Oefenen voor de so - grammatica en spelling blok 4

Herhalen - grammatica en spelling blok 4 
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Herhalen - grammatica en spelling blok 4 

Slide 1 - Diapositive

Op welke manier kan ik de persoonsvorm vinden?
A
Andere tijd zetten
B
Wie of wat?
C
Alle werkwoorden in de zin

Slide 2 - Quiz

Schrijf de pv op:
Demi heeft gisteren een nieuwe telefoon gekocht

Slide 3 - Question ouverte

Schrijf de pv op:
Koen klom afgelopen weekend in de hoogste boom.

Slide 4 - Question ouverte

Schrijf de pv op:
Jurre was op maandagavond met zijn vrienden aan het voetballen.

Slide 5 - Question ouverte

Hoe kan ik het onderwerp in de zin vinden?

Slide 6 - Question ouverte

Onderwerp
Wie of wat + pv?

Voorbeeld:
Lola zong met het nieuwste liedje van Billy Eilish mee.
Pv= zong
wie of wat zong?
Ond= Lola

Slide 7 - Diapositive

Schrijf de pv en ond op:
Mika las in het weekend een nieuw boek.

Slide 8 - Question ouverte

Schrijf pv en ond op:
Gerianne hielp op de boerderij.

Slide 9 - Question ouverte

Schrijf de pv en ond op:
Wanneer leggen de kippen bij Tijmen een ei?

Slide 10 - Question ouverte

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 11 - Question ouverte

Werkwoordelijk gezegde
Alle werkwoorden in de zin

Voorbeeld:
Milan en Jan hebben naar school gefietst.
Pv= hebben
ond= Milan en Jan
wg= hebben gefietst (Ook de Pv hoort erbij!)

Slide 12 - Diapositive

Schrijf pv, ond en wwg op:
Djenna was dinsdag voetballen bij de voetbalclub.

Slide 13 - Question ouverte

Schrijf pv, ond en wwg op:
Donya en Fabienne hebben bij de manege op het paard gereden.

Slide 14 - Question ouverte

Wie doet/geeft wat?

Slide 15 - Diapositive

De piloot ..... over de landingsbaan.
A
tuur
B
tuurde
C
tuurdt
D
tuurdde

Slide 16 - Quiz

De docente ..... de afbeelding.
A
vergrot
B
vergroott
C
vergroote
D
vergrootte

Slide 17 - Quiz

Het ... ’s winters vaak in Nederland.


A
vriezt
B
vries
C
vriest

Slide 18 - Quiz

Ik heb gisteren een nieuwe game ....
A
spelen
B
gespeelt
C
gespeeld
D
speelde

Slide 19 - Quiz

Type hier drie klankveranderende werkwoorden.

Slide 20 - Question ouverte

Ik ben klaar voor de so! Of toch niet..
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Sondage