Leer vertalingen
  • Welke plek in de zin?

Slide 2 - Diapositive

nog niet
ook niet
niemand
niets
nooit meer
niet meer
helemaal niet
ne ... rien
ne ... plus jamais
ne ... plus
ne ... personne
ne ... aucun(e)
ne ... pas du tout
ne ... pas non plus
ne ... pas encore
ne ... que

Slide 3 - Question de remorquage

Maak een ontkennende zin: (helemaal niet), Je fais mes devoirs.

Slide 4 - Question ouverte

Geef ontkennend antwoord: Elle aime le foot? Non, (niet meer)

Slide 5 - Question ouverte

Antwoord ontkennend: Vous avez beaucoup de livres? Non, (slechts 5 boeken).

Slide 6 - Question ouverte

Antwoord ontkennend: (nog niet)
Tu as déjà mangé des escargots?
Non,

Slide 7 - Question ouverte

Antwoord ontkennend: (niemand)
Tu as vu Paul?
Non, ....

Slide 8 - Question ouverte

komen
terugkomen
worden
begrijpen
leren
geloven
nemen
uitgaan
voelen
houden
apprendre
croire
devenir
tenir
comprendre
venir
prendre
revenir

Slide 9 - Question de remorquage

Vervoeg: devenir, passé composé, tu

Slide 10 - Question ouverte

Vertaal: vous pourrez

Slide 11 - Question ouverte

Vertaal: Elle devenait

Slide 12 - Question ouverte

Vervoeg: devenir, ils, présent

Slide 13 - Question ouverte

Vervoeg: être, passé composé, nous

Slide 14 - Question ouverte

Vervoeg: pouvoir, présent, elles

Slide 15 - Question ouverte

Vervang
lijdend voorwerp door:
le - la - l' - les

meewerkend voorwerp door (herkenbaar aan à - au - aux):
lui - leur
Plaats
1. voor hele werkwoord
2. anders voor 1e werkwoord

Slide 16 - Diapositive

Vervang het lijdend voorwerp en maak nieuwe zin:
Je vais choisir la filière L

Slide 17 - Question ouverte

Vervang het meewerkend voorwerp en maak nieuwe zin:
Je vais téléphoner à Sophie

Slide 18 - Question ouverte

Vervang lijdend voorwerp en maak nieuwe zin:
Je fais des études de littérature russe

Slide 19 - Question ouverte

Vervang en maak nieuwe zin:
Il faut demander (aux étudiants)

Slide 20 - Question ouverte

Vervang en maak nieuwe zin:
Hier, j'ai parlé aux profs

Slide 21 - Question ouverte