Film Raak. met opdracht

Lezen
timer
15:00
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Lezen
timer
15:00

Slide 1 - Diapositive

Fictieopdracht

- poster/lapbook
- filmpje
- mondeling
Laat aan de hand van voorbeelden uit je boek zien dat je de geleerde begrippen kunt toepassen. 
Week 42 wordt je opdracht besproken in de les en krijg je een o/v/g in SOM

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we doen?
Herhaling fictie
  • herhalen fictiebegrippen
  • Kijken film Raak
  • Toepassen fictiebegrippen
  • Nabespreken
Spelling blok 2:
  • Nakijken opdrachten
  • Verder oefenen

Slide 3 - Diapositive

Welke begrippen hebben we behandeld met fictie?

Slide 4 - Question ouverte

Wat hebben we tot nu toe behandeld bij fictie?
- realistisch/niet-realistisch
- opbouwschema
- leeservaring beschrijven met beoordelingswoorden
- genres
- personages (hoofdpersoon/bijfiguren)
- vertelperspectief
- spanning
- ruimte en sfeer
- tijd in verhalen (wanneer speelt zich het af, chronologisch/niet-chronologisch/vertelde tijd

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

  1. Martin heeft op straat een aanvaring met Rik, die tegen zijn autospiegel heeft getrapt.
  2. Rik krijgt iets naar zijn hoofd gegooid vanuit een rijdende auto. Boos rent hij de auto achterna.
  3. Rik gooit een steen van het viaduct
  4. Martin verklaart in het café de liefde aan een vrouw. Hij geeft haar een cadeau, maar wordt afgewezen
  5. Er is ruzie in het gezin van Rik. Er wordt gescholden.
  6. Mirna gaat naar de kapper
  7. Mirna stapt bij Martin in de auto
  8. Martin laat Mirna het ongewenste cadeau uit het raam gooien

Slide 7 - Diapositive

5. Er is ruzie in het gezin van Rik. Er wordt gescholden.
4. Martin verklaart in het café de liefde aan een vrouw. Hij geeft haar een cadeau, maar wordt afgewezen.
6. Mirna gaat naar de kapper.
1. Martin heeft op straat een aanvaring met Rik, die tegen zijn autospiegel heeft getrapt.
7. Mirna stapt bij Martin in de auto
8. Martin laat Mirna het ongewenste cadeau uit de auto gooien
2. Rik krijgt iets naar zijn hoofd gegooid vanuit een rijdende auto. Boos rent hij de auto achterna.
3. Rik gooit een steen van het viaduct.

Slide 8 - Diapositive

Pas de volgende begrippen toe op de film Raak:

- realistisch/niet-realistisch 
- leeservaring beschrijven met beoordelingswoorden
- genres
- personages (hoofdpersoon/bijfiguren)
- vertelperspectief
- spanning
- ruimte en sfeer
- tijd in verhalen (wanneer speelt zich het af, chronologisch/niet-chronologisch/vertelde tijd

Slide 9 - Diapositive

Nakijken spelling blok 2

Slide 10 - Diapositive

Een krantenartikel
Een krantenartikel is kort en krachtig en gaat over één nieuwsfeit, dus over één onderwerp.


Slide 11 - Diapositive