H2.5

• Economie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Hallo allemaal!

In de komende dia's wordt H2.5  uitgelegd.
Lees de tekstjes goed en maak dan de vragen.

Veel succes!

Waar denk je aan bij 'werk' en 'werken'?

Als jij later gaat werken. Wat vind jij dan belangrijk aan die baan?

In de vorige pararaaf leerden we dat er twee soorten van productie bestaan. Betaalde productie en onbetaalde productie. 

Betaalde productie vindt dus vaak bij bedrijven plaats. 

De mensen die bij deze bedrijven werken worden werknemers genoemd. Werknemers hebben verschillende redenen (motieven) om te werken.  Geld is een belangrijk arbeidsmotief, maar niet de enige. Contact met collega's en uitdaging in het werk hebben vinden veel mensen ook belangrijk. 

Hoe worden de redenen om betaald of onbetaald werk te doen genoemd?

1. Arbeidsomstandigheden
2. Arbeidsmotieven
3. Arbeidsovereenkomsten
4. Werknemersmotieven

Pia werkt 25 uur als postbode. Heeft Pia een parttime (deeltijd) of een fulltime (voltijd) baan?

1. parttime
2. fulltime

Wat voor redenen kunnen mensen hebben om parttime te werken?

Arbeidsomstandigheden zijn de omstandigheden waarin een werknemer moet werken. Die kunnen het werk prettig of juist minder prettig maken. 

Hier zie je Maarten.

Maarten is stratenmaker.

Voor hem is het contact met zijn collega een prettige arbeidsomstandigheid; hij houdt van gezelligheid. Het werk is echter ook zwaar voor zijn rug. Dat is een minder prettige arbeidsomstandigheid 

Werknemers mogen geen werk doen dat slecht voor hun gezondheid is of onveilig is. Werkgevers hebben de plicht hun werknemers geen onveilig of ongezond werk te laten doen. 

De regels hierover zijn genoemd in de Arbowet. 

In welke wet staat geregeld dat werkgevers er op toe moeten zien dat hun werknemers veilig en gezond werk doen?

Hier zie je Mariska aan het werk. Zij heeft een part-time baan als schoonmaakster. Noem een arbeidsomstandigheid van Mariska.

Vroeger gebruikten schilders verf dat slecht was voor de gezondheid. Gelukkig mag deze verf niet meer gebruikt worden. Welke wet zorgde hiervoor?

1. Arbeidsomstandighedenwet
2. Arbowet
3. Arbeidsmotievenwet
4. Wet tegen ongezonde arbeidsomstandigheden

Wat heb je vandaag geleerd?

Deze Lesson-Up les is klaar. 

Nu maak je de opdrachten van H2.6

Veel succes!