Werkwoordelijk gezegde en lijdend voorwerp

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, g, t, mavo
• Leerjaar 1

Grammatica Zinsdelen 

Op welke manier kan ik de persoonsvorm vinden?

1. Vraagzin maken
2. Wie of wat?
3. Alle werkwoorden in de zin
4. Andere tijd zetten

Schrijf de pv op:
Demi heeft gisteren een nieuwe telefoon gekocht

Schrijf de pv op:
Koen klom afgelopen weekend in de hoogste boom.

Schrijf de pv op:
Jurre was op maandagavond met zijn vrienden aan het voetballen.

Hoe kan in het onderwerp in de zin vinden?

Onderwerp

Wie of wat + pv?

Voorbeeld:

Lola zong met het nieuwste liedje van Billy Eilish mee.

Pv= zong

wie of wat zong?

Ond= Lola

Schrijf de pv en ond op:
Mika las in het weekend een nieuw boek.

Schrijf pv en ond op:
Gerianne hielp op de boerderij.

Schrijf de pv en ond op:
Wanneer leggen de kippen bij Tijmen een ei?

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Werkwoordelijk gezegde

Alle werkwoorden in de zin

Voorbeeld:

Milan en Jan hebben naar school gefietst.

Pv= hebben

ond= Milan en Jan

wg= hebben gefietst (Ook de Pv hoort erbij!)

Schrijf pv, ond en wg op:
Djenna was dinsdag voetballen bij de voetbalclub.

Schrijf pv, ond en wg op:
Donya en Fabienne hebben bij de manege op het paard gereden.

W1A

Aan de slag met H4 Taalverzorging: gezegde

alle opdrachten

Wie doet/geeft wat?

Wat wordt er gegeven/verteld?

Lijdend voorwerp

Het voorwerp wat eronder lijdt in de zin

Bijna altijd is het een voorwerp!

Denk aan het stuk vlees van de vorige dia.

Lijdend voorwerp

Hoe vind je het lijdend voorwerp?

Wie of wat + pv + ond?

Voorbeeld:

Kevin gaf Stan een highfive.

pv= gaf

ond= Kevin

lv= een highfive

Schrijf pv, ond, wg en lv op:
Ik heb het laatste paasei opgegeten.

Schrijf pv, ond, wg en lv op:
Vorige week heb ik een briefje van 50 euro in de winkel verloren.

W1C

H4 Taalverzorging: lijdend voorwerp maken